De Amerikaanse Nymex WTI Crude olieprijs stond dinsdagochtend onder de 40 dollar per vat; de Europese ICE Brent Crude noteerde 42 dollar. De daling van de Nymex WTI onder de 40 dollar is voor het eerst sinds april. Aanleiding is onzekerheid over het aanbod.
Zo heeft Saudi-Arabië zijn prijzen voor de belangrijke Aziatische markt verlaagd in een poging zijn marktaandeel te verhogen.
Het effect van deze prijsverlaging werkt wereldwijd door. Er zijn tactisch gedreven beleggers die in de lage olieprijs aanleiding zien om olie-ETF’s te kopen, maar Nigam Arora, een belegger en een ingenieur die het gezaghebbende Arora Report schrijft, stelt dat de tracking error van olie-ETF’s (te) hoog is.
Er is volgens hem een grote discrepantie tussen wat de oliemarkt doet en wat de energie-aandelen in een tracker doen. Arora stelt dat niet alleen Saoedi-Arabië met zijn hoge aanbod een probleem is voor de wereldmarkt, maar ook Iran tegen wie de sancties zijn opgeheven.
Veel marktpartijen hebben lang gedacht dat Iran vanwege zijn verouderde productiefaciliteiten de komende jaren niet echt een rol kan spelen, maar Arora bestrijdt dat. Volgens hem komt Iran op korte termijn op een dagproductie van 3,5 miljoen vat per dag.
Analisten van BNP Paribas stellen dat mede hierdoor de tijdelijke balans tussen vraag en aanbod verstoord is. De olieprijs staat nu 20 procent onder het niveau van april.
Volgens Arora vormen de lage olieprijzen een ernstige dislocatie op de markten. Als die aanhoudt, dan is deflatie het gevolg en kunnen Amerikaanse aandelen met 20 tot 30 procent dalen. Hij stelt dat olie- en energie-gerelateerde aandelen pas koopwaardig zijn als grote institutionele beleggers hun exposure hebben verlaagd. Op dit moment is dat nog niet het geval.
Overigens blijkt uit een peiling van S&P onder analisten dat de energiesector in de S&P favoriet is.
Meer achtergronden op Fondsnieuws: