Juno Investment Partners - team
i-GTJLM7S-L.jpg

Bij Juno Investment Partners draait het om langetermijnconvictie. Dit geldt niet alleen voor de bedrijven waar ze in beleggen, maar vooral voor hun beleggingsstijl. De lancering van het Juno Continuation Fund brengt weinig nieuws en dat is ook de bedoeling. ‘Wat wij doen is eigenlijk oersaai’, aldus de kersverse fondsmanager Rob Deneke.

Fondsnieuws sprak Deneke (foto, tweede van rechts) kort na de officiële lancering van het tweede fonds na het Juno Selection Fund. Op de vraag of het extra druk met zich meebrengt om in de voetsporen te treden van dit succesvolle fonds, dat sinds de oprichting gemiddeld 12 procent rendement per jaar behaalt, antwoordt hij: ‘Er is zeker sprake van gezonde druk en dat moet ook, vind ik. Ergens vrijblijvend ingaan, dat is niet de aard van het beestje.’

Deneke verliet na 24 jaar Comgest om zich te kunnen richten op zijn oude liefde, namelijk fondsbeheer. Per 1 februari maakte het nieuwe fonds een vliegende start: ‘We zijn begonnen met tachtig participanten, die we kunnen onderverdelen in drie groepen: bestaande klanten van het Selection Fund, klanten die niet meer in het Selection Fund terecht konden en echt nieuwe klanten. We hebben momenteel een belegd vermogen van zo’n 28 miljoen euro dat we momenteel beleggen in circa 15 posities.’

Frans Jurgens (op de foto uiterst rechts), oprichter van Juno Investment Partners, vult aan dat er eigenlijk nog een vierde klantgroep is: de medewerkers van Juno Investment Partners. ‘Dat vinden wij belangrijk. Niet alleen voor onze eigen onderneming, maar ook voor de bedrijven waarin we beleggen. Het is een van de redenen waarom we in onze aandelenselectie vaak uitkomen bij familiebedrijven.’ 

Continuering van de Juno-Investments-stijl

Wat betreft de beleggingsstijl hoeven beleggers geen grote veranderingen te verwachten van het nieuwe fonds. De naam zegt het al: het is een continuering van de Juno-stijl. Het Continuation Fund gaat zich eveneens richten op beleggen in ‘kwalitatief hoogstaande beursgenoteerde (familie-)bedrijven die een voorspelbare jaarlijkse winstgroei kunnen bereiken’.  Maar daar waar het Selection Fund investeert in bedrijven met een beurswaarde van 250 miljoen euro tot maximaal 4 miljard euro, is dat laatste niveau juist het startpunt voor het Continuation Fund.

‘We hebben nog nooit een uitstapje gedaan naar een andere beleggingsstijl of naar een andere sector. We doen wat we doen, omdat we dat leuk vinden en goed denken te kunnen. We weten ook dat dit niet altijd populair is en dat er andere investeringsstijlen en beleggingen zijn die het soms beter doen. Maar wij hoeven niet ieder sprintje te winnen, wij willen een marathonloper zijn’, legt Jurgens uit. 

Bedrijven zitten gemiddeld 8 jaar in de portefeuille van het Selection Fund, de turnover in het fonds ligt rond de 15 procent. ‘Externe factoren die je op de voorpagina’s van kranten ziet, daar trekken wij ons in principe niks van aan. En onze bedrijven hebben daar doorgaans ook weinig last van. Het gaat ons om een portefeuille die wat tegenwind kan hebben’, legt Deneke uit. 

5-jaarshorizon

‘Marktsentiment speelt niet mee in onze allocatiebeslissingen. Maar helemaal los van de markt zijn we natuurlijk ook niet. Bij ieder bedrijf kijken we naar een 5-jaars horizon: waar staat dit bedrijf over 5 jaar qua winstgevendheid; welke koerswinstverhouding hoort daarbij; hoeveel dividend zullen we ontvangen; en wat zijn we bereid om daar nu voor te betalen?’, vult Jurgens aan. 

Hij vervolgt: ‘Voor deze discontering rekenen we natuurlijk wel met een risicovrije rente en dat is normaliter de actuele rentestand met een opslag. Maar met de huidige rente zou alles interessant en te goedkoop zijn en dat vinden wij verre van prudent. Wij rekenen daarom met een fictieve 10-jaarsobligatie à 3,5 procent. Hierin ligt inderdaad besloten dat wij er van uitgaan dat de rente ooit weer zal stijgen naar 3,5 à 4 procent.’

Voor wat betreft de bedrijven waarin geïnvesteerd wordt, is het volgens Jurgens vooral een kwestie van goed je huiswerk doen. ‘Het fijne van een hoge multiple stock (red. de maatstaf om aan te geven hoeveel keer de winst er voor een aandeel betaald wordt) is dat als ze teleurstellen, je zult zien dat als er echt iets aan de hand is, niet alleen de winst daalt, maar ook de koerswinstverhouding. Als je dan je huiswerk hebt gedaan en je concludeert dat de reden niet structureel maar incidenteel is, dan moet je all-in gaan.’ 

Pech

Maar soms heb je pech, vertelt Deneke. Hij vertelt over de Zwitserse tandimplantatenproducent Straumann. ‘Echt een bedrijf waar alles klopt, veruit de grootste  producent in het hoge segment en met hun zaken uitstekend op orde. Tot ze op een gegeven moment zeiden: we gaan een tweede lijn opzetten in het lagere segment. Onze angst was dat dit subsegment het succes in het premiumsegment zou ondermijnen. Maar ze bleken dit zeer goed te hebben voorbereid en het was een enorm succes. Wij waren, naar goed Juno-gebruik, veel te voorzichtig. Het bedrijf groeide uiteindelijk zoveel dat het de grens van 4 miljard doorbrak en het dus niet meer in aanmerking kwam voor het Selection fund.’

Maar het Continuation Fund biedt voor een bedrijf als Straumann nu dus alsnog mogelijkheden. ‘En we hebben meer van deze voorbeelden, waarin we te voorzichtig zijn geweest en waar we de trein zagen vertrekken. Maar als het naar ons idee nog steeds goede bedrijven zijn, dan passen ze in ons nieuwe fonds. Het is een van de pilaren waar het Continuation Fund op is gebouwd: bedrijven die in het Selection Fund ontgroeid zijn of die op het punt staan eruit te groeien’, besluit Deneke.

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No