Het aantal nieuwe inschrijvingen voor alternatieve beleggingsfondsen in Luxemburg - Europese hub voor private beleggingen - heeft bijna het laagste niveau in zes jaar bereikt . De reden is dat beleggers terughoudend zijn geworden en omdat sommige emittenten hebben besloten het nieuwe jaar af te wachten om te voorkomen dat zij in 2022 wettelijk moeten rapporteren.
In de eerste twee weken van deze maand werden slechts vier nieuwe Reserved Alternative Investment Funds, bekend als Raifs, geregistreerd, zo blijkt uit officiële Luxemburgse bedrijfsgegevens. In oktober werden in totaal 28 nieuwe Raifs opgericht, terwijl november vorig jaar in totaal 41 nieuwe fondsen telde. De definitieve gegevens over november worden volgende week donderdag bekendgemaakt. De laatste keer dat Luxemburg minder dan tien nieuwe Raif-registraties meldde, was in april 2017.
De flauwe staat van de alternatieve markt blijkt ook uit de lijst van alternatieve fondsen die wordt bijgehouden door de Luxemburgse financiële toezichthouder CSSF. Deze lijst, bekend als de AIFM identifier list, laat zien dat er tot nu toe in november ongeveer 30 nieuwe fondsen zijn ingevoerd, vergeleken met ongeveer 200 in november vorig jaar. Op deze CSSF-lijst staan pakweg 13.300 fondsen waarin alleen professionele en institutionele beleggers mogen beleggen.
Twee factoren
Private equity-specialisten bij Alternative Investment Fund Managers, of AIFM’s, schrijven de huidige marktdroogte toe aan twee factoren. Ten eerste de algemene onzekerheid op de financiële markten als gevolg van de inflatie en de stijgende rente. En ten tweede nieuwe Europese regels voor pre-marketing van alternatieve fondsen die dit jaar van kracht werden. Deze nieuwe regeling maakt het mogelijk een fonds op de markt te brengen ook als dat nog niet formeel geregistreerd is.
Volgens de EU-regels voor pre-marketing mag een AIFM nu potentiële professionele beleggers al eerder benaderen met een concept prospectus. Voorheen moesten AIFM’s het fonds eerst oprichten en de formele kennisgevingsprocedure doorlopen voordat ze met hun marketing konden beginnen.
Stephan Grimm, managing director bij Avega Capital Management, een Luxemburgse AIFM, zei dat een van hun klanten onlangs klaar was om een Raif op te richten, maar besloot om het pas in januari op te zetten om te voorkomen dat ze in 2022 wettelijke rapportage moesten doen.
‘Het is dus slimmer om dit regime te gebruiken en naar januari te verhuizen om in 2022 niet tegen extra werk voor een maand aan te lopen’, zei Grimm. ‘We hebben veel onzekerheid in de markten, vanwege de stijgende rente en de komende recessie. Dus de GP’s testen het water nog meer (pre-marketing) om voldoende LP-toezeggingen te hebben voordat ze inlijven.’
Bij private equity is een Limited Partner, de LP, degene die investeert en het kapitaal voor het fonds verschaft, maar die niet echt betrokken is bij het dagelijks beheer. Een General Partner, de GP, is de investeringsprofessional die verantwoordelijk is voor het nemen van beslissingen over de ondernemingen waarin het fonds investeert.
Zes maanden achterstand
De vertraging bij alternatives kan ook samenhangen met de sterke dalingen op de beurzen tot nu toe dit jaar. Waarderingen in alternatieve markten blijven ruwweg ongeveer zes maanden achter bij beursgenoteerde aandelen en obligaties. In tegenstelling tot liquide beursgenoteerde beleggingen wordt de waarde van een illiquide privaat fonds - bedoeld als langetermijnbelegging - minder regelmatig berekend, bijvoorbeeld maandelijks.
Professionele beleggers staan voor moeilijke keuzes nu private investeringen, na de dalingen op de beurzen, een overgewicht hebben gekregen in institutionele portefeuilles. Uit een vorige week gepresenteerde studie van Bfinance blijkt dat de helft van de beleggers “zo lang als nodig” wacht tot deze ontwrichting afneemt.
De Luxemburgse Raif-markt zal moeite hebben om het record van 447 nieuwe inschrijvingen van vorig jaar te evenaren. Dit jaar zijn er tot op heden 383 nieuwe Raifs geregistreerd. In de eerste helft van dit jaar stegen de nieuwe registraties nog met 36 procent ten opzichte van vorig jaar.