
Opkomende landen stellen dit jaar teleur: de beleggingsresultaten blijven achter bij die van ontwikkelde landen. De assetcategorie worstelt vooral met een ijzige wind uit Washington. Maar het vriest niet overal.
Aandelen uit emerging markets blijven dit jaar tot nu toe ver achter bij Europese en Amerikaanse aandelen. Valutacrises in Turkije en Argentinië zorgden voor volatiliteit, handelsspanningen tussen China en de VS gaven een brede tegenwind. De toonaangevende MSCI Emerging Markets leverde dit jaar in euro’s 13 procent in (stand per 15 oktober).
De klappen vielen hard in onder meer Turkije (-43 procent), Griekenland (-29 procent), Zuid-Afrika (-27 procent), Indonesië (-22 procent) en China (-17 procent). Beleggers in opkomende landen zijn wel wat volatiliteit gewend, maar een verlies van 13 procent op een breed gespreide portefeuille doet niet alleen zeer, het roept ook de vraag op: wanneer eindigt de rit omlaag?
Amerika
De tegenwind is een Amerikaanse: ‘De groeiende tendens naar protectionisme onder president Trump, de stijgende rente en de sterke dollar’, stelt Maarten-Jan Bakkum, emerging markets-specialist van NN Investment Partners.
De stijgende Amerikaanse rente, in combinatie met de sterke dollar, trekt kapitaal weg, naar de VS. Dit drukt op de valuta van opkomende landen, waarmee de positie tegenover de dollar verder verzwakt. ‘Dat is het verhaal dit jaar en deze ontwikkeling zet waarschijnlijk door’, aldus Bakkum.
Niet elke opkomende markt krijgt een even grote kater van de Amerikaanse cocktail. ‘Een deel van de landen heeft netjes in lijn gepresteerd met Europese markten. Het is dus een kwestie van niet alles te kopen wat er is’, aldus Bakkum. Landen als Peru, Mexico, Thailand en Rusland bleven goed overeind.
Fragile five
De vijf kwetsbaarste landen zijn volgens Bakkum: Turkije, Indonesië, Brazilië, Zuid-Afrika en Argentinië. Het is vooral de afhankelijkheid van buitenlands kapitaal wat deze landen parten speelt. In 2013, toen de ‘taper tantrum’ opkomende beurzen een bloedneus gaf, zat India nog in deze ‘fragile five’, maar het land heeft sindsdien orde op zaken gesteld en is volgens Bakkum inmiddels vervangen door Argentinië.
Hoewel de ‘fragile five’ grote risico’s vertegenwoordigen, adviseert Bakkum ze niet blindelings op een zwarte lijst te zetten. ‘Binnenlandse ontwikkelingen zouden wel eens dominanter kunnen zijn dan wereldwijde trends. Kijk naar de Braziliaanse verkiezingen. Als die inderdaad uitmonden in hervormingen, zou je als belegger hier wel eens een goede markt aan kunnen hebben.’
Kansen voor waardebeleggers
Bakkum ziet ook kansen voor waardebeleggers. ‘Argentinië heeft het zo hard voor de kiezen gekregen dat de bodem niet veraf meer is.’ Landen als Vietnam en Taiwan zouden kunnen profiteren van het conflict tussen China en de VS als ze weggevallen exportmogelijkheden van China overnemen.
Emerging markets-belegger Comgest vult de fondsportefeuilles op basis van een selectie van bedrijven. ‘Een actieve landenallocatie hebben we niet. Daarop kun je ook behoorlijk stuklopen als je de verkeerde keuzes maakt. We kijken natuurlijk wel uit het raam. Naar de macro-economische ontwikkelingen in landen waar we belangen hebben’, stelt Lodewijk van der Kroft, partner bij Comgest Benelux. ‘Een mooi huis in een slechte buurt is nog steeds een probleem.’
Comgest heeft zich volgens Van der Kroft al enige tijd geleden grotendeels teruggetrokken uit Turkije. ‘In Zuid-Afrika hebben we nog een relatief groot belang. Maar daar moeten echt de nodige hervormingen worden doorgevoerd. Het is de vraag of de regering bereid is die pijn te nemen.’
Hoe Comgest met de huidige volatiliteit in opkomende markten omgaat? ‘Door bedrijven te selecteren die minder gevoelig zijn voor het eb en vloed op de kapitaalmarkten en minder zwaar gefinancierd zijn met vreemd vermogen.’
Slaafs de landenallocatie van een index volgen, is volgens Van der Kroft geen goed idee. Passieve beleggers doen echter niet anders en ook veel actieve beleggers kijken met een schuin oog naar de index omdat ze met klanten een lage tracking error zijn overeengekomen.
‘Besef goed dat de MSCI Emerging Markets-index een vergaarbak is van rijp en groen. Van landen die grondstoffen importeren, en zij die exporteren. Zij die olie produceren en landen die voor hun olie van anderen afhankelijk zijn. Wat heeft een land als Zuid-Afrika met Pakistan te maken? Niets. Toch zitten ze in hetzelfde mandje.’
Olieprijs
Maakt de hoge olieprijs olieproducerende opkomende landen een betere keuze? Niet echt, meent Van der Kroft: ‘Wij beleggen in bedrijven en niet in landen. Vraag en aanbod van olie zijn dermate onvoorspelbaar dat wij niet goed in staat zijn om voor bedrijven in deze sector winsttaxaties voor de komende vijf jaar te maken. Dat maakt een goede bedrijvenselectie heel lastig.’
Comgest heeft hierdoor nauwelijks exposure naar grondstoffen of olie. Van der Kroft: ‘Zouden we wel vanuit een visie op olie beslissingen nemen, dan zou ik eerder zeggen dat met $ 80 per vat de olieprijs eerder aan de hoge kant is.’
Ook Bakkum wijst op de onvoorspelbaarheid van de olieprijs. ‘Olie zou nog iets op kunnen lopen, maar veel convictie heb ik daar niet op.’ Op een andere manier is olie zeker een thema, stelt Bakkum. Een hoge olieprijs is voor sommige, olie-importerende opkomende markten een probleem. ‘Een oplopende olieprijs zorgt voor inflatie en dat kan beleggers, die jarenlang van een vrij stabiele geldontwaarding in opkomende landen hebben geprofiteerd, nerveus maken.’
Bakkum geeft Indonesië als voorbeeld, waar is besloten weer subsidie op brandstof te geven. ‘Geen goed signaal naar beleggers, een dergelijke garantie leidt tot onzekerheid over het begrotingstekort. Het zegt ook iets over de komende verkiezingen in het land; die worden spannend.’
Met volgend jaar ook verkiezingen in India, Polen en Argentinië – die positief of negatief kunnen uitpakken – krijgen beleggers in emerging markets voorlopig weinig rust.