‘Eindelijk ziet de politiek the light’, twittert directievoorzitter Eric Lücke van Rabobank Amstel & Vecht over een mogelijke versoepeling van regels voor fintech-innovatie. Rabobank is van plan om ruim 50.000 medewerkers van Rabobank vertrouwd te maken met Linkedin, Twitter, Facebook en andere sociale media. Elf directeuren geven alvast het goede voorbeeld.
Na een jaar testen is Rabobank in februari begonnen om al haar medewerkers te laten zien hoe sociale media werken, wat ze er zakelijk mee kunnen en wat de mores zijn op die digitale netwerken. ‘We doen dat nu bij twaalf banken, maar we verwachten dat eind 2017 alle honderd lokale Rabobanken meedoen’, zegt Boy Sleddering, die als teamleider sociale media bij Rabobank het project begeleidt.
Het is volgens hem uitzonderlijk dat een bedrijf zo grootschalig investeert in de zakelijke inzet van sociale media. Voor Rabobank zijn digitale netwerken een nieuwe manier om dichtbij haar klanten te zijn, zoals dat is verwoord in de missie van de bank. Net als andere financiële dienstverleners worstelt de bank ermee hoe ze in een digitaliserende wereld haar klanten beter kan bedienen.
Het Nieuwe Dichtbij
Het project is onderdeel van een programma dat ‘Het Nieuwe Dichtbij’ heet. ‘Nu niet meer in elke dorpskern een bankkantoor staat’, zegt Sleddering, ‘maken we duidelijk dat medewerkers hun netwerkrol ook digitaal kunnen spelen. Het gaat erom in lokale netwerken aanwezig te zijn, zoals je ook kaartjes uitdeelt bij de plaatselijke voetbalclub of bij de ondernemersvereniging aanwezig bent.’
Dertig lokale Rabobanken hebben zich al voor het programma ingeschreven. Van elke bank worden 25 medewerkers twee maanden lang begeleid door het bedrijf Social Embassy om sociale media in te passen in hun dagelijkse werk. Zij zijn de ‘social coaches’ die de lessen vervolgens onder hun gemiddeld 175 collega’s verspreiden. Op deze manier moeten elke maand zeven banken aan de beurt komen.
‘Ik denk niet dat die 175 medewerkers allemaal overstag gaan’, zegt Sleddering, ‘maar ze weten straks wel dat het kan en mag.’ Veel medewerkers vragen zich af of ze op sociale media namens Rabobank kunnen spreken. ‘Dat is eigenlijk raar, want op fysieke bijkomsten doen ze dat nu natuurlijk ook al. Maar iedereen kent wel een verhaal van een neefje dat ontslagen is om een verkeerde tweet. Wij leren ze: van een verkeerde tweet valt de bank echt niet om.’
Sleddering heeft niet de illusie dat nu ineens 50.000 bankmedewerkers voluit gaan zitten kwetteren. Dat hoeft van hem ook niet. ‘Het gaat niet om meer volume. Ik vind twee of drie berichten per dag al veel. En er zullen ook medewerkers zijn die alleen maar luisteren.’ De medewerkers worden volgens hem niet op hun sociale-media-activiteit beoordeeld, want ‘dan wordt het weer een dingetje dat je moet doen’.
Vaker contact
In de praktijk blijken medewerkers sociale media vooral handig te vinden om vaker contact te hebben met klanten. ‘Een accountmanager midden- en kleinbedrijf kan niet vijf keer per jaar met al zijn klanten afspreken. Via sociale media is dat makkelijker. Niet door blind rapporten door te sturen, maar door er iets persoonlijks van te maken. We willen geen Rabo-roeptoeters. En je moet het doen op een moment waarop het relevant is.’
Sleddering noemt als voorbeeld een medewerker van Rabobank Westland die op sociale media een bouwtekening van een bedrijfspand van een zakelijke relatie zag. ‘Hij nam contact op, want misschien kon de bank daarin iets betekenen. De ondernemer vroeg toen alsnog om een financieringsvoorstel, maar onze medewerker heeft uiteindelijk geadviseerd om het toch uit eigen middelen te betalen. Dat was beter voor de ondernemer.’
Copyright: Het Financieele Dagblad, 22 maart 2016.