Er moet een striktere definitie voor Exchange Traded Funds komen. Zes ETF-aanbieders pleiten hiervoor in een brief die ze vorige week naar de Amerikaanse beurzen hebben gestuurd. De definitie is belangrijk omdat voor beleggers nu soms onvoldoende duidelijk is wat er precies in het fonds gebeurt.
BlackRock, Charles Schwab, Fidelity, Invesco, State Street en Vanguard, gezamenlijk goed voor een beheerd vermogen in ETF’s van ongeveer 4.000 miljard dollar, stellen voor een onderscheid te maken tussen de traditionele ETF’s en de meer complexe en risicovolle productvarianten.
De variaties op de oorspronkelijke ETF’s die een aandelen- of obligatie-index volgen zijn in de loop der jaren enorm toegenomen. Zo omvatten ETF’s inmiddels ook fondsen die financiële derivaten gebruiken om het rendement te vergroten.
‘Hoewel deze beleggingsproducten enorm van elkaar verschillen worden ze allemaal onder de noemer ETF verhandeld’, licht Philippe Roset (foto), verantwoordelijk voor de SPDR ETF’s van State Street in Nederland, toe in een gesprek met Fondsnieuws.
Uiteenlopende risicoprofielen
De aanduiding ETF wordt momenteel gebruikt voor een verzameling van doorlopend verhandelbare beleggingsfondsen met uiteenlopende risicoprofielen. De Amerikaanse is markt is ongeveer 3.950 miljard dollar groot. Veruit het grootste deel -3.800 miljard dollar- hiervan zijn de traditionele ETF’s, waarmee een fysiek gerepliceerd aandelen- of obligatieproduct wordt bedoeld.
Naast deze fondsen zijn er de Exchange Traded Notes (ETN) en Exchange Traded Instruments (ETI) die een waarde van circa 50 miljard dollar vertegenwoordigen. Deze categorieën betreffen schuld-, hefboom- en inverse beleggingsinstrumenten.
Tot slot zijn er de Exchange Traded Commodities (ETC), producten waarmee gepoolde exposure naar fysieke grondstoffen, future- of swapcontracten kan worden verkregen. Dit type fondsen is goed voor ongeveer 100 miljard dollar.
Oliecrash maakt discussie urgent
Met een ETC kan bijvoorbeeld via futurecontracten gespeculeerd worden op de olieprijs. Met de zeer volatiele markten in april zijn sommige van deze beleggingsfondsen hard geraakt. De constructie van een dergelijk product is complex en de waardeontwikkeling van dit product is niet een op een te herleiden naar de ontwikkeling van de olieprijs. Terwijl dit juist wel een karakteristiek is die toegedicht wordt aan een ETF.
ETF’s zijn al langer onderwerp van discussie. Tegenstanders maken zich zorgen over de liquiditeit, terwijl voorstanders juist menen dat de producten de stresstest in de afgelopen maanden met verve hebben doorstaan. Dergelijke voorvallen zoals met de ETF’s die in olie-futures beleggen, kunnen bijdragen aan een onterecht slechte reputatie van ETF’ volgens Roset.
State Street is daarom een van de pleitbezorgers van een striktere definitie. ‘Het classificatievoorstel in de VS is erop gericht om via de beurzen duidelijk te maken dat er verschillende categorieën bestaan en daarmee ook de reputatie van de ETF-categorie te beschermen. ETF’s zijn volgens ons bedoeld om eenvoudig, transparant en kostenefficiënt te kunnen investeren, maar dat is met de structuren zoals ETC’s, ETN’s en ETI’s niet altijd het geval.’
Nieuw is het voorstel niet. In het afgelopen jaar vonden al meerdere besprekingen plaats. De recente crash in de olieprijzen en scherpe schommelingen op de markten hebben de kwestie echter opnieuw urgent gemaakt.
In Europa op de goede weg
De discussie leeft bovendien niet alleen in de VS. Ook in Europa is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de verschillende beleggingsproducten die nu onder een ETF geschaard kunnen worden.
De situatie in Europa verschilt op een aantal belangrijke punten van die in de VS, legt Roset uit. ‘In Europa is een combinatie van ESMA-richtlijnen en MiFID II van kracht. Zo maakt ESMA al een duidelijk onderscheid tussen UCITS ETF’s en ETC’s/ETN’s.’
UCITS staat voor Undertakings for Collective Investment in Transferable Securities. Dit is een richtlijn van de Europese Unie waaraan alle in de EU gevestigde beleggingsfondsen moeten voldoen om verkocht te kunnen worden. Een van de voortvloeisels hieruit is dat de aanduiding UCITS ETF’s in de naam van dergelijke producten terug moet komen.
Roset vervolgt: ‘De MiFID II classificatie van complex / non-complex helpt verder om de leveraged en inverse producten te classificeren. Online brokers kunnen dan bijvoorbeeld extra eisen stellen aan hun klanten voordat ze toegang verkrijgen tot de meer complexe producten.’
Daarnaast is de Europese markt een stuk kleiner dan de Amerikaanse; 825 miljard ten opzichte van 4000. Het feit dat er in de EU onderscheid wordt gemaakt tussen ETF’s, ETC’s en ETN’s is een duidelijk een voordeel ten opzichte van de VS.
Maar ook hier is er nog werk aan de winkel. ‘In Europa wordt nog geen onderscheid gemaakt tussen fysieke en synthetische ETF’s. Die laatste categorie is swap-based en kan bovendien leveraged of inverse zijn. We zijn dus een heel eind op de goede weg, maar er is wereldwijd nog geen eenduidige classificatie.’