Groen doolhof. Photo via Flickr CC-BY-2.0.
6014917153_5482894604_k.jpg

De Europese fondsen- en vermogensbeheersector roept EU-beleidsmakers op om helderheid te verschaffen over de bepaling van ESG- en duurzaamheidsratings voor beleggingsproducten. Asset managers vragen om een stevig en transparant wettelijk kader.

De Europese vereniging voor fondsen- en vermogensbeheer heeft de Europese Commissie vorige week opgeroepen een regelgevingskader voor ESG-ratings te creëren. Het kader moet meer duidelijkheid verschaffen over het aanbod van duurzame beleggingsproducten en moet zorgen voor een gelijk speelveld voor ratingbureaus uit de EU en daarbuiten.

Naast het wettelijk kader riep de vereniging op tot een vrijwillige gedragscode voor ESG-ratings. ‘In vergelijking met een wettelijk kader kan een vrijwillige gedragscode hopelijk snel worden opgesteld, wat de Europese Commissie kan helpen het toekomstige wettelijke kader correct te kalibreren op basis van deze ervaring’, aldus Efama.

Belangenconflicten vermijden

Het nieuwe kader moet er ook voor zorgen dat de sector belangenconflicten kan vermijden en de marktintegriteit kan bewaren door specifieke eisen te stellen aan interne controles en bestuursprocessen. De toezichthouders moeten zorgen voor een concurrerende markt voor ESG-ratings die niet toestaat dat een klein aantal aanbieders buitensporig hoge tarieven voor hun diensten vaststelt.

De oproep van Efama wordt ondersteund door nieuw onderzoek waaruit blijkt dat de vraag van beleggers naar duurzame fondsen blijft toenemen. Het gaat hier om fondsen zoals gedefinieerd in de EU-verordening inzake informatieverstrekking over duurzame financiering (SFDR), die voorwaarden stelt aan “lichtgroene” artikel 8-fondsen en “donkergroene” artikel 9-fondsen.

Uit Efama’s analyse van ESG-ratings die door Refinitiv en Morningstar aan een grote steekproef van artikel 8- en 9-fondsen zijn toegekend, blijkt dat de gemiddelde ratings voor artikel 9-fondsen ‘iets hoger liggen’ dan die voor artikel 8-fondsen.

Geen perfect instrument

De controle op artikel 8- en 9-fondsen is “complex” en vereist dat adviseurs en distributeurs verder kijken dan alleen naar de ESG-rating. ‘Bij het gebruik van ESG-ratings moeten adviseurs en distributeurs hier niet blindelings op vertrouwen, aangezien er geen perfect instrument is om de specifieke ESG-kenmerken van een fonds te doorgronden. 

‘Uit onze analyse is gebleken dat zelfs doelgerichte fondsen die als artikel 9 zijn geclassificeerd, niet noodzakelijkerwijs een hoge ESG-rating krijgen’, aldus Efama. ‘Wij vinden dat financiële adviseurs en fondsendistributeurs niet noodzakelijkerwijs alleen artikel 9-fondsen moeten aanbieden aan klanten die een sterke ESG-voorkeur uitspreken, en dat nationale regelgevingsregels een dergelijke eis niet moeten opleggen.’

Efama zei dat adviseurs en klanten, in plaats van gebruik te maken van sluiproutes zoals het kiezen van een fonds met een hoge rating, moeten proberen te begrijpen wat een fonds echt probeert te bereiken en informatie zoals ESG-ratings niet geïsoleerd moeten gebruiken.

Efama presenteerde beleidsaanbevelingen om ervoor te zorgen dat de markt voor ESG-ratings in de toekomst goed functioneert. De vereniging zei dat fondsen er ook voor moeten zorgen dat hun ESG-aanpak is afgestemd op de ESG-voorkeuren van de belegger. Te denken valt aan uitsluitingen van controversiële activiteiten, en opvattingen over risico’s, zoals risico’s in verband met specifieke milieu- of sociale thema’s in sommige marktomstandigheden.

‘Begrijp de product-set echt’

Een fonds met een hoge rating is misschien niet automatisch in overeenstemming met de ESG voorkeuren van een belegger, aldus Efama. Adviseurs en distributeurs doen er dan ook goed aan om ‘de beschikbare productreeks echt te begrijpen’, door gebruik te maken van andere instrumenten zoals de Europese ESG-template (EET). Ook nationale en internationale richtsnoeren, externe beoordeling door adviesdiensten, engagement met hun stakeholders, benchmarking tegen peers, alsook de precontractuele (SFDR-sjablonen, KID’s) en periodieke verslagen kunnen helpen.

ESG-ratings zijn bedoeld om een indicatie te geven van de ESG-kwaliteit van een fonds op basis van een specifieke methodologie. Dit maakt vergelijking mogelijk omdat elke aanbieder van ESG-ratings dezelfde methodologie toepast op alle fondsen die hij beoordeelt, maar het maakt geen vergelijking van ESG-ratings tussen meerdere aanbieders mogelijk, aldus Efama. 

‘Wij verwachten dat het gebruik van ESG-ratings in de toekomst zal toenemen en zien daarom de noodzaak van een snelle ontwikkeling van een regelgevend kader’, aldus Efama.

Het regelgevingskader zou volgens de vereniging openbaarmakingsvereisten moeten opleggen met betrekking tot de methodologieën en gegevensbronnen die worden gebruikt om ESG-ratings te verstrekken. Volgens Efama is het voordeel van transparantie dat adviseurs en distributeurs dan gebruik kunnen maken van de dataleveranciers die ratings verstrekken die het best aansluiten bij de benadering van het fonds en de doelstellingen van de belegger.

Geen standaardisatie

Efama pleit echter niet voor een standaardisering van de ratingmethoden: ‘Het regelgevingskader mag de onderliggende methoden niet standaardiseren, zodat aanbieders voldoende flexibiliteit hebben om een breed scala aan methoden en benaderingen te gebruiken.’

Wat het gelijke speelveld betreft, merkte Efama op dat de markt voor ratingaanbieders verdeeld is tussen een klein aantal zeer grote niet-EU-entiteiten enerzijds en een groot aantal aanzienlijk kleinere EU-entiteiten anderzijds. Sommige van deze grotere, meer gevestigde marktdeelnemers zijn begonnen met de overname van kleinere en meer gespecialiseerde ESG-aanbieders. 

Het rechtskader ‘moet ervoor zorgen dat alle organisaties die ESG-ratings verstrekken aan in de EU gevestigde fondsen binnen het toepassingsgebied vallen’, aldus Efama.

Efama riep de toezichthouders in de EU op om hun inzicht in de prijsstellings- en vergunningskaders voor ESG-ratings te verbeteren en ervoor te zorgen dat de markt concurrerend blijft, door niet toe te staan dat ‘een klein aantal aanbieders buitensporig hoge tarieven voor hun diensten vaststelt’.

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No