Sociale criteria waren lange tijd het ondergeschoven kind van de ESG-strategieën. Vandaag zijn ze belangrijker geworden in het beheer van pensioenfondsen. De coronacrisis was de belangrijkste verklarende factor van deze evolutie. Dat blijkt uit een recente studie van DWS.
DWS heeft net haar vierde studie gepubliceerd in samenwerking met het bureau CREATE-Research, dat wil nagaan op welke manier pensioenfondsen passieve producten opnemen in hun beheerproces. Voor het rapport dat werd gepubliceerd in 2021, hebben 142 pensioenfondsen deelgenomen aan deze nieuwe studie (waarbij 34 procent afkomstig was van de publieke sector en 66 procent van de privésector), verdeeld over 17 landen en goed voor activa onder beheer van 2.100 miljard euro.
Duurzaamheid
Simon Klein (foto) (Global Head of Passive Sales bij DWS) herinnert er echter aan dat het belang van ETF’s serieus is toegenomen als proportie van de activa onder beheer bij DWS, gecommercialiseerd onder het gamma XTrackers. ‘Deze studies, die uitgevoerd worden in samenwerking met CREATE-Research, laten ons toe om de veranderingen die aan de gang zijn in onze sector beter te begriipen. En vandaag staat duurzaam beleggen centraal binnen de allocatiebeslissingen.’
Nadat de studie vooral had gekeken naar corporate governance aspecten en de ecologische impact, gaat de studie van 2021 na op welke manier pensioenfondsen rekening houden met sociale criteria in hun beheerproces. ‘Van de drie soorten ESG-criteria is het sociale element het minst voor de hand liggend. Het heeft vooral betrekking op de manier waarop bedrijven de relaties met hun werknemers en met de brede maatschappij beheren.’
Uit de studie is gebleken dat sociale criteria steeds belangrijker geworden door het coronavirus. Twee derde van de pensioenfondsen heeft een rechtstreeks verband met deze criteria. Vele ervan willen het belang van ‘sociale’ investeringen de drie komende jaren laten toenemen. ‘Na de crash in maart vorig jaar is er enorm veel geld gevloeid naar duurzame beleggingen. Dat is een trend die zich in 2021 heeft doorgezet. Wanneer u kijkt naar de statistieken over de Europese ETF-markt, dan blijkt dat zowat 50 procent van het verse geld is gevloeid naar duurzame strategieën,’ zegt Simon Klein.
Doelgerichte blootstelling
Sebastian Schiele (Head of Passive Mandate Sales voor Europa en Azië bij DWS) benadrukt dat de sociale aspecten vandaag vooral tot uiting komen in globale duurzame strategieën, maar dat de pensioenfondsen de ambitie hebben om hun allocatie de komende jaren op een meer gedetailleerde manier in kaart te brengen.
Dat zal hoofdzakelijk gebeuren naar indices die beleggen in social bonds of in strategieën die specifiek inzetten op bepaalde Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen.
‘De manier waarop er wordt gekeken naar sociale factoren zal de komende jaren fundamenteel veranderen, om de passieve blootstelling op een veel meer doelgerichte manier te kunnen toepassen.’
Bijna één kwart van de respondenten benadrukt eveneens dat de blootstelling aan ‘sociale’ passieve producten gezorgd heeft voor een outperformance tijdens de crash van maart 2020.
Vager
Sebastian Schiele geeft ook meer dat sociale criteria veel vager zijn, en fluctueren in functie van de regelgeving, die erg divers is. ‘Er bestaat duidelijk geen universeel aanvaarde definitie over wat nu precies een goed bedrijf is. De manier waarop het omgaat met zijn werknemer blijkt echter het meest voorkomende criterium te zijn, gevolgd door de relaties met de lokale gemeenschap en met de aandeelhouders.’
Hoewel de meeste fondsen (58 procent) aangeven dat ze een mooi financieel rendement willen combineren met sociale criteria, vermelden talrijke spelers ook dat ze belang hechten aan een sociale blootstelling om de volatiliteit van de portefeuille te verminderen en om hem te beschermen wanneer het moeilijk gaat op de markten.
‘Zowat twee derde van de pensioenfondsen benadrukt dat ze voortaan meer zullen beleggen in ETF’s die hun sociale doelstellingen kunnen bereiken, die een trackrecord hebben op het vlak van engagement, en zelfs actief gaan stemmen op algemene vergaderingen.
De kosten komen pas ter sprake nadat rekening werd gehouden met het engagementbeleid, dat lijkt aan te geven dat de druk op de kosten in de wereld van de passieve beleggingen mogelijk aan zijn einde komt.’