Infrastructuur
i-f2KQMv9-L.jpg

Geholpen door oplopende aandelenkoersen behaalden de grote staats- en pensioenfondsen wereldwijd voor het eerst in twee jaar hun rendementsdoel. Daarnaast staken ze meer geld in alternatieve beleggingen. In zes jaar tijd verdubbelde het percentage dat zij investeren in bijvoorbeeld vastgoed of infrastructuur. Het blijft echter lastig om genoeg interessante projecten te vinden.

Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van vermogensbeheerder Invesco onder 126 beleggers wereldwijd. De ondervraagde staats- en pensioenfondsen en centrale banken beheren samen $17.000 mrd aan vermogen.

Alternatieve beleggingen

Het gemiddelde rendement van staatsfondsen kwam vorig jaar uit op 9,4%. Dat is hoger dan de 6,2% die zij zich ten doel hadden gesteld. Dat kwam vooral door een goed resultaat op beleggingen in aandelen.

Veel staatsfondsen maakten bovendien een goed rendement op hun alternatieve beleggingen. Investeringen in onder meer vastgoed, infrastructuur, private equity en bedrijfskredieten liepen in 2017 op naar 20% van het totaal aan belegd vermogen. Dat was in 2013 nog 10%. Die ontwikkeling is een logische uitkomst van de wereldwijde zoektocht naar rendement. Aandelen zijn vrij duur en de rentes op obligaties ontzettend laag. Beleggers wijken daarom uit naar alternatieve investeringen om nog iets van rendement terug te zien. ‘En alternatieve beleggingen verbreden de beleggingsportefeuilles’, zegt Alexander Millar, hoofd staatsfondsen bij Invesco.

Overigens blijven aandelen favoriet: deze zijn goed voor ruim 30% van het belegd vermogen. Beleggingen in obligaties zijn de afgelopen jaren iets teruggelopen en dat heeft grotendeels te maken met de eerder genoemde lage rentes.

De groei in de markt voor alternatieve beleggingen is niet zonder uitdagingen’, zegt Millar. Geld blijft gemiddeld zo’n twee tot drie jaar op de plank liggen voordat staatsfondsen het ergens in investeren. Binnen de alternatieve beleggingen zijn vooral vastgoed en private equity traditioneel populair. 

Infrastructuurprojecten winnen aan belangstelling, alleen het blijft lastig daar vermogen in te steken. Er zijn simpelweg te weinig grote initiatieven, zoals bijvoorbeeld het enorme Chinese Belt and Road Initiative. De projecten die er zijn, zitten daarom snel vol. ‘Vorig jaar was iedereen hoopvol over infrastructuurprojecten in de VS’, zegt Millar. ‘Maar die zijn er nog niet.’

Soortgelijke problemen zijn er bij private equity. Uit onderzoek van dataverzamelaar Preqin bleek begin dit jaar al dat er ruim $1000 mrd aan vermogen brandt in de zakken van private beleggers. Met zo’n berg geld op de plank bieden private-equitypartijen tegen elkaar op. Overnames worden daardoor duurder. Zes op de tien door Invesco ondervraagde staatsfondsen vindt private equity daarom overgewaardeerd.

Actief/passief

Daarnaast beleggen staatsfondsen nu veel meer geld in passieve producten. Daarbij volgen ze een bepaalde index. Het rendement staat nagenoeg gelijk aan de beweging van die index. Actieve beleggers pogen juist een beter dan gemiddeld rendement te behalen.

Het percentage belegd vermogen in passieve producten is nu groter dan in actieve strategieën, zegt Invesco. De vermogensbeheerder kan overigens geen overzicht aanleveren van de verdeling in voorgaande jaren. 

Vooral westerse staatsfondsen maken de overstap van actief naar passief. Dat komt volgens de onderzoekers van Invesco doordat zij meer verantwoording moeten afleggen over hun actieve beleggingen.

Factor

Daarnaast steken staatsfondsen meer geld in zogeheten factorbeleggingen. Daarbij construeren beleggers hun portefeuille rond ‘factoren’ als waarde, groei en momentum. Factorinvesteringen, oftewel ‘smart beta’, vormen nu nog geen tiende van het totaal belegde vermogen in aandelen, maar daar komt volgens Invesco verandering in. ‘Het is, naast actief en passief, een nieuwe, derde pijler’, zegt Millar.

Copyright: Het Financieele Dagblad, 9 juli 2018

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
Yes