‘Pensioenfondsen zijn ABS aan het herontdekken als een beleggingssegment dat een behoorlijk rendement oplevert vergeleken met bedrijfsobligaties’, zegt zegt Patrick Janssen, portfolio manager asset backend securities (ABS) bij M&G tegenover Fondsnieuws.
De hernieuwde belangstelling komt ook voort uit het lage aantal faillissementen, dat zelfs lager is dan bij bedrijfsobligaties met een gelijkwaardige rating. ‘De ECB was een van de eerste die onderkende hoe goedkoop ABS was.’
Een gevolg is dat de vraag naar deze gedekte obligaties nu groter is dan het aanbod. ‘Het lijkt er daardoor op, zowel vanuit een fundamenteel als een technisch opzicht, dat er krapte zal ontstaan op de ABS-markt.’
Dit is voor Janssen echter nog geen direct punt van zorg gegeven het feit dat ABS nog steeds ‘veel goedkoper’ zijn dan bedrijfspapier. Wel waarschuwt hij wel voor twee mogelijk negatieve gevolgen.
‘Als zoveel geld zoekt naar weinig aanbod is er altijd een risico, zoals in vrijwel alle segmenten van de financiële markten, dat minder goede deals worden aangeboden. Ten tweede, de spreads zullen groter worden als het kwantitatieve opkoopprogramma (QE) van de ECB afloopt omdat kunstmatige aankopen de markt uitlopen en de balans tussen aanbod en vraag zich zal herstellen.’
Wat dat laatste betreft gelooft hij overigens niet dat de spreads in de ABS-markt zo’n beweging zullen maken als dat niet ook in andere markten gebeurt. ‘En dan nog, het relatieve waardeverschil is zo groot geworden dat het niet meer genegeerd kan worden. Volgens ons is het veel waarschijnlijker dat ABS dichter tegen bedrijfsobligaties zullen toekruipen in de komende twee jaar.’
Janssen ziet verder dat de kredietnormen langzaam achteruit gaan, en is om daarom selectief bij zijn aankopen. ‘Ook houden we het beheerd vermogen van onze strategieën beperkt zodat we niet gedwongen worden om te moeten blijven kopen om belegd te blijven in tijden dat de markten mogelijk te heet worden.’
En wat als de rentes beginnen te stijgen? ’Vrijwel alle ABS hebben een ‘floating rate’ waardoor de prijzen meestal stabiel blijven als de rente stijgt, dit in tegenstelling tot de meeste bedrijfsobligaties.
Ook zijn we niet de ECB achterna gelopen en hebben niet de obligaties opgezocht die de ECB heeft gekocht. Wij zijn actief op zoek gegaan naar andere markten waar de spreads interessanter zijn en de risico’s niet noodzakelijkerwijs hoger.’
Als voorbeeld noemt Janssen dat hij de afgelopen jaren liever belegde in het Verenigd Koninkrijk dan in Nederlandse of zelfs Zuid-Europese obligaties. ‘Britse AAA-rated RMBS (obligaties op woninghypotheken) bijvoorbeeld kunnen rendementen opleveren die drie tot vijf keer hoger liggen dan de Nederlandse AAA-rated RMBS.’
‘De Nederlandse RMBS worden opgekocht door de ECB; het is één van de weinige delen van de ABS markt waar de spreads in lijn zijn met wat ze waren voor de crisis uitbrak in 2007. Britse obligaties worden niet gekocht door de ECB.’
Recent is hij ook buiten Europa gaan kijken, zij het op een geval tot geval basis ‘omdat de standaard voor underwriting in Europa veel conservatiever is dan in bijvoorbeeld de VS’.
Toch laat de markt hem weinig keuze. ‘De Europese ABS-markt krimpt steeds verder. Het was een markt van 2 biljoen euro in 2007 tegen enkele honderden miljarden nu. Omdat de markt continue verandert en verder krimpt moeten we dus verder kijken en diversificeren. We passen onze strategie continu aan wat betreft de omvang van de strategieën die wij op het oog hebben en de rendementen die haalbaar zijn.’
Meer achtergronden op Fondsnieuws: