Tweesprong: divdendaandelen
i-q4Hjq57.jpg

Pensioenfondsen vinden het lastig om van één partij zowel fiduciaire diensten als vermogensbeheer af te nemen. Dat was voor Axa IM aanleiding om met fiduciair beheer te stoppen, zo legde de Franse asset manager uit na het verlies van Ahold Delhaize Pensioen als klant. Fondsnieuws polste andere fiduciair managers of zij die stelling onderschrijven of niet.

We legden de stelling voor aan de topmensen van vier (externe) fiduciair managers in Nederland, zijnde Twan van Erp, hoofd strategisch portefeuille advies van Achmea Investment Management; Wilse Graveland, hoofd fiduciairy management & institutional solutions bij Van Lanschot Kempen; Maureen Schlejen, hoofd fiduciair van NN Investment Partners; en Geert-Jan Troost, hoofd institutional client business van BlackRock. 

Dit viertal gaat in onderstaande antwoorden in op deze stelling die werd neergelegd door Hans Stoter, CIO van Axa IM Core. Hij verklaarde dat de Franse asset manager al ‘geruime tijd geleden’ het besluit heeft genomen om zich in Nederland te focussen op institutioneel vermogensbeheer in plaats van op adviesdiensten. Stoter zei dat in een toelichting op het verlies van het fiduciaire mandaat van Ahold Delhaize Pensioen, ter hoogte van 6,3 miljard euro, aan Achmea IM. Vandaag werd bekend dat Pensioenfonds Cosun, van wie Axa tevens de fiduciair manager was, overstapt naar Kempen. 

Twan van Erp, Achmea Investment Management

Twan van Erp van Achmea IM, hebben jullie dezelfde ervaring als AXA IM? 

‘Wij herkennen die afwegingen van klanten, maar dat is niet iets nieuws. Klanten maken – terecht  – hun eigen afwegingen, en wij voorzien ze daarvoor ook van relevante informatie. Wij bieden fiduciaire dienstverlening voor een groot aantal Nederlandse pensioenfondsen. De identiteit, wensen en overtuigingen van onze klanten vormen voor ons het uitgangspunt bij het optimaal inrichten van de portefeuille en de dienstverlening. De keuze om het vermogensbeheer intern of extern uit te voeren ligt geheel bij onze klanten, en we zien in de praktijk combinaties daarvan.’   

Wat zijn dan de strategische conclusies die jullie daaruit trekken? 

‘Door onafhankelijke hiërarchische ophanging en heldere functiescheiding, interne processen en overleg- en besluitorganen zorgen wij voor het waarborgen van de onafhankelijkheid van het fiduciair management ten opzichte van het vermogensbeheer. Wat daarnaast van belang is, is om fiduciaire dienstverlening op maat aan te bieden en in te richten; er is geen one-size-fits-all. De afdeling Strategisch Portefeuille Advies heeft een leidende rol in de fiduciaire advisering. Deze afdeling staat hiërarchisch los van de vermogensbeheerorganisatie en is via het hoofd van de afdeling rechtstreeks vertegenwoordigd in de directie (redactie: in casu Twan van Erp). Dit betekent dat de fiduciaire beslissingen en adviezen onafhankelijk worden gemaakt en worden bekeken vanuit de doelstellingen van de klant.’  

Moet je inderdaad voor het een, of voor het ander gaan?    

‘We willen graag benadrukken dat wij elke vorm van beheer aanbieden: van geheel extern, deels extern/intern en geheel intern. De klant bepaalt zelf welke vorm zij wenselijk acht, en wij ondersteunen desgewenst bij die afwegingen. Voor het beheer van de LDI/matchingportefeuille zien wij veel voordelen voor het in één hand beheren daarvan. Hiermee worden efficiencyvoordelen behaald, risico’s beter beheerst en kan flexibel en snel ingesprongen worden op marktontwikkelingen. We spreken hier heel open over met onze klanten.’  

En als de argumentatie van AXA IM niet juist zou zijn, waarom kunnen jullie dan wel wat zij niet kunnen? 

