Het NN First Class Multi Asset fonds is sinds midden februari van een positie van 37 procent in aandelen, gedoken naar 10 procent. In de historie van het fonds maakte het team wel vaker dergelijk grote bewegingen, maar niet in zo’n extreem korte tijd.
Dat zegt Niels de Visser, senior portfoliomanager van het fonds, in een gesprek met Fondsnieuws. Tegelijkertijd voegde De Visser samen met de andere fondsbeheerders bescherming toe in de vorm van Amerikaanse en Duitse staatsobligaties, bouwden zij de rentegevoeligheid op van één naar vijf jaar, kochten ze goud ter bescherming en bouwden ze het kredietrisico wat af.
‘Opgeteld een grote draai’, beaamt De Visser. ‘Van een gematigd positieve positionering, zijn we naar een defensieve positionering gegaan tussen midden februari en 9 maart.’
De stand van zaken op de markten die De Visser maandag omschrijft als een ‘duidelijk nog heel onzekere situatie’, is er dan ook een waarin beleggers heen en weer worden geslingerd. ‘Aan de ene kant is er meer slecht nieuws rondom corona-besmettingen en over de invloed ervan op de reële economie. Aan de andere kant is er nieuws rondom fiscale maatregelen van overheden en steunpakketten van centrale banken. Dat leverde vorige week gigantische volatiliteit op, van dag tot dag maar ook intraday. En net toen er aan het einde van de week wat meer kalmte leek te ontstaan op de beurzen, moesten beleggers dit weekend teleurstelling verwerken nadat het gehoopte Amerikaanse fiscale pakket aan maatregelen er niet kwam.’
Andere indicatoren
Aan het begin van die heftigheid, op wat een Black Monday zou worden op 9 maart, rondde het multi asset team van NN IP zijn grote draai af. De Visser: ‘Normaal gesproken maken we dergelijk grote bewegingen langzamer en alleen op verwachte cyclische veranderingen. Maar deze bewegingen gaan zó snel, dat er nog geen data beschikbaar is om vast te kunnen stellen hoe de economie er precies voorstaat. Dan moet je afgaan op andere indicatoren.’
De fondsbeheerders leunen in gevallen als deze daarom ook op een tool die het kortetermijnsentiment in de markt meet. De Visser: ‘Indicatoren die niet direct uit de markt zelf komen, maar ideeën meten óver de markt. De tool destilleert een positieve of negatieve trend uit buzzwoorden rondom bijvoorbeeld een bepaald bedrijf of een markt op sociale media en officiële media als kranten. Deze indicatoren, die een voorspellende waarde blijken te hebben, gaven begin maart bijvoorbeeld een verslechtering aan. Daar hebben we op gehandeld.’
Positief: al veel herpositionering
Voor de beurzen uitbodemen en de situatie weer verbetert, is volgens De Visser aanhoudend goed nieuws nodig. Zowel op het gebied van fiscale maatregelen als rond de coronabesmettingen. Maar ook dán verwacht hij niet zonder meer hoge winsten. ‘We bekijken het van dag tot dag, maar we hebben wel echt zorgen over de economie. Waar we eerder nog uitgingen van een technische recessie, vrezen we nu voor een echt stevige recessie. Er kunnen potentieel nog verschillende negatieve verrassingen komen, rondom bedrijfswinsten en -faillissementen en rondom arbeidsmarktcijfers. ‘Het positieve is dat er al veel herpositionering heeft plaatsgevonden. De technische indicatoren wijzen erop dat in Europa de aandelenmarkt al behoorlijk oversold is, in de VS zijn de risico’s nog wat hoger.’
Een eerste stapje heeft het team dan ook weer gemaakt, de aandelenpositie is afgelopen vrijdag verhoogd van 10 procent naar 15 procent ten behoeve van wereldwijde aandelen. De Visser: ‘Voornamelijk op basis van kwalitatieve informatie rondom centrale banken. De technische indicatoren geven ook aan dat je weer een beetje risico zou kunnen opbouwen. Maar de onzekere omgeving blijft, dus we blijven voorzichtig.’
Japan
Een specifieke regio- of sectorvoorkeur heeft het team vooralsnog niet als het gaat om aandelen. De Visser: ‘Door het aankoopprogramma van de Bank of Japan zou je kunnen stellen dat Japanse aandelen iets aantrekkelijker zijn, maar aangezien de correlatie in de markten momenteel hoog zijn, zullen alle regio’s profiteren bij een herstel. Misschien de cyclische aandelen wat meer, omdat die de hardste klappen hebben gehad.’
De stappen van het beleggingsteam hebben niet kunnen voorkomen dat het rendement van het fonds met een grootte van 1 miljard euro een flinke knauw heeft gehad, net zoals dat van concurrenten. Het gaat om een rendement van -7,8 procent (eind 19 maart) sinds begin van dit jaar, over 2019 was het rendement +5,15 procent. ‘Onze agressieve beweging is heel goed geweest, maar met de kennis van nu zou je kunnen stellen dat we nóg agressiever hadden moeten zijn.’