Divesteren moet een belangrijk onderdeel van een engagement strategie, voor zowel actieve als passieve beleggers. Passieve beleggers komen niet meer weg met de stelling dat het voor hen niet mogelijk is om te divesteren omdat zij een benchmark volgen.
Dit zegt Kris Douma (foto), director corporate engagement bij Sustainalytics, tijdens de online ESG Kennissessie over engagement van zusterplatform Fondsnieuws.
Volgens Douma kunnen passieve beleggers evengoed een actieve aandeelhouders zijn. Martijn Oosterwoud, head of SI investment specialists bij UBS Asset Management, sluit zich hierbij aan. Wel is hij van mening dat actieve beleggers een betere gesprekspartner is. ‘Het is positief dat wij zowel een actieve als passieve beleggers zijn. Als wij engagementdialogen voeren, dan doen we dit vaak vanuit onze actieve rol. Maar onze passieve beleggingen voegen natuurlijk wel omvang toe en daarmee kunnen we meer druk uitoefenen.’
Maar gaat het snel genoeg met het opbouwen van deze druk als het gaat om de engagementactiviteiten gericht op het tegengaan van klimaatveranderingen? Volgens Stephen Freedman, head of research & sustainability thematic equities bij Pictet Asset management, meent van niet. Volgens hem is het nog steeds een minderheid die het onderwerp hoog op de agenda heeft staan.
‘Niet overvragen’
Pieter van Stijn, responsible investment analyst bij BMO Global Asset Management, is het met hem eens, maar waarschuwt er ook voor dat beleggers bedrijven niet moeten overvragen. ‘Er is zo enorm veel gaande, met verschillende initiatieven en groepen. Het is daarom des te belangrijker om samen te werken en inspanningen te bundelen.’
De stelling dat samenwerking vooral goed is voor de wereld en minder voor asset managers, omdat zij dan dus niet duidelijk kunnen maken aan hun klanten wat zij gedaan hebben, wijzen de discussiedeelnemers van de hand.
Douma stelt dat het in de praktijk nooit één belegger alleen is die zorgt voor verandering. ‘Door met verschillende stakeholders samen te werken komt kun je effectiever druk uitoefenen.’ Oosterwoud vult aan: ‘Wij spannen ons hier niet voor in om succes te kunnen claimen voor ons bedrijf en naar onze klanten. Dat neemt niet weg dat samenwerken ook uitdagingen met zich meebrengt. Zo verricht de ene partij soms meer werk dan de andere.’
Samenwerking zorgt voor meer resultaat
Het is volgens Van Stijn ook de samenwerking die zorgt voor meer resultaten. De volgende stap is volgens hem de druk nog verder op te voeren. ‘In de beginjaren zijn de engagementdialogen meer accommoderend geweest, maar dat is veranderd. Er wordt nu meer druk uitgeoefend, onder andere door initiatieven als de Climate Action 100+. En dat is maar goed ook, want het is ook echt urgent.’
Oosterwoud denkt dat asset managers in het verleden misschien de kracht van engagement hebben onderschat en er daarom ook onvoldoende op ingezet hebben. Toch waarschuwt hij er ook voor dat asset managers niet een soort internationale politie moet worden die erop toe gaat zien of bedrijven zich aan gemaakte afspraken houden. Douma valt hem bij: ‘Die verantwoordelijkheid ligt inderdaad bij overheden en de politiek. Beleggers kunnen wel helpen, maar voor hen komt financiële materialiteit altijd op de eerste plaats.’
Een tactiek van naming en shaming om bedrijven bij de les te roepen, verdient dan ook niet de voorkeur volgens de discussiedeelnemers. Oosterwoud: ‘Het kan wel degelijk effectief zijn, maar ik denk wel dat engagement langetermijnactiviteit moet zijn en hierin is een constructieve houding erg belangrijk.’ Freedman ziet het ook meer als pressiemiddel voor bijvoorbeeld ngo’s. Het is vervolgens aan beleggers om dit mee te nemen in hun beleggingsbeslissingen.