Deze zomer maakte Willem Schramade bekend verder te gaan als zelfstandig ondernemer met de Sustainable Finance Factory. Fondsnieuws vroeg hem naar de missie ‘Making societal value visible’, de integratie van duurzaamheid in financiële analyses en zijn afscheid als fondsmanager.
De missie van de Sustainable Finance Factory is ‘Making societal value visible’. Kun je daar meer over vertellen?
‘Veel vormen van maatschappelijke waarde zijn financieel onzichtbaar en blijven daardoor buiten de investeringsbeslissingen. Wij willen hier verandering in brengen door externaliteiten te integreren in de methodes, processen en mindset van beleggers.
Met externaliteiten worden de negatieve en positieve effecten van ondernemen op de omgeving en maatschappij bedoeld. Denk bij negatieve externaliteiten bijvoorbeeld aan tabaksfabrikanten of fossiele brandstoffen, deze zijn nauwelijks beprijsd. Omgekeerd maakt chemiebedrijf DSM producten die de methaanuitstoot van koeien met tientallen procenten kan terugdringen, maar hier wil niemand op dit moment voor betalen.
Veel beleggers denken ten onrechte dat ze deze externe effecten kunnen negeren omdat ze niet beprijsd zijn. Maar het internaliseren heeft juist grote gevolgen voor de verdienmodellen van bedrijven. Dit is al zichtbaar in de auto-industrie met steeds strengere emissie-eisen en technologische ontwikkelingen.
Wij zijn van mening dat beleggers een visie moeten ontwikkelen op de snelheid en mate waarin externaliteiten deel gaan uitmaken van de waarde van bedrijven. Het gaat hierbij om het beantwoorden van vragen als: welke externaliteiten genereert een bedrijf? En hoe groot is de kans dat deze geïnternaliseerd worden en alsnog in de kosten of opbrengsten terecht komen? Met welke mechanismen gebeurt dat?’
Wat versta jij onder integratie van duurzaamheid in financiële analyses?
‘Serieus kijken naar de waardeketen van de onderneming en je afvragen welke duurzaamheidsfactoren het verdienmodel van de onderneming beïnvloeden. Hoe goed is de onderneming voorbereid op verschillende toekomstscenario’s?
Vervolgens ken je daar een waarde aan toe. Als een onderneming een concurrentievoordeel heeft van duurzaamheidsfactoren dan zal dat tot uitdrukking moeten komen in gunstigere schattingen voor omzetgroei, winstgevendheid of kapitaalbeslag in het waarderingsmodel.
Wie hier geen rekening mee houdt, zal telkens weer worden verrast door tegenvallers en meevallers, die je niet specifiek maar wel als patroon had kunnen zien aankomen. Dat valt niet te doen door duurzaamheidsscores aan een model toe te voegen. Maar helaas is dat wel wat de meeste vermogensbeheerders verstaan onder geïntegreerde duurzaamheidsanalyse.’
Wat gaf uiteindelijk de doorslag om je volledig te focussen op de Sustainable Finance Factory en te stoppen als fondsmanager bij NN Investment Partners?
‘Ik wilde al jaren geleden zelfstandig ondernemer worden, maar zag altijd veel redenen om te blijven, want er was steeds wel wat interessants te doen. En het is ook gewoon heel mooi om fondsmanager te zijn, vooral op een nieuw en innovatief product. Maar je wordt ook geleefd door je omgeving. Daardoor kwam ik toch nog te weinig toe aan wat ik het mooiste vind: het ontwikkelen en delen van kennis en methoden.
Dus was ik ’s avonds en in de weekenden nog in de weer met schrijven en onderzoek. Zo’n situatie is niet houdbaar als je een gezin hebt. Ik realiseerde me dat ik moest kiezen: in dienst blijven en gefrustreerd raken of voor mezelf beginnen en wat bijzaken opgeven. Toen was de keuze niet moeilijk meer.’
Op welke manier sluit je werkervaring als belegger aan op wat je nu gaat doen?
‘Als belegger en onderzoeker heb ik geleerd om conceptuele zaken concreet te maken, bijvoorbeeld om grote top-down ontwikkelingen te koppelen aan de operaties van bedrijven en omgekeerd. Zeker over een duurzaam- of impactfonds krijg je zoveel vragen dat je gedwongen wordt je analyses heel expliciet en grondig te maken.
Toen wij begonnen met het impactfonds, kwamen logische vragen naar boven die we aanvankelijk niet konden beantwoorden. Want hoe weet je nou of een bedrijf positieve of negatieve impact heeft? En hoeveel positieve impact bedrijven zijn er eigenlijk? Zijn deze bedrijven winstgevender? Hoe kies je tussen bedrijven met verschillende soorten impact? Die vragen hebben we kunnen beantwoorden door onze eigen methoden en datasets te ontwikkelen. Nu loop ik in opdrachten voor heel andere partijen tegen soortgelijke vragen aan.’
Blijf je naast je drukke bestaan als zelfstandig ondernemer ook nog verbonden aan de Erasmus Universiteit?
‘Juist nog meer. De onderzoeken die ik doe, lopen merendeels via het Erasmus Platform for Sustainable Value Creation. Daar werk ik veel samen met professor Dirk Schoenmaker, met wie ik ook het boek Principles of Sustainable Finance heb geschreven. Door het schrijven van dat boek zijn we op zoveel aanvullende inzichten en vragen gekomen dat we nog voor jaren aan werk voor de boeg hebben.
Daarnaast is het contact met studenten erg leuk en nuttig. De master-studenten zijn nog jong en stellen verfrissende vragen. Maar nog leuker is de driedaagse executive course die we twee keer per jaar geven voor een kleine groep mensen uit de financiële sector: die is heel interactief en we leren veel van elkaars problemen. Die kunnen we dan weer analyseren en aanpakken om zo de transitie te versnellen.’
Hoogleraar Dirk Schoenmaker, met wie Willem Schramada samenwerkt aan onderzoeken naar de waardeketen, zal op 30 september op het Fondsevent spreken over een nieuwe visie op waarde. De 12e editie van het Fondsevent heeft ‘kapitalisme onder vuur’ als thema.
Lees ook: