Lex Hoogduin
i-XTmSpGZ.png

Nu er een nieuwe regering van Lega en Vijfsterrenbeweging is geïnstalleerd in Italië is de grote vraag: wat nu? Hoe zal de regering zich verhouden tot de EU? En hoe hard wordt het spel straks gespeeld?

Eerst zien dan geloven. Het is nog te vroeg om het sein “brand meester” af te geven.’ Monetair econoom Lex Hoogduin zit in zijn kamer aan de Keizersgracht in Amsterdam. Het is pas half elf, maar het is al warm. De airco zoemt.Het is de dag na de vorming van een nieuwe Italiaanse regering. De felle euroscepticus Paolo Savona is geen minister van Financiën geworden. Nieuwe verkiezingen zijn afgewend. Na een paar zeer onrustige weken op de financiële markten is de rust weergekeerd en zijn de Italiaanse rentes fors gedaald. Maar hoe lang duurt het voordat de onrust terugkeert?

‘Het lijkt me zeer onwaarschijnlijk dat we ineens een beleid krijgen dat 180 graden anders is’, zegt Hoogduin. ‘Maar het gevaar van een verkapt euro-referendum is inderdaad afgewend.’ De grote vraag is: wat nu? Hoe zal de nieuwe regering van Lega en Vijfsterrenbeweging zich verhouden tot de EU? En hoe hard wordt het spel straks gespeeld?

Hoogduin heeft net bijna twee uur verteld. Over hoe Italië in de euro kwam, iets wat hij destijds zelf van dichtbij meemaakte als econoom bij DNB. Hoe het land van meet af aan moeite had met de ‘convergentiecriteria’ (begrotingstekort, staatsschuld etc). Wat de problemen zijn van het land. Maar de vraag is wat er de komende maanden gaat gebeuren? ‘Ik durf daar echt geen zinnig woord over zeggen. Ik volg wel met een zekere verbazing de relaxte houding van de markten, die ik alleen maar kan zien als vertrouwen dat de ECB wel weer te hulp snelt als het nodig is.’ Als hij iets niet hoopt, is dat het. Laat de regering het maar voelen als ze rare beloftes doen. ‘Niet al klaarstaan met de brandslang voordat het vuur is uitgebroken.’ Maar hij vreest dat dat wel gaat gebeuren. 

Ivo Arnold, hoogleraar macro-economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, ziet twee mogelijkheden voor de komende tijd. ‘Of ze gaan hun energie besteden aan het verbeteren van het openbaar bestuur óf aan een loopgravenoorlog met Europa, zoals de Griekse premier Tsipras deed. Ik hoop vurig dat ze het eerste doen.’ Aan het openbaar bestuur valt veel te verbeteren, ook volgens Hoogduin de achilleshiel van het land. ‘Ze zijn in dat opzicht afgezakt tot het niveau van Griekenland’, zegt Arnold. ‘Corruptie, algemene effectiviteit van het bestuur, hervorming van de arbeidsmarkt zijn hard nodig.’

Andy Langenkamp, senior politiek analist van ECR Research is het daarmee eens. ‘In de “Ease of doing business”-index van de Wereldbank staat Italië op plaats 46.’ Onder Wit-Rusland. ‘Rechtszekerheid, het dwingen tot naleven van contracten via de rechter bijvoorbeeld, is een zwak punt. Een rechtszaak duurt gemiddeld 1120 dagen, tegen een OESO-gemiddelde van 578 dagen. Kredietverlening verloopt stroef, belastingaangiftes zijn tijdrovend. Maar er is ook vooruitgang, het is onder voormalig premier Renzi makkelijker geworden om een bedrijf te beginnen. Italië stond in 2011 nog op de 87ste plek in de ease-index.’

Populistisch

De nieuwe regering wordt vrijwel zonder uitzondering van het etiket ‘populistisch’ voorzien. ‘Maar de Italianen hebben terechte grieven’, zegt Ivo Arnold. ‘De rekening van de assimilatie in de euro is heel eenzijdig bij de zuidelijke lidstaten gelegd. Ze kregen steeds te horen: jullie moeten goedkoper worden, wij niet duurder. Die interne devaluatie heeft veel schade aangericht. Noord-Europa moet duurder worden en die enorme handelsoverschotten verlagen. De overheid zou de aanzet kunnen geven door de ambtenarensalarissen te verhogen. Als de export daarvan duurder wordt, verzwak je de euro maar wat. Het gaat om het herstel van de interne balans.’

Hoogduin is het daarmee oneens. ‘Op twee na alle landen van het eurogebied hadden eind 2017 een overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans. Italië na Duitsland, Nederland en IJsland het grootste. ‘Wat zegt dat over de gedachte dat de problemen in het Zuiden het gevolg zijn van overschotten in het Noorden?’ vraagt hij retorisch. ‘Nee, het probleem is echt de concurrentiekracht van het land. Sinds het niet meer de munt kan devalueren, is het land van een redelijk presterende economie geen topper geworden, wat de bedoeling was van de convergentiecriteria. Ze zijn juist weggezakt. Dat is niet de schuld van de Duitsers maar eigen onvermogen.’

Diepgewortelde problemen

Wat Italië dan onderscheidt van andere Europese zuidelijke landen, die beter presteren? ‘Spanje heeft veel meer hervormd’, zegt Mary Pieterse-Bloem, global head fixed income bij ABN AMRO. ‘Monti heeft wel enige hervormingen doorgevoerd, maar het pensioenstelsel veranderen lukte hem niet. Alles bij elkaar volstrekt onvoldoende.’ Ze wijst op de omvang van het enorme zwartgeldcircuit, de maffia. 

Hoogduin: ‘Maar de maffia komt ook weer ergens vandaan. Waar komt corruptie vandaan? Dat heeft met de bestuurskracht van de overheid te maken. Dat zijn diepgewortelde, complexe problemen.’

De komende maanden worden hoe dan ook spannend. ‘Italië is too big too fail’, zegt Pieterse-Bloem. ‘Maar de EU kan uiteindelijk niet meer doen dan piepen: we vinden het niet leuk wat jullie doen. De enige die kan straffen, is de markt, als de ECB achterover leunt. Maar dat kan nog een hele tijd doorgaan.’

‘Van Europese kant is er een sterke neiging om mechanismes op te zetten om sneller te kunnen schakelen als het echt uit de hand loopt’, blikt Hoogduin vooruit. ‘Allemaal onder het mom van: dit zijn de lessen uit 2008, we hebben risicodeling nodig. Wat ik wel verwacht: Draghi zal zo lang mogelijk wachten. Italië de druk van de markt laten voelen. Zenuwachtigheid mobiliseren, zonder dat het uit de hand loopt. Maar het is geen tuinfeestje dat je makkelijk kan plannen. Het risico is dat je de crisis triggert die je probeert te voorkomen.’

Author(s)
Categories
Companies
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No