Nu de Europese Unie een verbod op de betaling van provisies overweegt, blijkt uit een enquête van het CFA Institute dat een meerderheid van de beleggingsprofessionals denkt dat een verbod waarschijnlijk niet zal voorkomen dat de verkeerde beleggingsproducten verkocht worden.
Dat blijkt uit de onderzoeksresultaten van een ondervraging van meer dan 1000 professionele beleggers wereldwijd, door de wereldwijde vereniging van beleggingsprofessionals.
Slechts een derde van de ondervraagde beleggingsprofessionals in de EU vindt dat provisies verboden moeten worden, waarbij de respondenten aanvoeren dat dit negatieve gevolgen kan hebben voor de verscheidenheid aan producten die aan cliënten worden aangeboden. Dit staat tegenover bijna de helft (48 procent) van de respondenten in het Verenigd Koninkrijk, waar inducements al verboden zijn.
In tegenstelling tot een algeheel verbod zijn beleggingsprofessionals in de EU voorstander van duidelijke openbaarmaking van alle door distributeurs ontvangen provisies voordat investeringen worden gedaan. Volgens hen is dit een meer effectieve methode om misleidende verkoop te voorkomen. Behalve transparantie over de commissies, moeten de commissiestructuren ook voor de klant duidelijk zijn, vinden zij.
Verschil met tien jaar geleden
Tien jaar geleden deed de CFA Institute de studie ook. De resultaten waren toen min of meer vergelijkbaar, licht Head of Regulatory Outreach Josina Kamerling (foto) toe tegenover Investment Officer België. ‘Het verschil is dat je nu in het Verenigd Koninkrijk merkt dat er voordelen zijn van een ban op commissies, omdat de commissies naar beneden zijn gegaan, en dat men het gevoel heeft dat er meer producten zijn.’
In die tien jaar tijd zijn de provisies in de EU met zo’n 9 procent gedaald, blijkt uit een studie van de ESMA. Kamerling: ‘In bepaalde markten zijn de verschillen kleiner, maar over het algemeen zien we een neerwaartse trend.’
In de ogen van Kamerling wordt nog te weinig gesproken over fiduciaire verantwoordelijkheid, als het gaat om beleggingsproducten. ‘Ik heb nog voor het Europees Parlement gewerkt tijdens de financiële crisis en herinner me nog dat ze de financiële industrie beschouwden als de medische sector: verantwoordelijkheid nemen voor je klanten is belangrijk. Ik heb ook als bankier gewerkt, en mijn salesteam verkocht derivaten aan individuele klanten. Er was te veel focus op volume. Je kan echter niet alles realiseren met financiële geletterdheid alleen.’
Kamerling benadrukt ook dat er tegenwoordig drie verschillende soorten klanten zijn die financiële producten afnemen. ‘Vroeger waren het enkel relatief vermogende goede huisvaders, maar nu komt daar generatie Z bij en de babyboomers, en alles wat daar tussenin zit. De jongere generatie kijkt heel sterk naar nieuwe producten, zoals sociale platforms, gamification en finfluencers. Babyboomers winnen meer traditioneel financieel advies in bij hun bank.’
Gevaar van algeheel provisieverbod
Kamerling stelt dat een algehele ban op inducements - zonder onderscheid - de werking van de financiële markten ernstig in het gedrang kan brengen.
‘Sommige landen zullen helemaal kapot gaan, want in Duitsland is de hele verzekeringssector hieraan gebonden. Je moet eerst kijken hoe je de markten laat convergeren. Dan pas kun je kijken of je tot een totale ban op provisies kan komen. Er is ook een emotioneel aspect aan verbonden, maar daar moeten we vanaf. Wat is de middenpositie, en wat zegt de financiële industrie, en waar kunnen we elkaar in het midden terugvinden?’