Een van de best presterende opkomende marktenfondsen van dit jaar belegt voor maar liefst 46,7 procent van het beheerde vermogen in China en voor 16,2 procent in Taiwan. Hoe zit dat, vroegen we Origin Asset Management.
‘Wij spreken nooit met het management, van welk bedrijf dan ook’, zegt Paul Broxup van de asset manager in een gesprek met Fondsnieuws. ‘Je krijgt toch alleen maar te horen wat ze jou kwijt willen. Ook zijn we niet geïnteresseerd in broker research. Wij willen ten alle tijden onze objectiviteit behouden.’
Broxup is werkzaam als institutional product specialist bij de fondsboutique uit Londen die sinds 2011 onderdeel is van het Amerikaanse pensioen- en verzekeringsbedrijf Principal.
Hij zit ook in het beleggingsteam dat verantwoordelijk is voor de vijf beleggingsstrategieën waar in totaal voor 4,3 miljard dollar in is belegd. Het geld is hoofdzakelijk afkomstig van 46 institutionele klanten. Voor de retailbelegger zijn er wel Ucits-fondsen (op het platform van Principal) beschikbaar.
Eén van die fondsen is het Principal Origin Global Emerging Markets Fund, dat onlangs opdook in de top 5 van best presterende fondsen in de Morningstar-categorie aandelen opkomende landen.
De reden dat dit fonds zo ver afwijkt van de benchmark - in de MCSI Emerging Markets Index hebben Chinese aandelen een weging van 27,9 procent en Taiwanese 12,5 procent - is het gevolg van de systematische ‘evidence-based’ aanpak, die ook van toepassing is op de andere fondsen van het huis.
‘Het is een onconventionele aanpak die het best te omschrijven is als ‘groei tegen een redelijke prijs waarbij de aandelen bovendien momentum moeten hebben’, zegt Broxup. ‘Het komt er uiteindelijk op neer dat we goede bedrijven zoeken.’
Vier factoren
Origin AM vindt deze door te selecteren op vier factoren die voor outperformance op de lange termijn moeten zorgen.
De eerste factor is dat een bedrijf zijn kapitaal zo beheert dat het aantoonbaar aandeelhouderswaarde creëert. ‘Dit betekent hoge en groeiende rendementen op geïnvesteerd kapitaal en dat er cash gegenereerd en geïnvesteerd wordt. “Cash is King” en niet manipulatief.’
Ten tweede moet er sprake zijn van een significante onderwaardering ten opzichte van het vermogen van een bedrijf om in de toekomst cash te generen.
De andere twee factoren hebben meer elementen van ‘behavioral finance‘: de consensus ten aanzien van de winstramingen moet een opgaande lijn vertonen, evenals de koers van een aandeel. ‘Pas als een aandeel op alle vier de factoren goed scoort, maakt het kans om in de portefeuille te komen’, aldus Broxup.
Het universum waarin het fonds kan beleggen bestaat uit pakweg 1500 bedrijven. Om hierin opgenomen te worden, moet een aandeel aan een aantal criteria voldoen, waaronder een bepaalde minimum liquiditeit en dekking (door brokers).
Algoritme
Een computeralgoritme rangschikt de bedrijven in het universum maandelijks op basis van de score op de vier door het beleggingsteam gebruikte factoren. Hierdoor valt ongeveer 90 procent van de bedrijven af. De overige 10 procent onderzoekt het team nader waarbij onder meer naar bijzonderheden wordt gekeken, zoals bij voorbeeld de gevolgen van gewijzigde boekhoudregels op de winst. Zoiets zou namelijk de trend in de consensus ten aanzien van de winstramingen kunnen frustreren.
Uiteindelijk kan het fonds beleggen in 70 tot 100 aandelen. Een flink deel daarvan is op dit moment afkomstig uit China en Taiwan. Dat is een gevolg van het beleggingsproces dat in 2005 is bedacht door de vier van Investec afkomstige oprichters van de Origin AM.
Het vertrouwen in dat proces is onder het viertal groot omdat het is voortgekomen uit de filosofie dat de pijlers hiervan de belangrijkste drijvers zijn voor outperformance op de lange termijn. De behaalde rendementen van dit en van de andere fondsen onderstrepen dat ook, stelt Broxup.
Sinds de start in 2011 bedraagt de outperformance van het Principal Origin Global Emerging Markets Fund 3,1 procentpunt per jaar. Dit jaar tot en met juni werd een plus behaald van 25,4 procent, tegenover 18,6 procent voor MSCI EM Index.
Harde landing
Angst voor een harde landing van de Chinese economie - bij veel professionele beleggers steevast bovenaan het lijstje van grootste macrorisico’s - heeft Broxup ondanks de hoge exposure naar (H-) aandelen uit dit land niet.
‘Het proces is puur bottom-up waarbij enkel de meest aantrekkelijke bedrijven komen bovendrijven. Wij hebben geen macro-visie en dus geen glazen bol. Je ziet dat men er vaak naast zit. Kijk in het recente verleden alleen al naar de Amerikaanse verkiezingen of het Brexit-referendum. En als de groei van China snel zou afnemen, is dat waarschijnlijk overal voelbaar.’
Veel van de Chinese aandelen in portefeuille zijn overigens van IT-bedrijven. Broxup: ‘China is veel minder een “commodity play” dan een paar jaar geleden. Techbedrijven worden steeds belangrijker. Er zijn er heel veel, grote en kleine, die er op dit moment goed bij liggen.‘