Zijn aandelen van grote techbedrijven als Alphabet (Google) of Alibaba te duur? Niet volgens Mark Phelps van het W.P. Stewart Holdings Fund.
Na de sterk gestegen koersen - Alphabet en Amazon gingen onlangs door de grens van 1000 dollar per aandeel - maken sommige beleggers zich zorgen over de waarderingen van grote techbedrijven in de VS maar ook daarbuiten. Eerder deze maand kregen ze rake klappen op de beurs.
‘Geheel rationeel’ dat sommige, meer op de korte termijn gerichte beleggers hun winst verzilveren na de hoge rendementen year-to-date, zegt Phelps, die in Amsterdam aanwezig is voor het jaarlijkse seminar van de fondsboutique die enkele jaren geleden werd ingelijfd door AllianceBernstein. De negatieve koersuitslagen worden mogelijk versterkt door de sterk toegenomen automatische handel.
Maar het is allemaal niks om je als lange termijn belegger zorgen over te maken. ‘Beleggers doen er goed aan zich niet te laten leiden door wat de koers recent of zelfs de afgelopen jaren heeft gedaan, en zouden in plaats daarvan moeten kijken naar de toekomstige waarde die het bedrijf vertegenwoordigt.’
Groei onderliggende winst
Dat klinkt logisch, maar hoe bepaal je de waarde van een bedrijf? De belangrijkste maatstaf die W.P. Stewart daarvoor hanteert is de onderliggende winst. Die moet consistent groeien. Dat bepaalt namelijk voor het grootste deel het rendement voor beleggers, benadrukt Phelps.
Dus dat de koers van Alibaba bijna verdubbeld is sinds de beursgang in september 2014, is niet zorgwekkend als je beseft dat de omzet door het dak gaat met dit jaar zo’n 45 procent groei. De verwachte winstgroei voor de komende vijf jaar bedraagt volgens Phelps circa 18 procent per jaar bij een voorwaartse koers-winstverhouding van ongeveer 25.
Ook voor Alphabet betalen beleggers op dit moment ‘slechts’ 21 keer de verwachte winst per aandeel, die voor de komende vijf jaar circa 15,5 procent per jaar zal groeien.
De groei moet wel duurzaam zijn, want Phelps kent uiteraard de ‘Wet van de grote cijfers’. ‘De groei zit niet zozeer in het marktaandeel bij deze bedrijven, als wel van de markt waarin ze actief zijn. Zoals de groei van de online advertentiemarkt in het geval van Google of Facebook.’
Issues met Snap
Er zijn echter grote techbedrijven waar wel degelijk vraagtekens bij de waardering gezet kunnen worden. Met Snap (Snapchat) onder andere heeft hij een aantal ‘issues’.
Daar hebben beleggers geen enkele zeggenschap in het bedrijf - volgens Phelps een nieuwe trend. Ook verwacht het bedrijf de komende drie jaren geen winst te maken en worden de innovatieve ideeën gekopieerd door concurrenten als Instagram.
Elke vergelijking met de internetbubbel van eind jaren negentig gaat echter mank, omdat waarderingen van soms meer dan 100 keer de winst (als er al winst gemaakt werd) nu niet meer aan de orde zijn.
Belang van online
De fondsmanager, die samen met Jim Tierney ook twee concentrated portfolio’s (US en Global) voor AB beheert, belegt veel breder dan alleen in techbedrijven, maar stelt dat het succesvol gebruik maken van technologie bij steeds meer traditionele bedrijven van doorslaggevend belang is.
‘Bedrijven die (ook) online succes boeken zijn steeds vaker de winnaars op de beurs’, aldus Phelps. ‘Het gaat er dus om de bedrijven te vinden die het best met technologische disruptie omgaan, of daarvoor zelf verantwoordelijk zijn.’