Vanaf vandaag zijn partijen in de beleggingsdienstverlening verplicht om hun klanten vragen voor te leggen of zij bepaalde producten wensen die voldoen aan de Europese taxonomie en/of de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Ook moeten zij de vraag voorleggen in hoeverre de klant het belangrijk vindt dat de instelling rekening houdt met de belangrijkste nadelige effecten van duurzaamheidsfactoren op de beleggingen, de zogenoemde principal adverse impact.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) laat Investment Officer weten dit jaar nadrukkelijk aandacht te geven aan de wijze waarop marktpartijen omgaan met de regelgeving rond duurzaam beleggen. Marktpartijen moeten vanaf nu voldoen aan verplichtingen omtrent het uitvragen van ESG-preferenties van klanten.
Echter, delen van het regelgevend kader zoals de taxonomie en de lagere regelgeving van de SFDR, zijn op dit moment nog niet definitief of nog niet van toepassing. Daardoor is er niet altijd eenduidigheid over wat de geschikte producten zijn die passen bij de ESG-preferenties van de klant, laat de AFM in haar reactie weten.
‘Er zijn domweg te veel onduidelijkheden’
Frank ‘t Hart (foto), partner van advocatenkantoor Hart Advocaten, zegt desgevraagd dat marktpartijen op een aantal uitdagingen stuiten. ‘Zo is de categorisering en de kwalificaties omtrent duurzaamheid in Mifid II anders dan in de SFDR. SFDR kent de kleuren grijs, licht groen en dondergroen maar Mifid II kent weer een andere indeling. Dat maakt het niet makkelijker en lastig om aan klanten uit te leggen’, zegt ‘t Hart.
‘Bovendien is het de vraag of bij de huidige stand van zaken marktpartijen aan hun klanten durven toe te zeggen dat de beleggingen uit de portefeuilles voldoen aan de wettelijke criteria. Een alternatief is om tegen klanten te zeggen dat de beleggingen niet aan de wettelijke criteria voldoen maar dat wel belegd kan worden conform de eigen duurzaamheidscriteria van de marktpartij zelf. Er zijn domweg te veel onduidelijkheden, die maken dat je het niet kunt verkopen aan je klanten’, zegt ‘t Hart. Dat komt volgens hem op bovenop ‘het feit dat veel regelgeving niet af is en dus niet uitvoerbaar’.
‘De data is er simpelweg niet’
Ook Geoffroy Vermeire, lid van het directiecomité van Van Lanschot België, bevestigt tegenover investmentofficer.be de uitdagingen waar de bank voor staat. ‘Wij zullen vanaf 2 augustus onze nieuwe klanten en bestaande klanten waarvan we het profiel reviewen tevens bevragen naar hun duurzaamheidsvoorkeuren. We willen daar evenwel nog niet te ver in gaan aangezien we klanten niet willen lastig vallen met vragen waarop zij een antwoord moeten geven en wij vervolgens nog niets mee kunnen doen richting onze klant. Zo is de Corporate Sustainability Reporting Directive nog maar net goedgekeurd in het Europees parlement.’
Vermeire: ‘Dit is de wetgeving die Europese bedrijven verplicht om, op een gestandaardiseerde manier, niet-financiële informatie te verschaffen. Het is dus pas ten vroegste vanaf volgend jaar dat allerhande duurzaamheidsdata binnen dit kader wereldkundig zullen worden gemaakt. Het is dus ook pas vanaf dan dat de meeste EU Taxonomy data beschikbaar komen. In een tweede fase, zullen we onze klanten uiteraard ruimer en diepgaander bevragen naar hun duurzaamheidsvoorkeuren.’
‘Voor ons is duurzaamheid altijd al een serieuze aangelegenheid geweest. En nu al klanten bevragen naar hoeveel procent beleggingen ze willen die zijn afgestemd op de taxonomie, met welke PAI’s (Principle Adverse Impact), zou niet serieus zijn aangezien die data er simpelweg nog niet is of nog niet van voldoende kwaliteit.’