De procedures in Europa voor het terugvorderen van bronbelasting blijven omslachtig en duur, waardoor het voor niet-professionele beleggers moeilijk of ‘financieel onmogelijk’ is om dubbel betaalde belastingen op grensoverschrijdende dividendinkomsten terug te vorderen.
Dat blijkt uit een eerder deze maand gepubliceerd onderzoek onder 3.000 Europese beleggers, uitgevoerd door twee belangengroepen van beleggers: de in Brussel gevestigde NGO Better Finance en de in Düsseldorf (Duitsland) gevestigde DSW.
Uit de enquête bleek dat terugvorderingsprocedures ter voorkoming van dubbele belasting over het algemeen als moeilijk worden ervaren. In bijna 70 procent van de vorderingen maakten beleggers kosten. Ook werd duidelijk dat ‘aanzienlijke kennis’ van teruggaafprocedures vereist is.
De complexiteit en vertragingen van deze procedures ondermijnen het vertrouwen van beleggers in grensoverschrijdende investeringen binnen de EU, aldus Better Finance en DSW. De onderzoeksresultaten zijn gedeeld met de Europese Commissie, die in juni een voorstel zal indienen om dubbele belasting te voorkomen.
‘Als we echt een kapitaalmarktenunie tot stand willen brengen, is er dringend behoefte aan EU-maatregelen’, aldus Guilaume Prache, directeur van Better Finance. ‘Alleen vereenvoudigde en geharmoniseerde processen op EU-niveau kunnen grensoverschrijdende retailinvesteringen stimuleren en niet langer belemmeren. Naast louter fiscale samenwerking tussen de EU-lidstaten moeten de belemmeringen voor WHT-teruggaafprocedures worden weggenomen, waaronder gebrekkige grensoverschrijdende procedures en administratieve belemmeringen.’
‘Zeer moeilijk’
Better Finance en DSW onderzochten specifiek de moeilijkheden die particuliere beleggers ondervonden bij hun pogingen om tweemaal betaalde belastingen terug te vorderen. De meeste respondenten - bijna 80 procent - wonen in Duitsland, gevolgd door België, Oostenrijk, Frankrijk, Denemarken en Italië. Zij hebben vooral ervaring met het terugvorderen van dividendbelasting die in Frankrijk, Denemarken, Italië en Duitsland was ingehouden.
Ongeveer 30 procent van de respondenten zegt te hebben geprobeerd in een ander land betaalde bronbelasting terug te vorderen. Van hen zei driekwart dat zij dit ‘moeilijk’ (27 procent) of ‘zeer moeilijk’ (47 procent) vonden. Slechts 2 procent zei dat het ‘gemakkelijk’ was.
Bronbelasting teruggaafprocedures zijn veel te omslachtig en vaak te duur (vooral als een bank/derde partij wordt ingeschakeld) om de gemiddelde, niet-professionele belegger in staat te stellen het teveel aan bronbelasting op grensoverschrijdende dividendinkomsten terug te vragen - en dus terug te krijgen, aldus Better Finance. ‘Bovendien is aanzienlijke kennis vereist en bestaan er hoge nalevings- en procedurele lasten, en ook de vertragingen kunnen aanzienlijk zijn.’
Professionele beleggers worden met soortgelijke uitdagingen geconfronteerd. Wel beschikken zij over betere middelen om hiermee om te gaan, aangezien zij vaak op hun bewaarders kunnen vertrouwen voor het terughalen van dubbelbetaalde belastingen. Uit een studie van de Europese Commissie uit 2016 bleek dat elk jaar zo’n 8,4 miljard euro in rook opgaat door de complexiteit, niet alleen aan bronbelasting, maar ook aan gemiste ‘opportuniteitskosten’, omdat het soms jaren duurt voordat je je geld terugkrijgt en opnieuw kunt investeren.
‘Hindernisbaan’
Luxemburg stelt alleen professionele beleggers vrij, want “corporate” aandeelhouders die woonachtig zijn in een van de 86 landen die een belastingverdrag hebben met het groothertogdom en die gedurende ten minste twaalf maanden een belang van ten minste 10 procent in hun Luxemburgse vennootschap hebben, kunnen van de bronbelasting worden vrijgesteld. Dit geldt vooral voor SICAVS en FCP-beleggingsfondsen. Luxemburg heeft dergelijke belastingverdragen met slechts 11 van de 27 EU-lidstaten, waaronder Frankrijk, Duitsland en België.
Volgens de verzekeringssector ACA moeten grensoverschrijdende investeringen en belastingvereenvoudiging een prioriteit zijn voor de EU. ‘Tegenwoordig lijkt het proces om een terugbetaling aan te vragen vaak meer op een hindernisbaan dan op een legitiem recht’, aldus ACA in reactie op een consultatie van de EU.
Volgens ACA zijn deze praktijken discriminerend. ‘Als zodanig zouden ze niet eens mogelijk moeten zijn in de EU, en er zou geen rechterlijke uitspraak nodig moeten zijn om dit fundamentele beginsel toe te passen’, aldus de organisatie.