Een maand nadat de EU de beleggingssector heeft opgedragen cliënten te vragen naar hun voorkeuren op het gebied van duurzaamheid, lijken beleggingsondernemingen weinig enthousiasme te tonen om aan de nieuwe eisen te voldoen, aangezien de complexiteit rond de ESG-regels van de EU blijft bestaan en de vrees voor greenwashing blijft bestaan.
Sommige spelers in de sector voldoen wel aan de eisen, maar velen houden nog even pas op de plaats. De EU-toezichthouder Esma heeft in een reactie laten weten dat het overtreden van de regels een administratieve en misschien zelfs een strafrechtelijke overtreding kan zijn.
Vanaf 2 augustus moeten beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders bij hun particuliere cliënten specifieke informatie inwinnen over hun voorkeuren op het gebied van duurzaamheid, en hen beleggingsproducten aanbieden die bij hun voorkeuren aansluiten. Deze verplichting is in werking getreden als gedelegeerde handeling die deel uitmaakt van de Mifid II-richtlijn van de EU.
Van de twaalf ondernemingen die investmentofficer.lu de afgelopen weken heeft benaderd, hebben er vier gereageerd. Robeco en Van Lanschot Kempen, meldden dat er inspanningen zijn geleverd. Een woordvoerder van één bedrijf wilde niet worden geïdentificeerd omdat het zijn praktijken nog niet had aangepast. Toezichthouders, brancheorganisaties en gespecialiseerde consultants meldden een gemengde acceptatie.
Wachten om te zien wat anderen doen
‘We zien verschillende reacties van financiële marktdeelnemers’ , aldus Pierre Nemeth, chief executive officer bij Sopiad, een financieel softwarebedrijf. ‘Zij die vanaf dag 1 compliant willen zijn… (en) zij die liever niet volgen…, met als argument dat er het eerste jaar geen externe audit zal worden uitgevoerd. Zij wachten af wat andere spelers doen.’
De Europese Autoriteit voor effecten en markten, of Esma, zei dat de sector geen andere keuze heeft dan de nieuwe vereisten te aanvaarden. ‘Het verlenen van beleggingsdiensten in strijd met de toepasselijke wettelijke voorschriften is een overtreding die als een bestuursrechtelijk (of mogelijk zelfs strafrechtelijk) delict kan worden aangemerkt”, aldus een woordvoerder in een e-mail.
‘Grote mate van complexiteit’
De European Fund and Asset Management Association, of Efama, schreef het beperkte enthousiasme toe aan de complexiteit van de regels. “Er komt nog een grote hoeveelheid complexiteit bij kijken om de duurzaamheidsvoorkeuren van beleggers te incorporeren en veel onderling samenhangende regelgeving is nog in behandeling’, aldus Carolina De Giorgi, beleidsadviseur regelgeving bij Efama.
Esma erkende dat haar bijgewerkte ESG-richtsnoeren nog moeten worden gepubliceerd. In april van dit jaar publiceerde het een raadplegingsdocument over de richtsnoeren. De Vereniging van de Luxemburgse Fondsindustrie heeft geklaagd over de ‘moeilijkheden die zijn ontstaan door het niet op elkaar afstemmen van de toepassingsdata” en heeft gevraagd om ‘flexibiliteit’ bij de tenuitvoerlegging.
Herziening van processen
Om aan de regels te voldoen, moeten ondernemingen het ‘onboarding’ -proces voor nieuwe cliënten aanpassen en bestaande cliënten een vragenlijst voorleggen. Het proces is vergelijkbaar met het vragen van cliënten naar hun risicobereidheid, wat nu in de hele EU gebruikelijk is.
‘De kernvraag die we onze cliënten stellen is: Wilt u dat uw duurzaamheidsvoorkeuren worden meegenomen in uw beleggingsadvies?’, aldus Lars Dijkstra, chief sustainability officer bij de Nederlandse zakenbank Van Lanschot Kempen. ‘Dit heeft gevolgen voor zowel onze productie- als distributierol.’
