In de asset management-sector is onrust ontstaan over wat precies de gevolgen zullen zijn van het onlangs door de Tweede Kamer aangenomen amendement van de CDA‘er Pieter Omtzigt waarin staat dat fiduciar beheer niet langer mogelijk zal zijn.
Met fiduciair beheer wordt over het algemeen het uitbesteden van het vermogensbeheer aan een fondshuis bedoeld.
In het amendement van Omtzigt staat dat pensioenfondsen die dit doen altijd zelf verantwoordelijk blijven ‘voor het opstellen van en toezien op het strategische beleid ten aanzien van het vermogensbeheer’. Dit is nu ook al zo, maar door het amendement komt dit in de wet te staan.
‘Voor zover is er dus niks aan de hand’, licht een woordvoerder van branchevereniging voor asset managers Dufas toe.
Wat volgens hem echter tot onrust leidt, is dat er in de toelichting van het amendement staat dat dit ‘dus’ betekent ‘dat fiduciar beheer niet mogelijk is’.
Vervolgens staat er dan weer dat een pensioenfonds wel het vermogensbeheer mag uitbesteden, maar niet de verantwoordelijkheid hiervoor. Over dit laatste is volgens Dufas iedereen in de praktijk het eens.
Juridisch beleidsadviseur Leo Blom van Achmea omschrijft het amendement daarom als ‘verwarrend’. Het zou volgens hem een grote breuk met de huidige praktijk zijn als fiduciair beheer straks niet meer zou zijn toegestaan.
Cruciaal is nu volgens Achmea en Dufas wat de Tweede Kamer precies bedoelt met fiduciair beheer. Blom: ‘Het amendement geeft dit niet aan en ook niet waarom dit onwenselijk zou zijn.’
Het amendement wordt binnenkort behandeld in de Eerste Kamer.
Dufas: ‘Wat wij willen weten is, wat de gevolgen van dit amendement zullen zijn voor de huidige pensioenpraktijk, of het amendement in lijn is met de veelgebruikte Dufas-principes voor fiduciair beheer en of pensioenfondsen die nu gebruik maken van adviseurs hun werkwijze moeten aanpassen.’
Wilse Graveland, hoofd client solutions pensioenen bij Kempen Capital Management ziet het amendement niet als een probleem voor de huidige fiduciaire dienstverlening: ‘De afgelopen jaren heeft de dienstverlening zich al grotendeels ontwikkeld van fiduciair beheer naar fiduciair advies: pensioenfondsen besluiten hierbij zelf over de asset allocatie en de aan te stellen vermogensbeheerders.
Kempens fiduciaire model is volledig georganiseerd langs de lijnen van advies, waarbij het pensioenfonds zelf de keuzes maakt ten aanzien van beleggingsbeleid, asset allocatie, portefeuille-invulling en diensten die worden afgenomen van de fiduciair. Het is onze rol als fiduciair manager om klanten te helpen.’
Met betrekking tot het amendement is volgens Graveland echter essentieel hoe artikel 2b (‘het opstellen van en toezien op het strategisch beleid ten aanzien van vermogensbeheer’) uiteindelijk in detail zal worden uitgewerkt.