Gertjan Verdickt deed onderzoek naar historische rendementen van aandelen en ging daarbij terug naar 1850. Hij promoveerde onlangs tot doctor in de financiële geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen en deelt enkele inzichten uit zijn research met Investment Officer.
Verdickt: ‘Ik heb voor mijn doctoraat onderzoek gedaan naar de Beurs van Brussel tussen 1850 en 2015. Een dergelijke lange periode van 165 jaar geeft ons waardevolle inzichten. Ik heb alle Belgische bedrijven bekeken, zowel de puur Belgische als de Belgische in het buitenland en daar een aggregaatsindex van gemaakt. Daarvan heb ik het dividendrendement op marktniveau berekend. Wanneer het dividendrendement stijgt, is dat ofwel in de teller of de noemer. Wanneer aandelen stijgen, kan dat ofwel te maken hebben met cashflow-nieuws, ofwel met wijzigingen in het verwachte rendement.
Mijn bedoeling was om het bedrijfsgerelateerde nieuws te scheiden van het zuivere marktrisico. Met andere woorden: als het dividendrendement vandaag verandert, wat doet dat met het verwachte rendement volgend jaar?’
De som van de veranderingen moet daarbij steeds ‘1’ zijn. Ofwel zijn de koersbewegingen afkomstig van de cashflows, ofwel van het verwachte rendement.
Interessante conclusies
De conclusies die Verdickt kon trekken, waren statistisch interessant én relevant. ‘Voor Wereldoorlog I was 100 procent van de koersevoluties afkomstig van cashflows. Met andere woorden: alles wat je in de krant las, had impact. Pas na Wereldoorlog II is de impact van cashflows serieus veranderd. Van 1987 tot 2015 was slechts 60 procent cashflow-gerelateerd nieuws, en 40 procent kwam van andere elementen.’
Verdickt wijst er ook op dat in de jaren 80 en 90 veel bedrijven naar de Brusselse beurs trokken, met een laag dividend waar beleggers hoge verwachtingen over hadden. ‘Ze betaalden dividenden ver in de toekomst. Hierdoor speelden de verwachtingen van beleggers veel meer mee in prijszettingen.’
Kopen in recessie
Verdickt kwam ook tot de conclusie dat het loont om aandelen te kopen in een recessie. ‘Wanneer we in een recessie zitten en het dividendrendement stijgt met 1 procent, dan is het verwachte rendement van aandelen opeens 57 procent hoger volgend jaar. Wanneer je daarentegen koopt in een expansie, zorgt een stijging van 1 procent tot een koersstijging van 8 procent. Dat is een duidelijk asymmetrisch profiel. Het verwachte rendement is dan veel hoger. Dat komt ook omdat kleine aandeelhouders gaan verkopen, vaak in een paniekreactie.’
Rentecurve
Verdickt kon ons ook nog interessante inzichten geven over de voorspellende waarde van de inverse rentecurve, waar vandaag zoveel over te doen is. ‘In een sample is het altijd gemakkelijk om een recessie te voorspellen. Het probleem is dat centrale bankiers ook die research lezen. Daarom is de voorspellende kracht van een inverse rentecurve afgenomen. Talrijke anomalieën die vroeger wel werkten, werken vandaag niet meer zo goed.’
Een anomalie die volgens Verdickt wél nog steeds goed werkt, is het kopen van value-aandelen bij rentestijgingen. ‘We hebben vastgesteld dat wanneer de kortetermijnrente met 1 procent stijgt, growth-aandelen gemiddeld -26 procent verliezen het volgende jaar. Value-aandelen daarentegen stijgen dan met 30 procent bij een gelijke rentestijging. Beleggers moeten hier de nodige aandacht aan geven.’
Het volledige onderzoek van Gertjan leest u hier.