Gedekte obligaties of covered bonds maken deel uit van een vaak over het hoofd gezien segment van obligaties. Daar zou weleens verandering in kunnen komen nu steeds meer landen buiten Europa werken aan een wetgevend kader om de uitgifte van gedekte obligaties mogelijk te maken.
Dat zegt Henrik Stille, beheerder van verschillende obligatiefondsen bij Nordea Asset Management, in een interview met Investment Officer. Tot nu toe waren gedekte obligaties bijna een uitsluitend Europees fenomeen.
‘Het totale aantal emissies zal verder toenemen, wat voor ons meer diversificatiemogelijkheden biedt. Er komen immers ook steeds meer nieuwe banken aan boord.’
De ontwikkeling gaat snel. Waar gedekte obligaties in 2008 nog bijna uitsluitend verkrijgbaar waren in Scandinavische landen, Frankrijk, Duitsland en Spanje, staat het aantal uitgevende landen tegenwoordig op dertig. Stille: ‘Daardoor zijn uitgiftes in een groeiend aantal munten te krijgen. En meer landen, emittenten en munten, betekenen voor ons meer kansen.’
Logisch aangezien het een categorie is waar hij zelf in belegt, maar Stille roemt ook in brede zin de gunstige kenmerken van gedekte obligaties, die ook wel Pfandbriefe worden genoemd. En dan vooral vanwege het feit dat deze - anders dan gewone obligaties - een dubbele bescherming hebben. De houder heeft enerzijds een vordering op de emittent en als die niet aan zijn verplichtingen kan voldoen, heeft hij anderzijds een extra verhaal op de hiervoor aangeduide activa. Meestal is dit een portefeuille aan hypotheken van particulieren en bedrijven van hoge kredietwaardigheid.
Prestaties tijdens crisis
De beheerder wijst er bovendien op dat tijdens het hoogtepunt van de coronacrisis, gedekte obligaties niet tot nauwelijks zijn teruggevallen, terwijl Europese bedrijfsobligaties met een hoge kredietrating meer dan 5 procent verloren en hoogrentende Europese bedrijfsobligaties zelfs zo’n 20 procent. ‘In meer dan 200 jaar dat de markt van Europese gedekte obligaties bestaat, is er nooit een mislukking te noteren geweest. De coronacrisis bracht hier geen verandering in, omdat in tegenstelling tot de crisis van 2008, de banken deze keer niet de oorzaak van de inzinking waren. Voor andere obligatiecategorieën en bepaalde types van emittenten is het plaatje wel gewijzigd en is het risico op een toename van het aantal dubieuze debiteuren weldegelijk toegenomen.’
Stille roemt de sterke neerwaartse beveiliging en lage risicofactor van de categorie, net als de beperkte volatiliteit en het potentieel dat dit papier meebrengt om de portefeuille extra te diversifiëren. Hij oordeelt tenslotte dat dit marktsegment zeer liquide is, hoewel dat met 2,6 miljard euro aan uitstaand papier wel mee lijkt te vallen. Maar, er is ook sprake van een stijgend aantal emittenten.
ECB helpt een handje
De Nordea-beheerder duidt daarnaast ook de Europese Centrale Bank als extra stabiliserende factor aan. ‘De ECB begon net nadat de crisis toesloeg, gedekte obligatie op te kopen. Centrale banken hebben uit de vorige crisis geleerd dat het beter is om snel in te grijpen en de ECB was één van de betere leerlingen in tegenstelling tot de Canadese centrale bank die naliet snel in te grijpen waardoor de spreads en de verliezen op Canadese gedekte obligaties hoger dan gemiddeld zijn opgelopen.’
Stille wijst erop dat de ECB in 2020 voor meer dan 100 miljard euro aan gedekte obligaties zal kopen tegenover 40 en 20 miljard in respectievelijk 2018 en 2019. De laatste keer dat dat gebeurde, stamt uit 2015. En ook in 2021 zal de ECB flink inslaan, waarmee de centrale bank deze markt voor een langere periode blijven ondersteunen.
Obligatiebeheerder Stille is niet blind voor het feit dat de ECB ook massaal bedrijfs- en staatsobligaties opkoopt, maar noemt als verschil dat het percentage van mogelijke wanbetalingen in die categorie hoger blijft dan voor de crisis en dat bij gedekte obligaties niet het geval is.