Twee accountants van BDO waren niet kritisch genoeg bij de controle van jaarrekeningen van de van fraude verdachte vermogensbeheerder Box Consultants. Maar het strafrechtelijk onderzoek naar de Brabantse vermogensbeheerder hebben ze niet tegengewerkt door te liegen tijdens een getuigenverhoor.
Dat concludeert het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in een onherroepelijk vonnis.
De uitspraak is een domper voor het OM. Justitie had hoog ingezet door in hoger beroep een van de accountants opnieuw te beschuldigen van frustreren van het strafrechtelijk onderzoek. Hij zou volgens het OM hebben gelogen bij een getuigenverhoor in het onderzoek naar Box, een vermogensbeheerder uit Waalre die naar verluidt leden van het koningshuis tot zijn klanten rekent.
Ongeloofwaardig
Liegen is een doodzonde in het streng gereguleerde beroep van accountants. Het CBb zegt in het hoger beroep dat obstructie ‘niet voorstelbaar, zo niet ongeloofwaardig’ is. Er was in de ogen van het rechtscollege namelijk geen belemmering voor de opsporingsambtenaren om door te vragen; sterker nog, dat is hun taak als een vraag door een getuige ‘niet bevredigend’ is beantwoord.
Overeind bleef het oordeel dat de accountants op één onderdeel niet kritisch genoeg waren bij de jaarrekeningcontrole. Het CBb draaide een eerder door de Accountantskamer opgelegde ‘berisping’, de op een na zwaarste sanctie voor een accountant, evenwel terug naar een waarschuwing.
Rehabilitatie
Dat is goed nieuws, vindt advocaat Andre Gaastra. ‘Het betekent rehabilitatie voor mijn cliënten.’ Onder hen is accountant Pieter-Paul Saasen, jarenlang een boegbeeld van accountantsorganisatie BDO. Door het strafrechtelijk onderzoek tegen Box en de daarmee samenhangende tuchtklachten moest hij een stap terug doen. Saasen legde onder meer zijn functie als hoofd van de controlepraktijk van BDO neer en stopte hij als lid van een hervormingscommissie van beroepsorganisatie NBA.
De tuchtprocedure is uitvloeisel van een zich al jaren voortslepend strafrechtelijk onderzoek naar Box Consultants uit Brabant. Centraal daarbij staat een brief uit 2009 die zogenaamd door de Amerikaanse belastingdienst IRS was verstuurd, maar naar later bleek afkomstig was van Erwin Hogers, een gefrustreerde boekhouder van Box. Strekking van de brief: Box fraudeert en wast geld wit.
Valsheid in geschrifte
De Fiod gebruikte de vervalste brief om in 2015 binnen te vallen bij de vermogensbeheerder, denkt Box. Het OM verdenkt de vermogensbeheerder van het achteroverdrukken van €8 mln aan provisies ten koste van klanten. Daarbij zou de vermogensbeheerder valsheid in geschrifte hebben gepleegd. De zaak is in al die jaren niet voor de rechter gebracht.
Ook in de tuchtprocedure tegen de BDO-accountants speelden de provisies, ook wel ‘retrocessies’ genoemd, een rol. Het college vindt dat de accountants deze retrocessies als ‘significant controlerisico’ hadden moeten aanmerken. ‘Niet uit te sluiten viel immers dat uit nader onderzoek zou blijken dat ten onrechte geen betalingen aan cliënten plaatsvonden.’
Verschoningsrecht
Box laat zich ondertussen ook niet onbetuigd. De vermogensbeheerder heeft een advocatenteam van Zuidaskantoor Stibbe ingeschakeld. Nog afgelopen zomer liet Box onder meer een aantal officieren van justitie als getuigen horen over de rol van de vervalste brief in het strafrechtelijk onderzoek. De aanklagers beriepen zich op hun verschoningsrecht. Of dat terecht was, moet het Gerechtshof in Den Bosch nog uitmaken.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 11 december 2019