Er zijn niet zoveel Nederlandse beleggingsfondsen met de Europese Ucits-stuctuur. Als gevolg van de nieuwe Europese richtlijn Mifid II zal dat gaan veranderen. Deze richtlijn maakt het aantrekkelijk alternatieve fondsen om te zetten in Ucits-fondsen.
Dat zegt advocaat en notaris Kees Groffen van de investment management group van De Brauw Blackstone Westbroek.
Eerder maakte het niet zoveel uit of een fonds een Ucits was of niet, wilde je een fonds met een andere structuur (een zogenoemd AIFM-fonds, ook wel AIF of alternatieve beleggingsinstelling (Abi) genoemd) aanbieden aan particulieren dan golden daar in Nederland toch dezelfde regels voor als voor Ucits.
Voor Ucits gelden echter voorwaarden als het gaat om spreiding van de beleggingen en leverage (beleggen met vreemd vermogen). Daarom kozen weinig partijen van niet-Ucits er bij invoering van de hedgefondsenrichtlijn AIFMD voor deze fondsen alsnog om te zetten in Ucits (ICBE’s in het Nederlands).
Complexe producten
Mifid II wijst nu echter alle niet-Ucits aan als complexe financiële instrumenten, wat betekent dat bij verkoop ervan door een distributeur een passendheidstoets afgenomen moet worden.
Ucits worden niet als complexe producten gezien, met uitzondering van structured Ucits, zegt Groffen. Structured Ucits zijn fondsen waarvan de rendementen zijn gebaseerd op één of meer algoritmen, maar dit lijkt volgens Groffen om een beperkte groep te gaan zoals synthetische indextrackers.
Het lijkt hem niet logisch dat ook fondsen die alleen derivaten gebruiken om beleggingsrisico’s af te dekken, als complex aangemerkt zullen worden.
Mifid II schrijft aan beleggingsondernemingen (= vermogensbeheerders en banken) voor om ook een passendheidstoets af te nemen bij execution only-verkoop van complexe financiële instrumenten.
Distributie via internet
Dit kan zeker bij de toenemende distributie via internet een probleem zijn omdat in ieder geval de Engelse toezichthouder al gezegd heeft dat het afnemen van een passendheidstoets niet volledig geautomatiseerd kan worden. Er moet volgens de Britse Financial Conduct Authority (FCA) altijd een mens zijn die de ingevulde vragenlijst beoordeelt. Dit is problematisch bij online platforms.
‘Voor fondshuizen die zelf als beleggingsonderneming hun producten direct aan klanten verkopen, kan het daarom fijn zijn als er geen passendheidstoets afgenomen dient te worden’, zegt Groffen.
Maar het kan ook zijn dat sommige distributeurs geen AIF’s meer op hun schap willen hebben. Zet je deze als fondshuis niet om naar Ucits dan, loop je de kans dat ze je van de lijst schrappen, aldus Groffen.
Overigens zijn er ook distributeurs die de passendheidstoets toepassen ook indien deze niet verplicht is. Men wil uniform handelen ongeacht het financieel instrument dat wordt gekocht, nuanceert Groffen.
Hij verwacht overigens niet dat het omzetten van AIF’s naar Ucits zal leiden tot verhuizingen van fondsen naar Luxemburg. Dit omdat in Nederland gevestigde fondsen vanwege de vele belastingverdragen van Nederland voor Nederlandse beleggers veelal het aantrekkelijkst zijn.
Meer achtergronden op Fondsnieuws: