Nordea Asset Management heeft net zijn eerste duurzaamheidslabels gekregen van Febelfin, met name voor zijn thematische ecologische strategie die onlangs zijn tiende verjaardag vierde.
Nordea 1 - Global Climate and Environment is een van de beste fondsen gespecialiseerd in klimaatverandering die worden gecommercialiseerd in België. De performance staat bovenaan het klassement van ecologische fondsen op zowat alle looptijden. Het trackrecord gaat al meer dan tien jaar terug. Het fonds heeft bij Morningstar vijf sterren en de activa onder beheer bedragen meer dan 2 miljard euro. Het fonds heeft begin november ook een duurzaamheidslabel van Febelfin gekregen. Die onderscheiding komt bovenop het rendement van meer dan 35 procent sinds het begin van dit jaar.
Rendabele oplossingen
Onlangs hadden we de gelegenheid om te spreken met Thomas Sørensen, cobeheerder van het fonds Nordea 1 - Global Climate and Environment sinds de oprichting in 2008. ‘Na een moeilijker jaar 2018 hebben de sectoren die blootgesteld zijn aan klimaatverandering dit jaar een herstelbeweging ingezet.’ Hij onderstreept bovendien dat hoewel de uitlatingen van de Amerikaanse president beleggers al enkele maanden in onzekerheid doen leven, de verschillende Amerikaanse staten massaal blijven investeren in de ontwikkeling van zonne- en windenergie.
Hij is van mening dat beleggingen in deze bedrijven veel gemakkelijker zijn geworden, omdat ze over het algemeen winstgevend zijn en gepositioneerd zijn in sterk groeiende sectoren. ‘Onze ambitie is om een product voor te stellen dat verder gaat dan beleggen in hernieuwbare energie.’ In dat opzicht zal het fonds in dit segment doorgaans zeer weinig beleggen (rond de 5 procent), omdat het gaat over een vaak zeer volatiele activiteit die afhankelijk is van overheidssubsidies.
Rendabiliteit
Thomas Sørensen zal dus inzetten op bedrijven die economisch winstgevend zijn, en die concrete oplossingen voorstellen voor de strijd tegen de klimaatverandering. ‘We denken dat de bedrijven die we aanhouden in de portefeuille nog een aanzienlijk potentieel hebben.’ De Scandinavische beheerders staan bekend om hun selectie van aantrekkelijke bedrijven die nog onbekend en onbemind zijn door de markt.
Zo onderstreept hij de aantrekkelijke kenmerken van een bedrijf zoals het Deense Grundfos. Dat bedrijf ontwikkelt software waarmee het energieverbruik bij het oppompen van water kan worden verminderd. Die activiteit verbruikt op wereldschaal een groot deel van de geproduceerde energie. ‘Dankzij de activiteiten van dit bedrijf kunnen elk jaar zowat twintig steenkoolcentrales worden uitgefaseerd.’ Andere namen die hij wel kan waarderen, zijn bijvoorbeeld de producent van ovens Rational. ‘Dit bedrijf maakt het mogelijk om de energiebehoefte in grootkeukens met 70 procent te verlagen’. Dan is er nog de producent van turbines voor windmolens Vestas, of Trimble, ‘waardoor landbouwers efficiënter kunnen werken door rationeler om te gaan met pesticiden, en waardoor ze minder over het veld moeten rijden.’
Aantrekkelijke sectoren
In de praktijk zal de portefeuille beleggen in zowat vijftig bedrijven, met een beleggingshorizon van twee tot drie jaar. Zowat 50 procent van de activa onder beheer is momenteel belegd in energie-efficiëntie, en 45 procent in de bescherming van het milieu. Dat gedeelte is de afgelopen jaren fors toegenomen. ‘Vandaag vinden we in dat segment veel meer opportuniteiten terug, met name in bedrijven die actief zijn in groene consumptie. We denken bijvoorbeeld aan leveranciers van natuurlijke ingrediënten zoals Kerry Group, Symrise en DSM’.
Hij ziet ook potentieel in bedrijven die actief zijn in de digitale revolutie die momenteel aan de gang is in de bouwsector, die historisch gezien ‘een van de slechtste economische domeinen is geweest, waarin amper geld kon worden verdiend, ongeacht het economische klimaat.’ Een bedrijf zoals het Amerikaanse Autodesk zorgt vandaag voor een revolutie in de sector, omdat het mogelijk maakt om de bouw van nieuwe fabrieken zodanig te ontwerpen dat ze op ecologisch vlak zeer ecologisch zijn. ‘Het potentieel in dit segment blijft bijzonder aanzienlijk.’