Yvo van der Pol, PGIM
i-32wDrw9.jpg

PGIM Investments heeft in de afgelopen 1,5 jaar het beheerde vermogen (AUM) in zijn Ucits-fondsassortiment in Europa zien verdubbelen van 4,8 naar 9,6 miljard dollar. Die stijging is overwegend te danken aan nieuwe instroom en aan het feit dat de Amerikaanse asset manager als actief huis scherpe fees in rekening brengt.

Yvo van der Pol, het hoofd van PGIM Investment in de Benelux en de Nordics, zegt dat in een gesprek met Fondsnieuws. Van de 28 beleggingsfondsen die het huis in een Ucits-structuur heeft gegoten, zijn er 8 beschikbaar in België, 20 in Nederland en 14 in Luxemburg. Een van de redenen voor de registratie in Europa was dat het om strategieën gaat die in de Amerikaanse thuismarkt veel aftrek vonden. 

Een uitdaging, zo geeft Van der Pol toe, is dat op dit moment niet meer dan drie van de 28 geregistreerde Ucits-fondsen onder artikel 8 van de EU-richtlijn SFDR vallen en als ‘groen’ bestempeld kunnen worden. Het gaat daarbij onder meer om het PGIM Global Corporate ESG Bond Fund en het PGIM Global Total Return ESG Bond Fund.

‘Zonder ESG val je buiten de boot’ 

‘We zijn druk bezig om dat aantal te vergroten’, antwoordt Van der Pol. ‘Het is waar, als je het niet op orde hebt dat je fondsen onder artikel 8 en 9 van de SFDR-richtlijn vallen, dan komt er een moment dat je in de Europese Unie je fondsen niet meer kan verkopen. Maar zoals je weet, wordt die discussie in andere landen niet zo zwart-wit gevoerd. Maar de eisen die de klant toenemend stelt, dwingt je tot aanpassing. Want als je niet meegaat, dan loop je het risico dat je buiten de boot valt.’ 

Van der Pol benadrukt dat ESG-integratie hoog op de agenda staat. ‘PGIM hecht daar veel waarde aan. We hebben inmiddels voor elke titel en/of issuer een eigen ESG-score ontwikkeld. Het is een door PGIM zelf ontwikkeld model, waar 110 eigen analisten mee werken. Met die database kijken we niet alleen terug, maar kunnen we ook vooruit kijken.’ 

Zeven zelfstandige boetieks

PGIM is, mede dankzij haar voordeel van “economics of scale” aan een sterke opmars in Europa bezig. De asset manager is onderdeel van de Amerikaanse verzekeraar Prudential Financial, zodat het risicomanagement in het DNA van het huis opgeslagen ligt. Fixed income is het kerndomein, waarin een substantieel deel van het beheerde vermogen van 1.500 miljard dollar is belegd. 

PGIM vertegenwoordigt zeven zelfstandig opererende boutiques, die overigens wel in volledige eigendom van het huis zijn: PGIM Fixed Income, Jennison Associates (groeiaandelen), PGIM Real Estate, QMA (quant), PGIM Private Capital, PGIM Global Partners en PGIM Investments - die ieder op zichzelf staan, maar voor marketing, wet- en regelgeving en compliance gebruik maken van de gemeenschappelijke service van PGIM Investments. 

Met betrekking tot fixed income zegt Van der Pol dat de discussie met klanten vooral om de “search for yield” draait. ‘Sommige partijen laten fixed income helemaal los en wijken uit naar alternatives. Anderen zoeken naar geaggreerde oplossingen, bij voorbeeld in Emerging Markets Debt en high yield, en verwachten van ons dat wij daar diepgaand over mee denken’, zegt Van der Pol, die eerder in zijn loopbaan bijna tien jaar voor Goldman Sachs Asset Management heeft gewerkt. Zo biedt PGIM multi-asset oplossingen aan binnen fixed income, afhankelijk van het risicoprofiel van de klant, zegt hij.

Ondanks de behaalde successen, erkent Van der Pol, dat ‘Nederland een lastige wholesale markt is. Vroeger was er in elk dorp een bank, waar je je producten onder de aandacht kon brengen. Dat is vanaf 2010 veranderd. Er is sprake van een institutionalisering van de wholesale markt.’ 

Banken omarmen grote asset managers 

Voorbeeld daarvan is Rabobank, die twee jaar geleden met BlackRock in zee ging voor het management van de klantportefeuilles en daarbij ook de selectie van (mandaat)fondsen voor zijn rekening neemt. Een dergelijke alliantie levert meer grip op de portefeuilles en lagere kosten op, maar niet iedere marktpartij kan zich zo’n aanpak met mandaten veroorloven. Daar moet je toch ten minste 50 miljoen euro per mandaat kunnen inleggen, stelt Van der Pol. 

Banken worden door de lage rentes en de omvangrijke wet- en regelgeving met oplopende kosten en dunne marges geconfronteerd. Reorganisatie op reorganisatie is er het gevolg van, zodat grotere asset managers als PGIM (in Nederland) optimaal profiteren van hun schaal en van het feit dat banken deze grote spelers ook gebruiken om de ogen en oren van hun organisaties in de wereld te zijn. Hierdoor zijn ze relatief snel opgeklommen tot min of meer “trusted advisors”. In combinatie met het feit dat ze scherpe tarieven kunnen berekenen, of oplossingen op maat kunnen bieden, zijn relatief nieuwe partijen in Nederland als Amundi, Northern Trust en PGIM zeer snel opgeklommen op de lijstjes van grootste fondsaanbieders. 

Betekent het institutionaliseren van de wholesalemarkt in Nederland dat men ook op beleggingsgebied steeds meer de institutionele partijen gaat navolgen met het stellen en vasthouden aan langere termijndoelen? Nee, dat denkt Van der Pol vooralsnog niet. ‘Pensioenfondsen houden straf vast aan hun asset allocatie, die laten zich niet door de waan van de dag verstoren. Maar in de wholesale, met retailklanten, is het moeilijk om daar aan te ontkomen, tenzij er een soort van lock-up is voor ingebracht klantvermogen.’ 

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

 

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No