Mifid: AFM stelt geen aanvullende bekwaamheidseisen

Dat schrijft de Nederlandse toezichthouder in een donderdagmiddag verstuurde nieuwsbrief.

 

Als gevolg van Mifid II gelden er voor personeel dat klanten informeert of adviseert over beleggingen vanaf volgend jaar aanvullende vakbekwaamheidseisen. Deze zijn door de Europese toezichthouder Esma verder ingevuld in zogenoemde richtsnoeren. 

 

De AFM heeft nu besloten de criteria uit de richtsnoeren over te nemen en geen lijst met specifieke passende kwalificaties te publiceren. ‘Voor de kenmerken van de passende kwalificatie sluit de AFM aan bij de definitie in de richtsnoeren’, schrijft de Nederlandse toezichthouder, zij het ‘met de toevoeging dat het personeel aantoonbaar een kwalificatie of andere toets of opleiding met succes behaald moet hebben’. 

 

Daarnaast heeft de AFM besloten de vereiste periode om passende ervaring op te doen, vast te stellen op twaalf maanden en de maximale periode dat een personeelslid ten hoogste onder toezicht mag werken te handhaven op vier jaar.

 

De onderneming moet tot slot zelf beoordelen of personeelsleden een passende kwalificatie hebben en mag zich hierbij baseren op het oordeel van een externe instelling, zoals DSI.

 

Vorige maand sloot de AFM een convenant met DSI. De afspraak houdt in dat DSI zal borgen dat de professionals die in haar registers staan ingeschreven aan de Mifid-vereisten voldoen. DSI is hiertoe momenteel haar registers tegen het licht aan het houden en zal daar waar nodig haar exameneisen aanpassen. 

 

Ondernemingen zijn echter niet verplicht de vakbekwaamheid van hun mederwerkers door DSI te laten vaststellen. Ze mogen dit ook anders regelen.