Waarderingen in ontwikkelde markten zijn niet langer laag en volatiliteit is te verwachten. Om uiteenlopende redenen zien twee grote Amerikaanse asset managers vooral kansen in opkomende markten.
Dit blijkt tijdens een discussie met aandelen- en obligatiespecialisten van de Amerikaanse fondshuizen T. Rowe Price en MFS, waarbij ook Fondsnieuws aanschoof.
Er is afgelopen jaar het een en ander veranderd, roept Laurence Taylor (foto), specialist wereldwijde aandelen van T. Rowe Price, in herinnering. Een jaar terug drukten zorgen om de Chinese economie de koersen nog. ‘De markt was goedkoop en je had eigenlijk blind kunnen kopen. Nu zijn de markten niet langer goedkoop, al zien ze er ook weer niet extreem duur uit.’
Veel van de opwaardering wordt op het conto geschreven van ‘reflatie’, het beleggingsthema van stijgende rente en inflatie dat in de tweede jaarhelft de markt steeds meer bepaalde. De verkiezing van Donald Trump als president van de Verenigde Staten werkte hierbij als katalysator.
‘Er is veel gebeurd aan het politieke front. Er was verandering, maar ook veel ruis’, aldus de aandelenspecialist. ‘Wij zijn momenteel wat voorzichtiger dan de markt.’
Taylor wijst op de steeds verder afgenomen index voor marktvolatiliteit. ‘De VIX zit vast op een gedrukt niveau. Tactisch houden wij daarom rekening met een tijdelijke daling, al geloven we dat onderliggend het herstel zal doorzetten.’
Wat in de VS bij kan dragen aan een opleving van de volatiliteit is de gestegen schuldenlast van het Amerikaanse bedrijfsleven. In zijn presentatie toont Taylor een grafiek van de ontwikkeling van de schulden ten opzichte van het aandelenkapitaal. Dit liep op van circa 50 procent voor Amerikaanse smallcaps en 70 procent voor largecaps in 2011 naar dik 90 procent voor beide categorieën vorig jaar.
Ook ten aanzien van andere ontwikkelde markten denkt hij dat beleggers het momenteel te rooskleurig zien. ‘In Europa en Japan zijn de markten geprijsd alsof ze met een schok tot leven zullen komen.’
Verder kijken noodzakelijk
Beleggers zullen daarom verder moeten kijken. De les van vorig jaar was dat vooral binnen de Amerikaanse markt bepaalde sectoren meer profiteerden dan andere van de gewijzigde omstandigheden. Iets soortgelijks zal gaan spelen tussen landen, verwacht Taylor.
Portefeuillemanager vastrentende waarden Rob Hall van MFS sluit zich hierbij aan. Hij begint zijn presentatie met een grafiek die het verband laat zien tussen spreads op obligaties uit opkomende landen en de prijzen van olie en andere grondstoffen.
Hieruit concludeert hij dat opkomende landen de wind weer in de rug hebben van stijgende grondstoffenprijzen. Taylor wijst erop dat wat betreft olie, hier wel iets op af te dingen is. De vraag uit China neemt af en in Amerika worden nieuwe methoden voor oliewinning efficiënter.
India
Maar Hall werpt tegen dat de VS de wereld niet van olie zal gaan voorzien en de vraag van China wordt overgenomen door andere opkomende markten. Zo heeft India de koppositie qua economische groei van China overgenomen.
Ook Hall wijst op de dispersie in ontwikkeling. ‘Landen als India en Brazilië zien hun balansen aansterken en de basis voor belastinginkomsten verbetert. Dat zijn dingen die we als fondsmanagers fijn vinden.’
India is in zijn portefeuilles overwogen, terwijl volgens hem voor Brazilië al genoeg is ingeprijsd. Daarnaast zien ook landen als Peru en de Filipijnen er om vergelijkbare redenen aantrekkelijk uit.
Aandelenbelegger Taylor wijst erop dat bij T. Rowe Price de nadruk meer ligt op fundamentele bedrijfseigen karakteristieken als waarde en groei. Maar hervormingen in landen als India en Brazilië verbeteren wel de vooruitzichten voor bedrijven die hier actief zijn.
Hij ziet over het geheel genomen dat het opkomende landen ‘niet meer slechter gaat’. Vanaf deze basis is het groeipotentieel groot, ‘terwijl ontwikkelde landen al veel verder in de cyclus zijn’.
Meer achtergronden op Fondsnieuws: