Het begrip marketing speelt een cruciale rol binnen de AIFMD-richtlijn. Zodra er sprake is van marketing, heeft de beheerder van een beleggingsinstelling namelijk een vergunning, Europees paspoort, of registratie nodig. Het is echter niet altijd duidelijk wanneer daar sprake van is in de zin van de AIFMD. Adviesbureau Charco & Dique legt uit.
Sommige lidstaten van de Europese Unie kwalificeren activiteiten al in een vroeg stadium als marketing. Andere landen spreken op dat moment nog slechts van pre-marketing. Met als gevolg dat grensoverschrijdende marketing in Europa voor marktpartijen bijzonder lastig is.
Aan die onduidelijkheid komt nu een eind. De recent gepubliceerde EU-richtlijn 2019/1160 geeft opheldering over het bestaan, de reikwijdte en de interpretatie van het begrip pre-marketing.
Begrip ‘Marketing’ en ‘pre-marketing’
Om te weten of een partij vergunning- of registratieplichtig is, moet die partij weten of haar activiteiten onder het marketing-begrip vallen. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. De ene lidstaat spreekt al van marketing bij het eerste polsen van potentiële klanten, de andere pas wanneer er een definitieve mogelijkheid tot inschrijving wordt geboden aan beleggers.
In het laatstgenoemde geval wordt een voorafgaande peiling bij potentiële klanten vaak de ‘pre-marketing’ fase genoemd.
Het pre-marketing begrip is niet op Europees niveau gedefinieerd of uitgewerkt. Daardoor is de betekenis van de term niet in iedere lidstaat hetzelfde. Sommige lidstaten kennen het begrip überhaupt niet, en lidstaten die het begrip wel kennen hanteren verschillende definities. Daar komt bij dat de lidstaten die het begrip gebruiken, weer uiteenlopende voorwaarden hanteren waaronder pre-marketing is toegestaan.
Richtlijn EU 2019/1160
Richtlijn EU 2019/1160 tracht de onduidelijkheid over pre-marketing weg te nemen. De richtlijn geeft daartoe de volgende definitie: ‘directe of indirecte verstrekking van informatie of van een mededeling over beleggingsstrategieën of beleggingsideeën door een EU-abi-beheerder, of in zijn naam, aan potentiële professionele beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben, met de bedoeling na te gaan of deze beleggers belangstelling hebben voor een abi die, of compartiment dat, nog niet is opgericht, of een abi die, of compartiment dat, wel is opgericht, maar waardoor kennisgeving van verhandeling overeenkomst art. 31/32 nog niet is ingediend, in de lidstaat waar de potentiële beleggers hun woonplaats of statutaire zetel hebben, en die in geen geval neerkomt op een aanbod of plaatsing bij potentiële beleggers om te beleggen in de rechten van deelneming of aandelen in die abi of dat compartiment.’
Pre-marketing moet dus gericht zijn op potentiële professionele beleggers en betrekking hebben op een beleggingsidee of -strategie. Daarnaast moet de bedoeling van de beheerder zijn: nagaan of beleggers belangstelling hebben voor een abi die (of compartiment dat) nog niet is opgericht of een abi die (of compartiment dat) wel is opgericht, maar waarvoor nog geen kennisgeving voor verhandeling overeenkomstig de AIFMD is gedaan.
Volgens de richtlijn moeten lidstaten pre-marketing door een vergunning houdende EU-abi-beheerder toestaan, tenzij de beheerder informatie verstrekt die beleggers al in staat stelt deelnemingsrechten of aandelen in de abi te verwerven. Pre-marketing is evenmin toegestaan indien de beheerder informatie verstrekt die neerkomt op inschrijvingsformulieren, oprichtingsdocumenten, een prospectus, aanbiedingsdocumenten of vergelijkbare stukken.
Kortom: zodra de beheerder verwerving van (of inschrijving op) rechten van deelneming of aandelen in een abi mogelijk maakt, noemen we dit marketing en kunnen we niet meer spreken van pre-marketing.
Aanvullende eisen
Een beheerder die aan pre-marketing doet, krijgt met een aantal aanvullende eisen te maken. Zo moet elke inschrijving die professionele beleggers - binnen 18 maanden na de pre-marketing - op rechten van deelneming of aandelen in de betreffende abi doen, worden beschouwd als het gevolg van marketing. Daardoor zijn deze inschrijvingen onderworpen aan de in de AIFMD beschreven kennisgevingsprocedures.
Bovendien moet een EU-abi-beheerder, binnen twee weken na het begin van de pre-marketing, de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst in kennis stellen van de pre-marketing activiteiten. Tot slot moeten EU-abi-beheerders ervoor zorgen dat hun pre-marketing toereikend is gedocumenteerd.
Dit is een bijdrage van Charco & Dique, een adviesbureau dat gespecialiseerd is op het gebied van (inter)nationale financiële wet- en regelgeving en praktische adviezen geeft op het terrein van in compliance, legal en risk management.