‘Wij hebben een grote en diverse klantgroep die we op maat willen bedienen. We zijn gewend om te werken met verschillende governancemodellen. Dit komt terug in de verschillende vormen van invulling van fiduciaire advisering. Zoals gezegd: er is geen one-size-fits-all; we zoeken altijd naar een model dat het beste aansluit op de wensen van de klant.’ 

Wilse Graveland, Kempen Capital Management

Wilse Graveland van Van Lanschot Kempen, delen jullie de ervaring van Axa IM?

‘De taak van de fiduciair manager is om iets aan te bieden wat maximaal aansluit bij de behoeftes van de klant. Dit is als startpunt voor het in kaart brengen van het aanbod aan beleggingen, zowel actief, passief, liquide en illiquide en met verschillende duurzaamheidsniveau ’s. Gezien het grote aanbod van beleggingsstrategieën verwachten wij niet dat door de fiduciair een aanzienlijk deel wordt belegd in eigen beleggingsstrategieën.’

Wat zijn dan de strategische conclusies die jullie daaruit trekken?

‘Wij zien daarin geen probleem. Eigen strategieën kunnen alleen onderdeel van de portefeuille zijn na goede en transparante benchmarking. Deze benchmarking betekent de beleggingsresultaten, kosten en duurzaamheid beter moeten zijn dan de alternatieven. Dit maakt dat naar verwachting voor 1 à 2 categorieën sprake kan zijn van een onderscheidende propositie, zeker aangezien een groot deel van de portefeuille vaak ook verantwoord passief wordt ingericht.’

‘Een ander onderdeel is het gezamenlijk ontwikkelen (co-creatie) van nieuwe beleggingsstrategieën. Nederland loopt voorop met het integreren van duurzaamheid in beleggingscategorieën en pensioenfondsen hebben behoefte aan maximale diversificatie. Met name voor innovatie is het wenselijk dat een fiduciair manager ook eigen beleggingsstrategieën kan beheren. Niet alleen voor de beschikbaarheid van aanvullende investment expertise, maar ook om als Nederland mee te doen in de internationale vermogensbeheer markt, zeker als het ook gaat om meer lokale investeringsinitiatieven.’

Moet je inderdaad voor het een, of voor het ander gaan?  

‘Wij zien de uitdaging niet zozeer. Beide kunnen goed naast elkaar mits er sprake is van een duidelijke scheiding door een goed multi management proces, een duidelijke governance model en transparante pricing van de dienstverlening. Uiteindelijk gaat er erom of een investmentstrategie in een competitieve markt waarde toevoegt voor een pensioenfonds waarbij performance, scherpe kosten en innovatie een rol spelen.  Als aan deze voorwaarden wordt voldaan kunnen eigen strategieën onderdeel zijn van een beleggingsportefeuille.’

En als die argumentatie aanvechtbaar zou zijn, waarom kunnen jullie dat dan wel?

‘In het algemeen gezegd, Kempen hanteert een open architectuur model, waarbij ook onze eigen strategieën worden meegenomen. Voor alle beleggingen wordt een uniform proces uitgevoerd waarbij de klant uiteindelijk een keuze maakt. Wel is uitgangspunt dat voor de fiduciair management een marktaconforme vergoeding wordt gevraagd. Bij een te sterke focus op een lage prijs voor fiduciair management ontstaat het risico dat er ongewenste prikkels ontstaan bij het selecteren van beleggingsstrategieën.’



Maureen Schlejen van NN IP, heb jullie dezelfde ervaring als die welke Hans Stoter van Axa IM vorige week deelde?

NN IP heeft een andere positie dan Axa in de Nederlandse markt. We zijn een grote speler in de Nederlandse pensioenmarkt. Fiduciair management is een belangrijk onderdeel van het bedienen van deze markt. Verder zien we dat dit vraagstuk klant-specifiek is. Onze fiduciaire propositie is zo ingericht dat we beiden, met en zonder intern beheer, goed kunnen faciliteren. Wat wij zien, is dat naast de adviesdiensten, veelal een LDI-portefeuille in beheer wordt gegeven aan de fiduciair. Klanten scharen dat over het algemeen niet onder extern beheer.’

