Sepiam (het voormalige La Cambre Funds) biedt een nieuw vastgoedfonds aan dat is voorbehouden aan de cliënten van de verzekeraar One Life. De posities in het fonds zullen vooral bestaan uit small- en midcaps.
In november 2018 gingen de twee compartimenten die La Cambre Funds aanbood op de Belgische markt over in handen van de Franse beheervennootschap Sepiam. Het aanbod is vandaag geconcentreerd rond een flexibel fonds (dat bij Morningstar de maximale score van vijf sterren behaalt) en een fonds dat is gespecialiseerd in Europese smallcaps. Het derde product dat vandaag wordt gecommercialiseerd op de Belgische markt zal geen UCITS-beleggingsfonds zijn, maar een Intern Collectief Fonds dat uitsluitend zal worden verdeeld bij de cliënten van de verzekeringsmaatschappij One Life.
Diversificatie
MS Real Estate zal beleggen in een twintigtal Europese vastgoedbedrijven. De nadruk zal liggen op segmenten die beïnvloed worden door nieuwe trends zoals logistiek, coworkingspaces, energie-efficiënte gebouwen of digitale winkels. Damien Grulier (fondsbeheerder) benadrukt dat ‘dankzij de sterke arbeidsmarkt in Europa de vastgoedprijzen ondersteund zullen blijven. Bovendien blijft beursgenoteerd vastgoed een van de zeldzame activaklassen die nog een hoog rendement kunnen behalen in een klimaat van zeer lage rentevoeten.’
Het fonds zal ten minste vier Belgische bedrijven opnemen in de portefeuille. Die zullen goed zijn voor minstens 20 procent van de activa onder beheer. “De Belgische vastgoedsector is veel defensiever dan de rest van de sector in Europa, en zorgt voor de nodige stabiliteit in de strategie.” De rest van de portefeuille streeft naar een gediversifieerde positionering in Europa om wat meer punch te krijgen in expansiefasen. Het rendement van de portefeuille moet boven de 3 procent uitkomen.
Smallcaps
Een andere eigenschap van MS Real Estate zal zijn om belangen te nemen in smallcaps (minimaal 150 miljoen euro beurskapitalisatie). ‘Het zijn bedrijven waarin de grote fondsen geen posities kunnen innemen, omdat ze doorgaans geen andere keuze hebben dan forse posities in te nemen in Duits residentieel vastgoed of in Frans commercieel vastgoed.’ Het selectieproces bestaat uit een combinatie van kwantitatieve en fundamentele filters, waarbij de verschillende posities regelmatig worden herwogen.
Het fonds zal daarentegen onderwogen zijn in vastgoedontwikkelaars (max. 5 procent van de activa onder beheer) die doorgaans volatieler zijn tijdens correcties. De blootstelling aan een enkele sector mag bovendien niet groter zijn dan 30 procent van het beheerde vermogen. Het fonds heeft aanzienlijke posities in de logistieke sector, die profiteert van de e-commerceboom, weinig leegstand kent en werkt met huurcontracten op lange termijn. ‘Dit segment is goed voor 20 procent van de activa onder beheer’, aldus Damien Grulier, met aandelen zoals WDP of VIB.
Fysiek vastgoed
‘Heel wat Belgische cliënten hebben reeds fysiek vastgoed in portefeuille’, stelt Sebastien Lippens (medeoprichter van Sepiam en verantwoordelijk voor het privébeheer). ‘Hoewel het potentiële rendement op vastgoed potentieel 5,2 procent bedraagt, heeft het rendement de neiging om snel terug te vallen indien het gebouw leegstaat. Bovendien is het moeilijk om snel te verkopen tijdens crisisperiodes, en is het complexer om vastgoed te schenken’ Een fonds dat belegt in beursgenoteerd vastgoed daarentegen is liquide en veel beter gediversifieerd qua geografische regio’s en sectoren. ‘Bovendien zal het veel minder gevoelig zijn voor evoluerende regelgeving, die nefast kan zijn voor de beleggingen in één bepaald land’