Hoe moeten de banken zich beschermen tegen de financiële impact van klimaatrisico’s nu almaar duidelijker wordt dat die risico’s onvoorspelbaar en niet becijferbaar zijn? Toezichthouders piekeren zich suf om tot werkbare regels te komen.
De zware overstromingen in de regio’s rond Malaga en Valencia duwen Europa met de neus op de feiten. Door de klimaatverandering is de kans op extreem noodweer, zoals de verwoestende “waterbommen”, veel groter geworden.
Klimaatrisico’s flikkeren daarom almaar harder op de radar van de toezichthouders van de financiële sector. Verzekeraars zijn uiteraard het meest kwetsbaar, omdat de schadelast na een klimaatramp hun balans helemaal kan scheeftrekken. Sommige delen van de Amerikaanse orkaanstaat Florida zijn zelfs onverzekerbaar geworden. Dat voorspelt niet veel goeds voor de inwoners en bedrijven van de getroffen regio’s in Spanje.
Maar ook de banken staan bloot aan klimaatgerelateerde risico’s. Er is de mogelijke negatieve impact van een klimaatramp op bepaalde beleggingen of kredietportefeuilles (bijvoorbeeld hypotheken) en het algemene economische sentiment.
Bron: Nationale Bank van België.
Daarnaast is bijna twee derde van de inkomsten van de banken afkomstig van klanten uit broeikasgas-intensieve industrieën, zo bleek uit de klimaatstresstest van de Europese Centrale Bank uit 2022. Als die bedrijven – op aandringen van de overheid of op eigen initiatief – de transitie maken naar een klimaatvriendelijkere bedrijfspolitiek, kan dat gepaard gaan met financiële schokken op sector- of bedrijfsniveau.
Nieuwe wereld
De kwestie kwam afgelopen woensdag aan bod op een congres van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO) in Brussel. Voor spreker Michel Cardona, economist bij het Institute for Climate Economics in Parijs, moet bankentoezichthouders zoals de Europese Centrale Bank terug naar de tekentafel.
‘Klimaatrisico’s zijn zo ingrijpend, dat je niet meer kan werken met de klassieke financiële modellen. Die zijn niet in staat de klimaatgerelateerde risico’s te integreren in de gebruikelijke indicatoren zoals krediet-, rente- of operationeel risico’, zegt de voormalige toezichthouder bij Banque de France.
De ramp rond Valencia toont bijvoorbeeld aan dat infrastructuur, zoals bruggen en wegen, kwetsbaarder kan zijn dan de gangbare risicomodellen denken, en dat ook de waarde van lokaal vastgoed van de ene dag op de andere in elkaar kan storten. ‘Je kan de waarschijnlijkheid van het risico simpelweg niet berekenen en je kan je ook niet meer het verleden baseren, want dit hebben we nog nooit meegemaakt. De traditionele prudentiële instrumenten zijn dus niet meer voldoende.’
Brenda Van Tendeloo van de Climate Hub van de Nationale Bank van België (NBB) maakte een gelijkaardige diagnose. ‘Kijken naar de geschiedenis is niet meer relevant. Onze aandacht moet gaan naar de vraag: what might happen?’
Verborgen afhankelijkheid
Voor alle Europese bedrijven lijkt het in kaart brengen van de vele interdependenties in de toeleveringsketen ook een onbegonnen zaak. Van Tendeloo: ‘Het is heel moeilijk om risico’s in te schatten. Neem de overstromingen in Valencia. Een Belgisch bedrijf kan daar op het eerste gezicht niets mee te maken te hebben. Maar dan blijkt misschien dat het bedrijf een leverancier heeft in Valencia, waardoor het wél blootgesteld is aan dat klimaatrisico.’
Dat de transmissiekanalen binnen een economie soms wat verborgen kunnen zijn, blijkt ook uit onderzoek van de NBB en KU Leuven over de overstromingen in Wallonië in de zomer van 2021. Die waren lokaal, maar de getroffen bedrijven bleken handelsrelaties te hebben met klanten of leveranciers van over heel België.
Bron: NBB, KU Leuven - rood: getroffen bedrijven, blauw: verbonden klanten, oranje: verbonden leveranciers.
Op zoek naar oplossingen
Het probleem van de grillige klimaatrisico’s die op banken en verzekeraars afkomen mag dan al duidelijk zijn, een kant-en-klare oplossing om de stabiliteit van het financiële stelsel te beschermen, lijkt niet meteen voorhanden.
Cardona pleit voor het werken met scenario-analyses. ‘Ik denk niet aan echte harde voorspellingen van de toekomst, maar eerder aan projecties van plausibele, klimaatgerelateerde uitkomsten, of aan het oplijsten van de mogelijke wegen om specifieke klimaatdoelen te bereiken.’
Een piste is om alle Europese systeembanken te verplichten tot een extra klimaatgerelateerde kapitaalbuffer op basis van een macro-inschatting, ook al zal die wat rudimentair zijn. Wat de zaken bemoeilijkt: een trans-Atlantische consensus over zo’n “klimaatbuffer” lijkt onhaalbaar met klimaatscepticus Donald Trump straks weer in het Witte Huis, waardoor de Europese grootbanken concurrentieel benadeeld kunnen worden.
Stranded assets
Wat toezichthouders te allen prijze willen vermijden, is dat ze zelf het financiële stelsel destabiliseren door de banken te strenge regels op te leggen. Van Tendeloo geeft het voorbeeld van olie- en gasaandelen, die bij een radicale ban van beleggingen in fossiele brandstoffen stranded assets (die sterk in waarde dalen) zouden worden.
‘Als we de banken zouden verplichten om morgen hun olie-aandelen te verkopen, dan creëren we als toezichthouder zelf stranded assets. Dat kan niet de bedoeling zijn, want zou de transitie naar een duurzamere economie wanordelijk maken.’
Nog een moeilijkheid volgens haar: ‘Groene investeringen kunnen evengoed financiële risico’s omvatten. Kijk maar naar groene waterstof, die de hoge verwachtingen van enkele jaren geleden vooralsnog niet kan inlossen.’
Het is niet aan de toezichthouder, maar aan de overheid om het beleggingsbeleid van de banken te heroriënteren, zegt Van Tendeloo. ‘Wij kunnen als centrale bank niet gaan zeggen aan de banken: investeer niet meer in olie. Dat is niet onze rol.’
Over twee zaken lijkt er – toch in Europa – nog weinig discussie. Banken en verzekeraars moeten sterkere buffers krijgen tegen klimaatonheil, en de financiële sector heeft een belangrijke rol te spelen in het begeleiden van de hele economie naar een koolstofarmere toekomst. Maar over hoe die grote principes zich in concrete actie vertalen, is het laatste woord nog niet gezegd.