‘De Amerikaanse verkiezingen waren een voorbeeld van hoe je fout kan zitten op basis van aannames die je voor feiten aannam’, zegt Benedikt Henne, managing director en co-cio systemic equity van Allianz Global Investors.
Aan de vooravond van de Amerikaanse presidentsverkiezingen maakte Allianz GI een inventarisatie van sectoren die mogelijk geraakt zouden worden door de uitslag.
Voor de Best Styles strategieën, die zich richten op lange termijn factorpremies, werden de blootstellingen naar de sectoren waar het politieke risico het grootst werd geacht zo gering mogelijk gehouden. Uiteindelijk werkte de marktreactie evenwel anders uit dan verwacht.
Politieke omwenteling
Best Styles-manager Henne (foto, midden) noemt dit in een gesprek met Fondsnieuws als voorbeeld van hoe statistische relaties soms minder ‘straight forward’ zijn dan aangenomen, vooral als het gaat om politieke gebeurtenissen.
De factorstrategieën van het Duitse fondshuis concentreren zich op het oogsten van premies voor het aanhouden van aandelen die hoog scoren op eigenschappen als waarde, groei, momentum en lage volatiliteit. In hun gedisciplineerde aanpak willen de managers zo ver mogelijk wegblijven van iedere vorm van ‘timing’ van de markten.
Ze volgen de bewegingen vooral om risico’s te beperken. ‘Aan politieke voorspellingen doen we niet’, zegt Henne. ‘We analyseerden wat een overwinning van het Clinton of Trump-kamp zou betekenen voor de markt en identificeerden sectoren die geraakt zouden worden, zoals bijvoorbeeld farma- en nutsbedrijven.’
‘Hillary Clinton sprak onder meer van “decarbonisation” en wilde het gebruik van kolen als energiebron door bedrijven verminderen. Donald Trump daarentegen had het over “overregulering”.’ De overwinning van Trump zou dus gunstig moeten worden uitgelegd voor kolen-intensieve nutsbedrijven, aldus Henne.
Statistiek zat ernaast
Het pakte echter anders uit. De verkiezing van Trump werd door beleggers gezien als bevestiging van de reeds ingezette trend richting hogere rente. Groei en inflatie zouden immers gestimuleerd worden door de nieuwe regering.
‘Tal van nutsbedrijven werden gezien als “bond proxies” ’, wijst de quant-belegger op de obligatie-achtige eigenschappen van nutsbedrijven. ‘Deze aandelen hebben een “equity duration” [rentegevoeligheid] van circa 15 jaar. Dat leidde tot een underperformance van 5 tot 7 procent tijdens de hierop volgende rentestijging. Het was achteraf een goede beslissing om neutraal te zijn in deze sector in plaats van speculeren op de verkiezingsuitslag.’
Zelfs bij het goed gokken van de verkiezingsuitslag, kan de marktreactie dus precies tegenovergesteld zijn dan verwacht, vervolgt Henne. ‘Het gokken was zeer moeilijk en de pers had geen idee van wat er gaande was. Betrouwbare peilingen zijn erg moeilijk samen te stellen in een gepolariseerd land.’
Het Amerikaanse kiessysteem maakt dat niet elke stem even zwaar weegt. Henne zegt dat het slim was geweest van Clinton om campagne te voeren in zogenaamde swing states als Wisconsin, Ohio en Michigan.
‘Trump ging op het laatste moment nog kris-kras door deze staten, in wat de pers omschreef als wanhoopsoffensief. Dat was het niet. Het was gewoon beslissend voor zijn overwinning.’
Factor outlook
Niet alleen sectoren, maar ook onder factorstrategieën vond in de tweede helft van 2016 een rotatie plaats. De sinds de crisis van 2008 zo populaire strategieën gericht op lage volatiliteit bleven sterk achter. Henne: ‘Alle andere strategieën veerden op.’
De ‘vlucht naar veiligheid’ heeft plaatsgemaakt voor meer optimisme, verklaart de Best Styles-fondsmanager. Daarbij gaat optimisme gepaard met hogere rentes. ‘En low vol is het meest gevoelig voor rentestijgingen.’
De low vol aandelen waren volgens de Duitser ook ‘overbought’. Dat er op enig moment een stap teruggedaan zou worden, is volgens hem niet meer dan normaal. Maar nu ook de rentes zich lijken te stabiliseren, ziet het er voor de meeste factorstrategieën weer beter uit.
‘De tegenwind van 2016 is gaan liggen. Zowel wat betreft de economische cyclus als de rentes is de outlook voor 2017 redelijk tot goed te noemen’, concludeert Henne. Low vol is iets minder duur, maar waarde en in mindere mate momentum zijn nog altijd relatief goedkoop.
Risico’s zijn er zeker ook. Wederom zal de politieke agenda dit jaar een voorname rol spelen. Henne wijst op verkiezingen in Frankrijk en (mogelijk) Italië. Als bijvoorbeeld in Italië een regering zou worden gevormd door partijen die uit de euro willen, is dat een serieus probleem.