China besteedt tussen 2016 en 2020 meer dan 5,5 biljoen renminbi (715 miljard euro) aan milieumaatregelen, meer dan enig ander land. Toch vertalen die enorme investeringen zich nog niet echt in interessante beleggingsmogelijkheden in het land zelf. Fondsmanager Yi Du van het Pictet Environmental Opportunities (GEO) legt uit waarom.
‘De milieu-investeringen van de Chinese overheid vinden vooral plaats in de vorm van subsidies. Een voorbeeld zijn accu’s voor elektrische auto’s. De subsidie hierop wordt de komende jaren afgebouwd, en het is lastig te beoordelen of zulke bedrijven het ook zonder subsidie gaan redden’, legt Du uit.
Overheidsinterventie
In andere segmenten van de markt voor duurzame beleggingen, zoals de productie van duurzame energie, vindt daarnaast veel overheidsinterventie plaats. ‘De Chinese regering oefent druk uit op nutsbedrijven om de energieprijzen te verlagen. Vroeger was er een nationale garantieprijs voor elektriciteit uit duurzame bronnen, maar in de toekomst mogen provinciale regeringen die prijzen vaststellen. De verwachting is dat die tarieven omlaag gaan om de economische vertraging tegen te gaan. Maar dat kan slecht nieuws betekenen voor beleggers in die bedrijven.’
Toch heeft Pictet GEO wel degelijk blootstelling naar China, benadrukt Du. ‘In China vinden we weinig bedrijven met voldoende rendementspotentieel, maar er zijn ook veel buitenlandse bedrijven actief in China waar we wel in beleggen. De inkomsten van de bedrijven in onze portefeuille komen voor ongeveer een kwart uit de opkomende markten. En het merendeel daarvan komt uit China.’
Voorbeelden van westerse bedrijven in de portefeuille die relatief veel omzet uit China halen zijn het Franse Veolia Environment, actief in afval-, water en energiemanagement, en het Amerikaanse biotechnologiebedrijf Thermo Fisher.
Mixed ownership
De directe allocatie naar China bedraagt op dit moment minder dan 2 procent van de portefeuille. Gevraagd naar een kansrijk Chinees bedrijf waarin is belegd, licht Du Beijing Enterprises Water (BEW) uit, China’s grootste beursgenoteerde waterzuiveringsbedrijf. Dit is een van de weinige Chinese bedrijven die minimaal 20 procent van hun omzet of winst halen uit milieugerelateerde producten en diensten (een eis voor opname in het fonds) en daarnaast deels in eigendom is van de staat. De gemeente Peking is grootaandeelhouder, maar daarnaast is een ‘groot deel’ van de aandelen in handen van het management. Een ideale combinatie, vindt Du.
‘Mixed ownership zien we als een groot voordeel’, stelt Du. ‘BEW verzorgt de drinkwatervoorziening voor Peking en zuivert daarnaast onder meer ook afvalwater voor industriële bedrijven. Dat de gemeente Peking achter het bedrijf zit, maakt het makkelijker om grote contracten te winnen omdat dit klanten vertrouwen inboezemt.’
Tegelijkertijd is het bedrijf volgens Du toch voldoende marktgericht omdat een groot deel van de aandelen in handen is van het management. ‘Dit zorgt ervoor dat de belangen van het bedrijf en het management synchroon lopen, en er weinig risico bestaat dat het bedrijf bijvoorbeeld om politieke redenen investeert in niet-rendabele projecten.’
400 bedrijven
Wereldwijd heeft Pictet AM ongeveer 400 beursgenoteerde bedrijven geïdentificeerd die minimaal 20 procent van hun omzet of winst uit ‘environmental solutions’ halen, en die dus in aanmerking komen voor opname in het Pictet GEO fonds. De fondsmanagers zien op dit moment de meeste kansen in bedrijven die met intelligente technologie en software andere ondernemingen helpen hun milieubelasting terug te brengen.
Pictet heeft dit soort bedrijven ondergebracht in een aparte categorie, genaamd dematerialized economy. ‘We bedoelen er bedrijven mee die helpen om activiteiten die nu nog fysiek worden uitgevoerd, zoals het testen van nieuwe machines of auto’s, te digitaliseren.’ De afgelopen drie jaar vertoonde de categorie een gemiddelde omzetgroei van 7,9 procent.
Software
Voorbeeld van dematerialized economy bedrijven zijn de Amerikaanse ondernemingen Autodesk en Ansys. Dat zijn meteen ook de twee grootste posities in het fonds. Beide bedrijven zijn gespecialiseerd in ‘engineering simulation’. ‘Ze helpen bijvoorbeeld autofabrikanten bij de ontwikkeling van nieuwe modellen. Voorheen moesten die bedrijven prototypes bouwen om te testen, maar met behulp van software kan dat nu allemaal digitaal. Daardoor kan het gebruik van grondstoffen en energie enorm worden teruggebracht’, legt Du uit. Pictet GEO houdt al meer dan vijf jaar een positie in Ansys, maar heeft die recent fors uitgebreid. Op dit moment is het de op een na grootste positie in de portefeuille.
Een ander segment waar Du kansen ziet zijn bedrijven die gespecialiseerd zijn in het monitoren en bestrijden van luchtvervuiling. Vooral in opkomende markten groeit de markt hiervoor hard. ‘Onder meer in China wordt steeds meer geld uitgegeven aan milieubescherming waardoor de vraag naar bijvoorbeeld meetapparatuur en luchtfilters hard toeneemt.’ Alleen zijn het voorlopig vooral buitenlandse bedrijven die hiervan profiteren. Zoals het Amerikaanse Agilent. ‘Dat groeit de laatste jaren hard in China door de sterke vraag vanuit vervuilende bedrijven naar hun testapparatuur’, aldus Du. De handelsspanningen tussen de VS en China hebben volgens hem tot nu toe geen significant negatief effect op Amerikaanse bedrijven in de Chinese markt.