Op basis van de profielen kunnen adviseurs producten aanbevelen die onder de Sustainable Finance Disclosure Regulation in verschillende categorieën vallen, zoals artikel 8-fondsen, ‘donkergroene’ artikel 9-fondsen of ‘bruine’ artikel 6-fondsen, afgestemd op de taxonomie van de EU.
‘Om te voldoen aan Mifid II heeft Robeco haar klanten per brief benaderd met de vraag wat hun duurzaamheidsvoorkeuren zijn’, zegt Masja Zandbergen, hoofd ESG-integratie bij de Nederlandse onderneming. ‘We evalueren momenteel de antwoorden en beoordelen of ons aanbod aansluit bij de voorkeuren van de klanten.’
Duurzame beleggingen nog steeds niet begrepen
Volgens Zandbergen begrijpen klanten de definitie van duurzaam beleggen nog steeds niet helemaal. ‘We zien nog steeds veel verwarring bij klanten’ , zegt ze. ‘Wat is een acceptabel niveau van duurzaam beleggen in een artikel 8-fonds? Er zijn vragen rond de implicaties van verschillende definities/drempels en wat de impact op risico/rendement zou kunnen zijn.’
Sommige deelnemers uit de sector, waaronder de Nederlandse vermogensbeheerder APG, hebben aangevoerd dat de complexiteit van de regelgeving en het ontbreken van betrouwbare gegevens over duurzame beleggingen greenwashing in de hand werkt doordat ESG een onderwerp van concurrentie wordt. De inval in de kantoren van Deutsche Bank’s vermogensbeheertak DWS in Frankfurt is maar één voorbeeld.
Esma, als toezichthouder, zei dat hoewel de nadruk in de duurzame EU-wetgeving tot nu toe lag op informatieverstrekking en transparantie, er een minimumnorm voor financiële producten moet worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat er geen misbruik kan worden gemaakt van de EU-regelgeving.
“Hoewel de toegenomen transparantie van SFDR een welkom instrument is om greenwashing tegen te gaan (en niet om het te bevorderen), is Esma bezorgd dat de financiële sector SFDR-openbaarmakingen gebruikt als proxy voor ‘duurzaamheidslabels’’ , aldus Esma. ‘Daarom is Esma van mening dat het noodzakelijk is om enkele minimumnormen te creëren voor financiële producten om ervoor te zorgen dat duurzaamheidsvermeldingen niet op deze manier worden misbruikt.’
De beschikbaarheid van betrouwbare ESG-gegevens zal de komende jaren verbeteren, aangezien de Corporate Sustainability Reporting Directive, of CSRD, bedrijven verplicht om de rapportage te verbeteren.
Strijd tegen greenwashing
‘De CSRD zal naar verwachting het transparantieniveau van de bedrijfsrapportage verbeteren, wat een vergelijkbare, relevante en betrouwbare basis zal vormen voor de informatiestroom in de waardeketen van duurzaam beleggen. Elk knooppunt van deze keten heeft echter een rol te spelen in de strijd tegen greenwashing’, aldus de woordvoerder van Esma. ‘De CSRD zal een krachtig instrument zijn om dit probleem aan te pakken, maar het zal niet op zichzelf een oplossing bieden.’
Dijkstra van Van Lanschot Kempen zei dat de EU-regelgeving ‘duurzaamheid nog meer op de voorgrond heeft geplaatst in de interactie met onze klanten’, hoewel het wettelijk kader ‘nog onvolledig is’ . ‘We kunnen nog niet de hele breedte bestrijken van wat duurzame beleggingen zouden kunnen zijn’, zei hij.
‘De moeilijkheid is de opeenvolging van sommige andere EU-regelgevingselementen voor duurzame financiering’, aldus Dijkstra. ‘Bepaalde informatie die nodig is voor de Mifid 2-inventarisatie van duurzame beleggingen komt pas aan het eind van het jaar beschikbaar. Dit maakt het in kaart brengen van een volledig product op dit moment een uitdaging.’
Robeco merkt op dat de EU-wetgeving heeft geëist dat alle marktpartijen het onderwerp duurzaam beleggen aan de orde stellen. ‘We beschouwen dit echter echt als een reis. Het interessante zal zijn om te zien wat er de komende vijf jaar van komt. Praktijken van beleggers zullen op de proef worden gesteld.’