Met ingang van het nieuwe jaar gaan beleggers in België die meer dan 500.000 euro op een effectenrekening hebben staan een belasting betalen van 0,15 procent. De verhoging geldt voor het volledige bedrag en niet enkel voor het gedeelte boven die 500.000 euro.
De omstreden beslissing van de regering kwam deze zomer en is bekritiseerd door de Raad van State, die denkt dat de maatregel tot juridische problemen kan leiden. Er zijn beleggers die vrezen dat de nieuwe taks de deur openzet voor een vermogenskadaster. De regering wil de zorgen daarover echter wegnemen door de taks te laten inhouden aan de bron, dat wil zeggen door de banken, zodat het bedrag op de effectenrekening niet hoeft te worden vermeld bij de belastingaangifte.
Fiscalisten in België vrezen dat het een kwestie van tijd is dat de taks verder verhoogd wordt, zoals eerder ook is gebeurd met de beurstaks en de roerende voorheffing. De regering heft al bekend gemaakt dat de beurstaks met ingang van 1 januari 2018 voor aandelen gaat stijgen van 0,27 naar 0,35 procent en voor obligaties van 0,09 naar 0,12 procent. Het tarief voor kapitalisatiefondsen blijft op 1,32 procent.
De taks geldt uitsluitend voor particuliere beleggers. Maar niet voor vennootschappen die een effectenrekening hebben. Voor de taks komen aandelen, obligaties, kasbons, beleggingsfondsen en warrants in aanmerking. Daarnaast zijn pensioenspaarfondsen van de maatregel uitgesloten, evenals levensverzekeringen waarvan de opbrengst is gekoppeld aan een beleggingsfonds - de zogenoemde tak 23-beleggingen.
Fiscalisten stellen verschillende mogelijkheden voor om de taks te voorkomen. Dat kan door de aandelenportefeuille op naam te zetten. Ook is een mogelijkheid om de aandelen in te brengen in een vennootschap of door een deel van de beleggingen te schenken.