James Ross
i-mns95Z3-L.jpg

Een bedrijf met een hoge winstgroei is nog niet per definitie een interessante belegging, stelt fondsbeheerder James Ross van het Janus Henderson Pan European Equity Fund.

Groeibedrijven laten al jaren hun waarde-tegenhangers achter op de aandelenbeurs. Maar het ene groeibedrijf is pertinent het andere niet.

‘Je hebt goede en slechte groeibedrijven. Voor ons is het cruciaal dat een bedrijf zijn kapitaal aan het werk zet, dus met een hoge return on capital’, zegt Ross in gesprek met Fondsnieuws.

De bedrijven die de manager selecteert moeten bovendien van hoge kwaliteit zijn. Met andere woorden: de groei moet consistent en duurzaam zijn.

Pricing power

Vaak komt hij dan uit bij wereldwijd toonaangevende bedrijven, met hoge, zogeheten barriers-to-entry en een groot marktaandeel. ‘Dit zijn bedrijven met de meeste pricing power, en die het best gepositioneerd zijn om hun winsten te herinvesteren.’

Een van de bedrijven in de portefeuille is het Veldhovense ASML, producent van lithografiemachines voor de halfgeleiderindustrie. Een bedrijf met in wezen een monopoliepositie, in een industrie die steeds minder cyclisch wordt door het gebruik van chips in steeds meer apparaten.

Assa Abloy

Zoals in de sloten van Assa Abloy, een andere naam in het Pan European Equity Fund. Dit Zweedse bedrijf was al marktleider op het gebied van mechanische sloten, en bezet die positie nu ook in de relatief nieuwe, maar snelgroeiende markt voor ’smart locks’ waarbij sloten op afstand of met behulp van gezichtsherkenning geopend kunnen worden.

De recent gesloten overeenkomsten tussen Assa Abloy en Google’s Nest Labs, Amazon en Walmart onderschrijven die positie, aldus Ross.

Prijskaartje

Aan groeibedrijven van hoge kwaliteit hangt een stevig prijskaartje, maar dat is volgens de manager volledig gerechtvaardigd. ‘Een bedrijf als Rio Tinto mag bijna de helft goedkoper gewaardeerd zijn, maar hoe hoog hun winst over 5 of 10 jaar zal zijn is een complete gok. Bij ASML ben ik ervan overtuigd dat de winst en boekwaarde in die periode zullen toenemen.’

‘Of neem telecombedrijven die hun winst soms volledig in dividend uitkeren. Misschien dat de koers van zo’n aandeel ergens in de komende tien jaar is verbeterd, maar ik heb nu geen idee wanneer en om welke reden dat moet gebeuren. We vermijden dus over het algemeen value-aandelen.’

De gemiddelde voorwaartse koerswinstverhouding van de namen in zijn portefeuille bedraagt 17, tegen 14 a 15 voor de markt.  ‘Onze bedrijven zijn dus niet goedkoop, maar we zijn dit wel gewend en het heeft ons er in het verleden niet van weerhouden een outperformance te realiseren.’

Van overwaardering is geen sprake, gelet op de waardering van cyclische aandelen ten opzichte van defensieve aandelen waar veel van de bedrijven in zijn portefeuille onder geschaard kunnen worden.

‘En ook relatief zijn deze aandelen met een dividendrendement van 2,5 procent nog altijd aantrekkelijk. Geef je je geld aan de bank, dan krijg je namelijk niks, en beleg je het in obligaties, dan krijg je maar heel iets meer dan niks.’

Meer in het algemeen noemt hij Europese aandelen ‘redelijk’ geprijsd ten opzichte van historische gemiddeldes en zo halverwege de economische cyclus.

Brexit

De macro-economische omgeving speelt overigens geen rol in het hoofdzakelijk bottom up gedreven beleggingsproces van het fonds. ‘Wij houden ons niet bezig met de vraag of er een harde Brexit komt, en wat de gevolgen daarvan kunnen zijn. Wij beoordelen elk bedrijf individueel op zijn eigen meritus. Zo hebben we afgelopen maand gewoon Lloyds Banking Group aan de portefeuille  toegevoegd.’ 

Als het bestuur van een bedrijf zelf aangeeft hinder te zullen ondervinden van bepaalde ontwikkelingen, wordt daar uiteraard wel rekening mee gehouden. Maar de landen- en sectorweging van het fonds is toch vooral een uitkomst van het beleggingsproces, en niet een kwestie van voorkeur.

De sectoren materials en utilities zijn daarop een uitzondering vanwege het ‘volledig ontbreken’ van pricing power. ‘Hier denken we niet snel een aantrekkelijk belegging te vinden.’

Tim Stevenson

Ross is beheerder van circa 1,5 miljard euro grote Pan European Equity Fund sinds september 2016. Hij vergezelt daarmee Tim Stevenson die sinds de oprichting in 2001 het fonds bestiert.

Het duo-schap werd ingesteld na een wat moeilijkere periode voor het fonds. Ook dit jaar blijft het fonds licht achter bij de benchmark. Voor het proces en de strategie van het fonds heeft dit allemaal geen consequenties. ‘Juist door vast te houden aan ons investment beliefs, zijn we ervan overtuigd dat de goede performance vanzelf zal terugkeren.’

Stevenson, die in 1986 bij Henderson aan de slag ging, kondigde eerder deze maand zijn afscheid aan. Ross zal het beheer over het fonds dan in z’n eentje voorzetten. 

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No