Als gevolg van Mifid II zal de belegger daadwerkelijk beter beschermd zijn, maar doordat het pakket zoveel omvat en erg gedetailleerd is, wordt dit doel misschien hier en daar wat voorbijgeschoten.
Mifid II bevat echt goede onderdelen: beter gekwalificeerd personeel en betere kostentransparantie. Als je 25.000 euro belegde, ging 5.000 euro op aan fees. Je ziet al dat de nadruk op kosten en ook het provisieverbod hebben geleid tot meer passieve fondsen. Om vermogen op te bouwen voor de lange termijn zijn dit soort lagekostenproducten vaak prima, zegt jurist Niels Lemmers van vereniging van effectenbezitters VEB.
‘Ook zag je tijdens de crisis dat meerdere mensen alles in één product belegd hadden. Dat zie je haast niet meer. Als gevolg van de toegenomen informatie, zijn er bovendien veel gedetailleerdere discussies mogelijk tussen klant en aanbieder. Dat is goed. Maar je ziet dat er in de tien jaar dat Mifid II op de tekentafel heeft gelegen dingen zijn gaan schuiven’.
Afvinkcultuur
Lemmers: ‘In het begin was de intentie echt de belegger beter te beschermen, maar gaandeweg werd de belegger weerbaarder en klonk ook steeds meer het geluid dat de belegger ook een eigen verantwoordelijkheid heeft. Je zag toen binnen de markt een tegenreactie ontstaan. Partijen gingen zich indekken. Er ontstond een afvinkcultuur.’
‘Een advies werd een pakket van 40 pagina’s in plaats van drie A4’tjes. Dat schiet in mijn optiek een beetje door. Zo bezien heeft de regering-Trump best een punt als zij stelt dat we de hele storm aan financiële regelgeving die er na de crisis gekomen is goed moeten evalueren.’
Hoogleraar effectiviteit van regelgeving bij beleggingsondernemingen aan de VU, Tom Loonen, waarschuwde er eerder al voor dat de nieuwe Europese regels voor beleggingsbescherming zo veel verplichtingen tot waarschuwen en informeren bevatten dat het gevaar bestaat dat de klant juist niet meer luistert.
Ongelezen wegklikken
‘Natuurlijk is waarschuwen goed, maar je kunt ook doorschieten. Dan kunnen mensen onnodig in paniek raken of juist murw worden voor alle waarschuwingen en ze ongelezen wegklikken’, is de boodschap van Loonen.
Loonen, die tevens directeur Wealth Management Services is bij Insinger de Beaufort, wees bijvoorbeeld op de regel uit Mifid II die stelt dat vermogensbeheerders particuliere beleggers moeten informeren als hun beleggingsportefeuille gedurende een verslagperiode 10 procent gedaald is ten opzichte van het begin van deze periode.
Dit moet direct op de werkdag waarop dit gebeurt. Heeft een belegger derivaten in zijn portefeuille dan moet niet alleen gewaarschuwd worden als de hele portefeuille 10 procent in waarde is afgenomen, maar ook als een individueel derivaat met dit percentage daalt. Keldert de portefeuille of een derivaat vervolgens opnieuw 10 procent dan moet er weer gewaarschuwd worden.
Hij vindt de grens waarbij gewaarschuwd moet worden arbitrair. ‘Waarom dit percentage is aangehouden is mij onduidelijk. Een percentage dat past bij de omstandigheden van het geval zou passender zijn.’ De vraag is bovendien hoe klanten reageren op een bericht dat hun portefeuille substantieel minder waard is geworden, zegt Loonen. ‘Het kan zijn dat ze in paniek raken, hun beleggingshorizon uit het oog verliezen en in één keer alles willen verkopen. Meestal handel je dan op het verkeerde moment.’
Een tweede mogelijke reactie is dat ze hun bankier bellen en vragen: wat denk jij? Komt het nog goed? ‘De bankier wordt dan verleid allerlei voorspellende uitspraken te doen over de koersontwikkeling, terwijl we allemaal weten dat de waarde van dit soort voorspellingen maar beperkt is. Hier wilden we juist vanaf.’
De derde en de meest wenselijke reactie is volgens Loonen dat een klant verstandig met de informatie omgaat en rationeel bekijkt in hoeverre het nu nodig en mogelijk is bij te storten, zijn verwachtingen naar beneden bij te stellen, zijn risicoprofiel te herijken of gewoon even niks te doen omdat hij nog op koers ligt om zijn doelstellingen te halen.
Een klant is meestal alleen in staat tot het derde type reactie als de vermogensbeheerder niet sec mededeelt dat er sprake is van een daling, maar ook achtergrondinformatie geeft over het hoe en waarom van de daling, hoe vaak er dergelijke dalingen voorkomen et cetera, en vervolgens inzicht geeft in wat dit betekent voor de kans dat de eerder gestelde doelstellingen binnen de daarvoor gestelde termijn gehaald worden.
Het hellende vlak
De vraag is in hoeverre banken en vermogensbeheerders dit zullen doen, zegt Loonen. Er staat nergens dat het moet en het is bovendien ICT-technisch ingewikkeld. ‘Achtergrondinformatie geven over de daling zal nog wel lukken, maar ook alle persoonlijke consequenties en opties beschrijven wordt een stuk ingewikkelder.’
Gebeurt dit niet, dan kan er een wereld ontstaan waarin beleggingsondernemingen zich kunnen verschuilen achter alle waarschuwingen die ze doen: Ik heb je toch gewaarschuwd? — terwijl de klant zich hier misschien onvoldoende van bewust is.
Gert Luiting van de AFM erkent dat Mifid II qua operations echt een gigantisch project is. ‘Natuurlijk loop je dan het risico op “ticking the box”, maar wij proberen toch echt wel te benadrukken dat het gaat om de geest van de wet, en die is dat de beleggersbescherming omhoog moet. Wij zullen daar als gedragstoezichthouder op toezien.’