Wat zijn dan de strategische conclusies die jullie daaruit trekken?

‘Het is voor ons een strategische keuze om actief te zijn in alle facetten van de NL pensioenmarkt, met zowel proposities, oplossingen als beleggingsproducten. Op de NL-markt zien wij adviesdiensten als core business, hebben we een brede klantenbasis en kunnen wij deze diensten aanbieden waarbij het niet noodzakelijk is om asset management ook bij diezelfde klanten af te moeten zetten. Wij zien – als Nederlandse vermogensbeheerder – onze adviesdienstverlening ook als duidelijke toegevoegde waarde voor ons als vermogensbeheerder en visa versa.’

Moet je inderdaad voor het een, of voor het ander gaan?   

‘Wij zien bij ons dat het goed naast elkaar kan bestaan en dat de fiduciaire propositie ook zonder intern beheer toekomstbestendig is.’

Gert-Jan Troost, BlackRock

Geert-Jan Troost van BlackRock, delen jullie de ervaring van Axa IM?

‘Fiduciaire dienstverlening is constant in beweging. Waar in het verleden partijen gecombineerd diensten aanboden, dus bijvoorbeeld een combinatie van fiduciair management met vermogensbeheer, is er in de afgelopen jaren sprake van een duidelijke  - en gezonde - ontbundeling. Een pensioenfonds kiest nu zelf welke dienst het bij welk bedrijf afneemt. Fiduciair beheer kan gemakkelijk losstaan van onderliggende managers van de beleggingen en LDI. Wij boden dit als BlackRock altijd al zo aan, sinds onze eerste fiduciaire klant, inmiddels 20 jaar geleden.’

‘BlackRock is natuurlijk ook bekend als aanbieder van vele beleggingsstrategiëen. Onze fiduciaire klanten vullen hun mandaat totaal naar eigen wens in. Dat betekent ook dat onderliggende beheertaken niet altijd bij BlackRock komen te liggen, maar naar een ander kunnen gaan. Klanten kunnen er ook voor kiezen om bijvoorbeeld alleen bepaalde onderdelen zoals het indexbeleggen of nichebeleggingen in private markten bij BlackRock neer te leggen. Wij ervaren dat klanten vaak voor ons kiezen als fiduciair omdat wij die onafhankelijke manager selectie normaal vinden.’

Wat zijn dan de strategische conclusies die jullie daaruit trekken?

‘Blijf dicht bij de klant, en anticipeer op ontwikkelingen. We bieden onze lokale relaties daarbij ook onze internationale ervaringen. Om een voorbeeld te noemen: in de reeds genoemde ‘ontbundeling’ loopt Nederland weliswaar al jaren voorop, maar denk ook aan de DC ontwikkelingen die ontstaan naar aanleiding van het nieuwe Pensioenakkoord. Er is juist al jarenlange ervaring in andere landen met bijvoorbeeld DC en lifecyles. Het is onze strategische taak als Nederlands kantoor om die ervaring naar de Nederlandse context van onze klanten te brengen.’ 

Moet je inderdaad voor het een, of voor het ander gaan?

‘Volgens mij is het niet “of-of”. Het beleid van onze klant is het startpunt. Om dat beleid optimaal te verwezenlijken moeten de selecties van de fiduciair manager en de asset managers inderdaad onafhankelijke keuzes kunnen zijn. Maar aan de selectie van de specifieke asset managers gaat nog een cruciale stap vooraf, namelijk: hoe vul je je beleid strategisch in? Voorbeelden hierbij zijn: Zoek je actieve managers of kan hetzelfde doel juist veel goedkoper bereikt worden via een tailor-made benchmark? En als diversificatie de focus is, vul je dat dan op manager selectie niveau in of kijken we eerst een niveau hoger in de portefeuille naar een rol voor bijvoorbeeld private markten? Dus de keuzes komen terug in diverse fases van het besluitvormingsproces van onze klant.’

Meer achtergronden op Fondsnieuws: 

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No