Het Amerikaanse First Trust groeit sterk dankzij zijn zogenoemde AlphaDex stijl. De onafhankelijke asset manager duikt door deze gebruikte methodologie in de Verenigde Staten op in recente lijstjes met een instroom die op drie na de hoogste is.
Het is een stijl die de voordelen van traditionele beta ETFs en actief management combineert. ‘Wij brengen het beste van beide werelden’, vindt Eric Anderson (foto). Hij is betrokken bij de ontwikkeling van de AlphaDex methodologie.
First Trust is een in 1991 opgerichte Amerikaanse asset manager, die inmiddels 100 miljard dollar onder beheer heeft en de oversteek maakt naar het Europese vasteland. Voor deze Europese expansie is Roel Thijssen aangetrokken, die eerder bij BlackRock iShares verantwoordelijk was voor de Benelux en het Midden-Oosten.
Waarderingsmaatstaven
‘De AlphaDex aanpak wordt toegepast op het meerendeel van onze ETFs, maar niet op niche-ETFs zoals bijvoorbeeld de First Trust IPO ETF. Zo is er een tracker op de Amerikaanse S&P500. Deze selecteert aandelen op basis van groeifactoren als prijsmomentum, omzetgroei en ‘price-to-sales’. Daarnaast wordt op waardefactoren geselecteerd. Hierbij gaat het om ‘price-to-book’, ‘price-to-cash flow’ en rendement op geïnvesteerd vermogen’, zegt Anderson.
Thijssen voegt toe: ‘Met “return on assets” zorgen we voor een kwaliteitscheck, zodat we de goedkopere aandelen selecteren die wel voldoende rendement op geïnvesteerd kapitaal genereren.’
Op basis van deze waarderingsmaatstaven worden aandelen geselecteerd en wordt een weging toegekend. Het is een ‘rules based’ kwantitatief proces, waarbij de 25 procent laagst scorende aandelen niet in de portefeuille worden opgenomen, vertelt het tweetal.
Selectie van groei- en waardeaandelen
Een belangrijk aspect van deze fundamentele beleggingsstijl is dat niet simpelweg de marktkapitalisatie het uitgangspunt is, maar dat het accent komt te liggen op een selectieproces gebaseerd op zowel waarde als groeifactoren, waaronder momentum en price-to-book.
First Trust heeft ongeveer 20 jaar ervaring met deze beleggingsstijl, en biedt deze sinds 8 jaar aan via ETFs.
Het gevolg van deze aanpak is dat op vijfjaarsbasis (april 2009 tot en met maart 2014) de geannualiseerde outperformance 3,9 procent bedroeg voor bijvoorbeeld deze AlphaDex S&P500 ETF, terwijl de correlatie (1 procent) en de sharpe ratio (1,6 procent tegen 1,5 procent) nagenoeg hetzelfde waren als de index.
‘Maar over de gehele linie is de performance van de AlphaDex ETFs erg goed. Deze multi-factor benadering leidt al jaren tot zeer goede beleggingsresultaten’, zegt Thijssen. De turnover in de ETFs ligt volgens First Trust ruim boven de honderd procent in het voorbeeld van de S&P500 ETF. Maar liquiditeit en transactiekosten worden uiteraard in de analyse meegenomen, stelt Anderson.
Deze AlphaDex methodologie wordt wel vergeleken met die van het Amerikaanse Research Affiliates van Rob Arnott. ‘Een belangrijk verschil is dat wij meer factoren gebruiken dan de fundamental indexing methode van Arnott, die zich vooral concentreert op large cap en value’, zegt Anderson.
Oordeel gatekepeers
In de methodologie van First Trust worden de in de onderliggende index opgenomen groeiaandelen ook aan de hand van waarderingsmaatstaven als price-to-sales gewogen. Dat zou volgens gatekeepers interessant kunnen zijn, omdat zo de snelst groeiende en meest kwetsbare groeiaandelen er uit gefilterd kunnen worden. Maar, zo wordt er aan toegevoegd, waarde-aandelen hebben het de laatste tien jaar zeer goed gedaan, wat geen enkele garantie biedt dat dat zo blijft.
Een ander ‘voordeel’ van de methodologie van First Trust zou zijn dat de ETFs het in een groeiperiode beter doen dan de markt, omdat de beta hoger is. Maar in een dalende markt kunnen ze wat achterblijven, zoals het geval was in 2008/2009.
‘Dit is in lijn met de verwachtingen, omdat de beta van de portefeuille iets hoger dan de markt is in opgaande markten en ongeveer gelijk aan de markt in dalende markten’, aldus Thijssen.
Meer achtergronden op Fondsnieuws: