Marco Willner, hoofd investeringsstrategie NN Investment Partners, heeft een systeem uitgedokterd om zich een weg te banen door de coronacrisis. Hij laat zich daarbij leiden door zeven thema’s waarvan er vandaag twee de markten trekken.
Door onzekerheid navigeren
Zoals iedereen heeft Marco Willner samen met zijn team geprobeerd om met de crisis om te gaan en te zien wat de gevolgen op middellange en langere termijn ervan kunnen zijn. Ze hebben hiervoor een systeem ontwikkeld waarbij aan de hand van zeven thema’s een draaiboek wordt uitgetekend zodoende te achterhalen ‘waar we ons bevinden’. Om alles beter te kunnen plaatsen heeft de strateeg voor de komende twee jaar de bakens uitgezet aan de hand van twee scenario’s: een snel herstel, het best mogelijke scenario, en een grote stagnatie, het slechts mogelijke scenario. ‘Tussen deze twee extremen zullen we navigeren en het is aan ons om aan de hand van de zeven thema’s de komende twee jaar te kunnen inschatten. Twee daarvan geven momenteel het positieve scenario een duwtje in de rug: monetaire stimuleringsmaatregelen van de centrale banken en de huidige budgettaire impulsen van de overheid terwijl ze de lockdownmaatregelen afbouwen. Deze maatregelen monitoren we regelmatig op basis van omvang, timing en effectiviteit.’
Daarnaast zijn er volgens het systeem van Willner vijf thema’s die het negatieve scenario zullen ondersteunen indien ze in de verkeerde richting evolueren. ‘Ten eerste is er de vraag of er een tweede coronagolf zal ontstaan. Ten tweede vergroot de enorme groei van overheids- en bedrijfsschulden de kans op een schuldencrisis. Voorlopig zijn beleggers gerustgesteld door het geplande EU-herstelfonds en de ruime liquiditeit op de wereldwijde markten.’ Ten derde stipt Willner aan dat een nieuwe geopolitieke orde tot deglobalisering kan leiden. ‘Vandaag zijn we op de slechte weg want de twee economische grootmachten, China en de VS zitten constant in elkaars haar. Ten vierde is het de vraag of het huidige herstel de wereldeconomie weer op het groeipad van voor de corona-uitbraak zal brengen of dat de economische activiteit op een lager niveau zal blijven. Het vijfde risico is dat de financiële markten terugvallen in de crisismodus van medio maart.’
Wat geeft het systeem vandaag aan?
Al bij al staan we er volgens Marco Willner vandaag relatief goed voor ook al zorgde een recente toename van het aantal COVID-19-besmettingen in de VS en China voor correcties op de aandelenmarkten. ‘Belangrijk wordt of de leidende economieën weer in lockdown zullen gaan. Gelukkig hebben overheden reeds kunnen vaststellen dat dit een dure aangelegenheid is en verkiezen ze nu plaatselijke en kleinere ingrepen om de situatie de baas te kunnen,’ legt de strateeg uit.
Maar op het vlak van steunmaatregelen zit het goed, zegt hij zonder verpinken. ‘In Europa zijn de overheden vrij goed met de crisis omgegaan en de fiscale stimuluspakketten waren van groot belang, zoals in Duitsland. Daarnaast lijken de ingrepen van de centrale banken rechtstreeks uit het draaiboek van de grote financiële crisis te komen. In de vuurlinie staan trouwens grotendeels dezelfde politici en centrale bankiers van dezelfde generatie als toen. Ze weten dus waar de klepel hangt.’ En hij is niet bevreesd dat ze aan het einde van hun latijn zijn. ‘Centrale bankiers kunnen meer activa opkopen en kunnen creatiever zijn hoe ze liquiditeit naar de markt brengen. Ze kunnen het echter niet alleen doen, ook overheden moeten hun duit in het zakje doen.’
Over de andere vier mogelijk negatieve factoren maakt hij zich evenmin zorgen. ‘De hoge schulden hebben vandaag nog niet voor problemen gezorgd. Daarnaast kent de economie een V-herstel, dus dat is gunstig. Als die heropleving zou vastlopen dan zijn er wel risico’s voor de aandelenmarkten. Dat is een punt om in het oog te houden. En de financiële markten functioneren naar behoren: er kan geld worden opgehaald, er zijn beursintroducties, enzovoort. De globalisering staat wel onder druk, zeker nu de spanningen tussen de VS en China opnieuw opflakkeren, maar beide hebben er vandaag weinig belang bij om het twist op de spits te drijven.’
10 jaar verder kijken
Tegelijkertijd kijkt Willner ook verder in de tijd en schuift voor de komende 10 jaar vier mogelijke tendensen naar voor, hij noemt ze paradigma’s. De eerste tendens is het uiteenvallen van de wereld in verschillende economische en politieke regio’s met een achteruitgang van de globalisering tot gevolg. ‘Op veel plaatsen zit vrijhandel en liberalisering stilaan in het verdomhoekje en dit kan onderhuids voor heel wat economische gevolgen zorgen,’ geeft hij aan. De tweede verschuiving zou kunnen zijn dat ontwikkelde economieën hun schuldniveaus nog verder opdrijven en grootschalige investeringsprogramma’s doorvoeren. Dit zou tot een hogere groei kunnen leiden maar ook kunnen uitmonden in een verlaging van kredietratings en een nieuwe schuldencrisis.
Ten derde zouden nieuwe technologieën en (duurzame) businessmodellen tot een decennium van hoge groei moeten leiden. En ten slotte bestaat de kans dat inflatie in de ontwikkelde economieën tot niveaus zullen stijgen die niet meer zijn gezien sinds de jaren ’70. ‘Deze vier zijn grote verschuivingen die niet meteen zichtbaar zijn maar op lange termijn de wereld enorm kunnen hertekenen,’ besluit Willner.