Luxemburg
HH-47678650.jpg

In enkele recente arresten bevestigt het Hof van Beroep te Brussel de eerdere rechtspraak van de rechtbank van eerste aanleg dat de abonnementstaks in hoofde van Luxemburgse SICAV’s strijdig is met het dubbelbelastingverdrag. Tiberghien Advocaten heeft 15 jaar geleden ongeveer als eerste deze problematiek aangekaart en is dus verheugd met deze rechtspraak.

Advocaten Yannick Cools en Bart De Cock van Tiberghien Advocaten: ‘het verdient aanbeveling om eventuele terugvorderingsmogelijkheden van deze taks (én Belgische roerende voorheffing) te onderzoeken.’

Buitenlandse gereglementeerde instellingen voor collectieve belegging zijn onderworpen aan de Belgische jaarlijkse taks op collectieve beleggingsinstellingen (de zgn. “abonnementstaks” die is opgenomen in het Wetboek Successierechten). Deze taks is verschuldigd op het totaal van de in België netto uitstaande bedragen aan een tarief van (momenteel) 0,0925 procent.

Deze taks is al langer een doorn in het oog van buitenlandse ICB’s, en wordt dan ook al geruime tijd betwist (vooral door Luxemburgse SICAV’s).

Hof van Beroep

In november 2018 heeft het hof van beroep te Brussel in twee arresten geoordeeld dat de abonnementstaks niet verschuldigd is door een Luxemburgse SICAV.

‘Vooreerst is het hof van mening dat een Luxemburgse SICAV onder het personeel toepassingsgebied valt van het Belgisch-Luxemburgs dubbelbelastingverdrag. Een Luxemburgse SICAV kan zich hierdoor beroepen op de voordelen van dit verdrag. Daarnaast moet de taks volgens het hof beschouwd worden als een vermogensbelasting, waarvan de heffingsbevoegdheid op grond van artikel 22 van het dubbelbelastingverdrag aan de woonstaat (in casu Luxemburg) wordt toegekend,’ aldus de advocaten van Tiberghien.

De Belgische Staat heeft intussen een voorziening ingesteld bij het Hof van Cassatie, waardoor een einduitspraak wellicht enkele jaren wordt uitgesteld. Intussen kunnen Luxemburgse SICAV’s hun rechten echter zoveel als mogelijk vrijwaren door tot een terugvordering van de taks over te gaan. Gelet op de verjaringstermijn van 5 jaar kunnen op heden nog taksen vanaf 2015 worden teruggevorderd.

Terugvordering

Deze rechtspraak heeft bovendien belangrijke gevolgen voor een eventuele terugvordering van roerende voorheffing (op heden 30 procent) op Belgische dividenden en interesten. Op grond van het dubbelbelastingverdrag kan een Luxemburgse vennootschap immers genieten van een verlaagd tarief in de roerende voorheffing. Indien het standpunt van het hof van beroep standhoudt, komt ook de te veel ingehouden roerende voorheffing voor terugbetaling in aanmerking.

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No