Beleggers kunnen vanuit emotie verkeerde beslissingen nemen bij het kopen of verkopen van een aandeel, maar het kan altijd erger. Sommige particulieren vertonen namelijk het gedrag van gokverslaafden.
Dat blijkt uit onderzoek van onder andere Ruben Cox, universitair docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en werkzaam bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Hij deelt de bevindingen woensdag in economenvakblad ESB.
De onderzoekers wilden antwoord op de vraag welke motieven particuliere beleggers hebben om te handelen. Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt immers dat vaak handelen ten koste gaat van het rendement. Beleggers hebben dan sowieso te maken met de aan- en verkoopkosten.
Een representatieve groep van ongeveer 360 Nederlandse particulieren werd verschillende gokmotieven voorgelegd. Handelden ze bijvoorbeeld vanwege het plezier, of omdat ze hoopten rijk te worden? Daarnaast werd hen gevraagd of ze de afgelopen maanden een gokje waagden in bijvoorbeeld een casino of op een speelautomaat.
DSM-5
Ook kregen ze een aangepaste vragenlijst uit de DSM-5 (de Diagnostic Statistical Manual of Mental Disorders) voorgelegd. Dat is het handboek waarmee psychiaters wereldwijd allerlei mentale aandoeningen kunnen diagnosticeren. Met de vragen uit de DSM-5 wilden de onderzoekers vaststellen in hoeverre beleggers gevoelig waren voor een kansspelverslaving.
Dat bleek bij 5 procent van de ondervraagden zo te zijn. Zij vertoonden bovendien opvallend beleggingsgedrag. Zo bleken ze meer te handelen én vijf keer vaker aan daghandel te doen dan beleggers waarbij een gokmotief geen rol speelde. Bij daghandel kopen en verkopen beleggers een aandeel op dezelfde dag.
Dat verband kon natuurlijk toeval zijn, maar dat was het in dit geval niet. Want de onderzoekers vonden een significant verband tussen een hoge score op de verslavingsgraadmeter en de hoeveelheid transacties van beleggers. Hetzelfde gold voor de daghandel en het beleggen in derivaten en speculatieve hefboomproducten. Daarmee hopen beleggers met een kleine inleg een gigantische winst te behalen, maar de kans daarop is zeer klein.
‘Daarmee kan speculatie dus mogelijk een resultante zijn van een belegger die verslaafd is geraakt aan beleggen’, concludeert Cox in zijn ESB-artikel. Ook een hogere risicotolerantie en zelfoverschatting verhogen de kans dat beleggers veel handelen.
De auteur maakt wel een nuance, want een medisch specialist moet uiteindelijk verslaving diagnosticeren. Bovendien gaat het om een kleine groep. Zo zou slechts één op de vijf retailbeleggers zich überhaupt wagen aan speculatieve vormen van beleggen zoals de daghandel of hefboomproducten.
BinckBank
Dat het om een kleine groep gaat, benadrukt beleggingsbank BinckBank, die veel particuliere klanten heeft. Bovendien is het lastig vast te stellen of een belegger problemen heeft, zegt een woordvoerder. ‘Het is niet zo dat iemand die op verlies staat hulpbehoevend is. Sommige klanten beleggen risicovol met 50.000 euro en hebben een miljoen op de bank staan.’
De bank zegt wel maatregelen te nemen op het moment dat iemand duidelijk signalen vertoont van verslavingsgedrag. ‘Als bijvoorbeeld iemand aangeeft: ik wil stoppen, maar het lukt me niet, dan pakken we dat direct op en kunnen dan weloverwogen besluiten het handelen onmogelijk te maken’, zegt de woordvoerder. Dat gebeurt volgens hem hooguit ‘enkele keren’ per jaar.
Desalniettemin maakt toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) zich zorgen over het risico op gokgedrag bij beleggers. Dat risico is niet alleen groter bij speculatieve beleggingsproducten, maar ook wanneer bedrijven gebruikmaken van ‘geraffineerde marketingtechnieken en een online-omgeving die veelvuldig handelen stimuleert’, meldt een woordvoerder. Desalniettemin neemt de toezichthouder geen extra maatregelen naar aanleiding van het onderzoek.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 5 september 2018