
Pensioenfondsen en vermogensbeheerders blijven knelpunten zien in de aankomende wetswijziging met betrekking tot de fiscaliteit van fondsen voor gemene rekening en commanditaire vennootschappen. De regering wil nu in gesprek met de markt in een poging de knelpunten weg te nemen.
Vanaf 2025 treedt nieuwe wetgeving in werking met betrekking tot het fonds voor gemene rekening en de commanditaire vennootschap (cv), een vorm die door private equity- en vastgoedfondsen veel wordt gebruikt. Zowel een cv als een fonds voor gemene rekening kan nu nog zowel ‘open’ (niet-transparant genoemd) als ‘besloten’ (fiscaal transparant) zijn. Niet-transparante fondsen zijn belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting en transparante fondsen zijn dat niet: alle bezittingen en schulden worden voor fiscale doeleinden toegerekend aan de eigenaren.
Onder de nieuwe wet vervalt voor de cv het onderscheid tussen open en besloten volledig. Een cv wordt vanaf 1 januari als transparant aangemerkt. Een fonds voor gemene rekening kan nog niet-transparant zijn, maar dan moet het fonds wel kwalificeren als beleggingsfonds zoals bedoeld in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Veel familiefondsen, waarmee je op een fiscaalvriendelijke manier vermogen kunt overhevelen, kwalificeren zich niet als zodanig en worden zodoende transparant.
Veel onduidelijkheden
Hoewel de nieuwe wetgeving bijna een jaar geleden is aangenomen, is de laatste tijd veel twijfel ontstaan over de interpretatie, met name doordat recent interne beleidsnotities van het Ministerie van Financiën zijn gepubliceerd die daar een geheel nieuw en ander licht op doen schijnen.
Vooral voor cv’s bestaan er momenteel veel onduidelijkheden met betrekking tot de wetswijziging, vertelt Paul Kraan, partner bij advocatenkantoor Van Campen Liem. Uit een recente beleidsnotitie is gebleken dat een cv kan worden gezien als zodanig (transparant), maar tegelijk kan voldoen aan de definitie van een fonds voor gemene rekening (niet-transparant). ‘We dachten dat een cv per definitie transparant zou worden, maar nu kunnen ze dus ook worden aangemerkt als fonds voor gemene rekening als het tevens beleggingsfondsen zijn. Welke wetsbepaling dan van toepassing is, is de vraag.’
Halsoverkop aanpassingen nodig
Een niet-transparant fonds hoeft niet te voldoen aan het zogenoemde inkoopmodel, waarbij een participatie alleen mag overgaan van de ene op andere participant als de overdracht via het fonds zelf loopt, zodat de beheerder een commissie in rekening kan brengen aan de verkoper. Door de recente beleidsnotitie is twijfel ontstaan of cv’s nu wel of niet dit inkoopmodel moeten hanteren om fiscaal transparant te zijn.
‘De meeste advieskantoren zullen nu cliënten toch maar voor de zekerheid adviseren om het inkoopmodel te hanteren. Dit betekent dat fondsen halsoverkop bepaalde bepalingen moeten opnemen in hun fondsvoorwaarden, die zeggen dat je alleen participaties kunt laten inkopen via het fonds zelf. Doe je dat niet als cv, dan loop je het risico dat het fonds uiteindelijk niet fiscaal transparant is en dat leidt mogelijk tot dubbele belastingheffing. Dat zou desastreus zijn’, aldus Kraan.
Heffingslek
Volgens Kraan heeft de overheid vermoedelijk te laat beseft dat als cv’s fiscaal transparant worden, er een ‘heffings-lek’ kan ontstaan. ‘Als een fonds fiscaal transparant wordt, geven Nederlandse particulieren hun participatie waarschijnlijk braaf op in box 3. Maar buitenlandse beleggers die slechts een klein belang hebben in bijvoorbeeld een Nederlands vastgoedfonds, moeten straks allemaal in Nederland aangifte voor de inkomstenbelasting doen. Alleen voor dat kleine stukje. Ik denk dat de overheid nu inziet dat buitenlandse beleggers dit mogelijk niet gaan doen. Niet eens uit een kwade wil, maar gewoonweg omdat een Franse of Duitse belegger wellicht niet weet hoe hij dit moet doen.’
Kraan vervolgt: ‘De Belastingdienst heeft al aangegeven dat ze niet de controlecapaciteit heeft. Buitenlandse beleggers zouden er dan de facto mee weg komen dat ze geen belasting betalen over hun participatie. Het is logisch dat de overheid dit niet wil, maar dat dit zo laat pas wordt onderkend zorgt ervoor dat sommige fondsaanbieders het roer moeten omgooien’, verwijzend naar zijn eerdere uitspraak over extra bepalingen in de fondsvoorwaarden.
Meer duidelijkheid nodig
Volgens Kraan is er dringend behoefte aan verdere verduidelijking, met name hoe de Belastingdienst omgaat met het inkoopmodel. ‘Het zou goed zijn als deze interne beleidsnotitie uiteindelijk wordt uitgewerkt tot formeel beleid. Nu is de juridische status van het document onduidelijk.’
De politiek onderkent ondertussen dat er veel vragen zijn vanuit de markt. Afgelopen week werd al een motie ingediend, waarin wordt gesteld dat het kabinet goed in gesprek moet gaan met asset managers en pensioenfondsen om te kijken of er onduidelijkheden kunnen worden weggenomen. ‘De wetgeving is nog niet ingegaan, en er worden al moties aangenomen om te zien of deze tot knelpunten leidt. Dat geeft toch te denken’, concludeert Kraan.