In het derde artikel van onze reeks over duurzaamheid en regelgeving gaan we dieper in op de zes Principles for Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties. Zowel voor asset managers als asset owners bieden ze een kader dat steeds meer ingang vindt.
Deze Principes ontstonden in 2006 in de schoot van de Verenigde Naties onder impuls van de toenmalige Secretaris-Generaal Kofi Annan. Hij nodigde toen enkele van de grootste institutionele beleggers ter wereld uit om de Principes te ontwikkelen. Ondertussen zijn ze uitgegroeid tot een enorm succes in de financiële sector. Heel wat asset managers en asset owners hangen er hun duurzaamheidsbeleid aan op. Vandaag is het aantal ondertekenaars gestegen tot bijna 2.000 en zijn ze goed voor in totaal meer dan 82 biljoen USD.
De indrukwekkende grafiek hieronder spreekt voor zichzelf:
De doelstellingen van de PRI zijn om beleggers aan te sporen om ESG (Environment, Social, Governance)-overwegingen op te nemen in hun beleggingsproces, en hierover verslag uit te brengen. Het is uiteindelijk een kwestie van het optimaliseren van het rendement, en het inperken van risico’s die gerelateerd kunnen zijn aan ESG.
Wie ze ondertekent, moet de volgende zes principes in de praktijk brengen:
• Principe 1: De opname van ESG-criteria in de beleggingsanalyse en het beslissingsproces. Dit spreekt voor zichzelf: ESG-graadmeters moeten even belangrijk worden als financiële parameters.
• Principe 2: ‘Active owners’ zijn en ESG-criteria opnemen in hoe je als aandeelhouder je fiduciaire verantwoordelijkheden opneemt. Dit behelst onder meer het opmaken van een formeel stem- en engagementbeleid.
• Principe 3: De bedrijven in portefeuille moeten rapporteren over ESG-criteria, en asset managers moeten ze hiertoe ook aansporen
• Principe 4: Wie de principes ondertekent, moet het nodige doen om ze ingang te laten vinden in de beleggingsbranche.
• Principe 5: Samenwerking tussen de ondertekenaars om de Principes doeltreffend te laten toepassen
• Principe 6: Duidelijk verslag uitbrengen over de vooruitgang en wat er gedaan wordt om de Principes toe te passen
Ophélie Mortier, die bij Degroof Petercam Asset Management in Brussel de duurzame strategie uitstippelt, licht toe: ‘Vandaag zijn de PRI vooral gericht op institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, verzekeraars en ook de management companies van vermogensbeheerders. De groei van het aantal ondertekenaars is niet zomaar een modetrend. Hoewel de PRI in principe vrijblijvende richtlijnen zijn in plaats van verplichtingen, moeten de leden elk jaar verslag uitbrengen van hun vooruitgang. Op die manier kan de PRI meer tastbare resultaten boeken om duurzaam en verantwoord beleggen te gaan stimuleren. Het helpt asset managers om ESG-criteria steeds meer te gaan opnemen in hun beleggingsprocessen. Dat maakt deel uit van hun fiduciaire verantwoordelijkheid.’
De PRI zijn in 13 jaar tijd een vaste waarde geworden in het ESG-beleid van asset managers. Geen enkele asset manager die zijn duurzaamheidsbeleid ernstig neemt, ontbreekt in de lijst van ondertekenaars. En dat is een goede zaak, want de 6 Principes zijn net zoals het Global Compact en de SDG’s (zie artikel vorige week) een sterk ondersteunend kader om duurzaamheidsprincipes verder te integreren in beleggingsprocessen en hierover te rapporteren.
Klimaatrisico wordt zelfs nog belangrijker, want vanaf 2020 moeten de ondertekenaars van de PRI ook rapporteren over de aanbevelingen van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD).