Anderhalf jaar staat Gilbert Van Hassel aan het roer bij Robeco. Hij is de boel flink aan het opschudden. Door kosten te besparen en focus aan te brengen. ‘Als de inkomsten sneller groeien dan de kosten, kun je investeren in je bedrijf.’
De asset management-industrie is in een nieuwe ijstijd terechtgekomen, zei de Belgische Robeco-topman Gilbert Van Hassel begin vorig jaar tijdens een toespraak. Als gevolg van onder meer de toenemende regeldruk, technologische ontwikkelingen en de stijgende populariteit van goedkope passieve beleggingsproducten stijgen de kosten van assetmanagers, terwijl er druk is de fees te verlagen, waardoor de inkomsten dalen. Dit geeft druk op de marges.
Vooralsnog lijkt er bij Robeco echter weinig aan de hand. ‘Wij hebben een fantastisch jaar achter de rug en ook dit jaar is goed begonnen’, zegt de topman vanuit het Robeco-kantoor met uitzicht over het plein voor Rotterdam Centraal Station.
Het vermogen onder beheer groeide in 2017 van 139 miljard euro naar 161 miljard euro waarvan 30 procent retail en 70 procent institutioneel vermogen. De helft van de groei is het gevolg van netto-instroom en de andere helft van koerswinst. ‘Dat betekent dat er iedere maand bijna 1 miljard euro aan netto nieuw vermogen is binnengekomen en tot nu toe zet deze trend dit jaar door.’
Dit neemt niet weg dat Van Hassel voortvarend aan de slag is gegaan de cost-income-ratio te verbeteren. ‘Als de inkomsten sneller groeien dan de kosten, kun je investeren in je bedrijf’, zegt hij eenvoudigweg.
Eerder dit jaar maakte Robeco bekend de volledige backoffice en een deel van de midoffice te gaan outsourcen aan JP Morgan. Van Hassel werkte in de jaren negentig voor JP Morgan in Japan.
De outsourcing betreft de bewaring van stukken, de fondsadministratie, stortingen, het uitlenen van effecten. Eigenlijk alle dingen die voor de klant onzichtbaar zijn. ‘Alleen klantrapportages maken, blijven we zelf doen, net als het meten van de performances’, zegt Van Hassel. ‘Dat is immers de weergave van de producten die we verkopen. Het is dus heel belangrijk dat dat goed gebeurt en we daar zelf goed de controle over houden.’
Bijblijven
De beslissing over te gaan tot outsourcing was volgens de topman noodzakelijk. ‘We waren een van de zeldzame middelgrote assetmanagers die dit allemaal nog zelf deden.’ Dit gebeurde heel goed, volgens hem, maar internationalisering en een versnelde toename van het gebruik van technologie maakte dat het fondshuis besefte dat het steeds opnieuw zou moeten blijven investeren om bij te kunnen blijven.
‘Daar komt bij dat de complexiteit van producten en gebruikte instrumenten toeneemt. Je moet hier dus continu je systemen op aanpassen. Anders zorgt dat voor vertraging. Wij zijn een belegger. De rest kunnen we beter overlaten aan een partij die hier internationaal in gespecialiseerd is. Daardoor kunnen wij bovendien sneller met de zon meedraaien en beter in verschillende tijdzones opereren.’
Dat hier direct beperkt kosten voor de fondsen mee bespaard worden, heeft niet de doorslag gegeven voor de beslissing. Van Hassel: ‘Belangrijker is dat we op deze manier toekomstige kosten kunnen vermijden.’
Op termijn verdwijnen als gevolg van deze reorganisatie bij Robeco 70 tot 80 banen. Onvermijdelijk, aldus Van Hassel. ‘We spelen in de Champions League. Dan moet je deze kwaliteit bieden.’
Dit past bij zijn opdracht. Vorig jaar zei hij in gesprek met Fondsnieuws dat zijn opdracht als bestuursvoorzitter simpel is: ‘Zorgen voor een zo goed mogelijke performance voor onze klanten.’
Dat gaat goed, zegt hij nu. Van Hassel houdt van focus. Binnen Robeco onderscheidt hij vier kerngebieden: duurzaamheid, kwantitatief beleggen, bedrijfsobligaties en opkomende markten.
‘Dit zijn de gebieden waarvan wij denken dat er echt vraag naar is van klanten; waar wij een goede performance kunnen bieden en waarvan wij denken dat we - bij sommige op termijn - de reputatie kunnen opbouwen dat als je klanten vraagt naar de beste vijf spelers op dat gebied ze ook Robeco noemen.’
De performance is op alle vier deze gebieden goed, maar vooral op het gebied van bedrijfsobligaties en opkomende markten kan dit nog wel wat beter worden uitgedragen, vindt de topman, die de organisatie die hij aantrof bij zijn aantreden sowieso ‘iets te snel tevreden en iets te veel naar binnen gericht’ vond.
Alle werknemers is daarom op het hart gedrukt klantcontact boven aan hun prioriteitenlijstje te zetten. Om de doelstelling om meer naar buiten te treden, te onderstrepen, opende Robeco het afgelopen jaar kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Japan en de Verenigde Staten. ‘Dat werpt zijn vruchten af’, zegt de topman.
Eerder noemde Van Hassel private debt of andere illiquide assets zoals infrastructuur terreinen waar mogelijk nog versterking zou worden gezocht door bijvoorbeeld een team over te nemen van een andere assetmanager.
Groeidoelstelling Orix
Hier is het tot nu toe echter niet van gekomen, ook niet van andere overnames trouwens, terwijl het Japanse moederbedrijf Orix eerder wel heeft laten doorschemeren een flinke groeidoelstelling te hebben en open te staan voor overnames op assetmanagementgebied.
Volgens Van Hassel komt hier momenteel weinig van omdat de koersen de laatste jaren dusdanig zijn opgelopen dat de prijzen gewoon heel hoog zijn geworden. Te hoog, vindt hij.
En dus wordt er voorlopig ingezet op organische groei. Momenteel zijn dit vooral partnerschappen, zegt Van Hassel, het samen met een klant komen tot een maatwerkoplossing.
Eerder zei hij ook de mogelijkheid te onderzoeken het directe retailverkoopkanaal Robeco One in het buitenland uit te rollen. Dit vergt echter enorme investeringen, zegt de topman, dus is voorlopig besloten dit niet te doen.
‘Wij willen primair focussen op dat waar wij toegevoegde waarde kunnen bieden en dat is beleggen volgens de eerder genoemde strategieën.’ Inspelen op de populariteit van passieve fondsen, door indexproducten te gaan aanbieden, overweegt Van Hassel niet. Wel zegt hij met interesse naar het vehikel etf te kijken, met zijn intraday verhandelbaarheid en directe prijsstelling. Zoals er nu in beleggingsfondsen gehandeld wordt - één keer per dag op de ‘net asset value’ (NAV) - is hopeloos ouderwets, zegt hij.
Zover is het echter nog niet. Een bekend probleem met het verpakken van actieve beleggingsstrategieën in een etf-jasje is dat trackers verplicht zijn op dagbasis al hun posities te publiceren. Actieve huizen zien hun positionering echter traditioneel als het geheim van de smid en willen deze niet zomaar prijsgeven. Dit is inderdaad ook nog wel een puntje van aandacht, beaamt Van Hassel.
Voorlopig is dé uitdaging voor de toekomst relevant te blijven, zegt Van Hassel. ‘Wij proberen dat te doen door excellente producten aan te bieden. Ik ben maar een voorbijganger. Robeco bestaat volgend jaar negentig jaar. Ik hoop dat het nog negentig jaar zal bestaan.’
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine dat op 21 maart is verschenen.