Team experts aan het werk, foto door Alex Kotliarskyi via Unsplash
alex-kotliarskyi-QBpZGqEMsKg-unsplash.jpg

De technische standaarden waar duurzaamheidsinformatie aan moet voldoen, worden wat de Europese Toezichthoudende Autoriteiten betreft helderder, blijkens een consultatiedocument met grote mate van detail en vele rekenformules. Tegelijkertijd zouden de ongeveer 100 pagina’s aan voorgestelde aanpassingen opnieuw om een grote tijds- en kosteninvestering vragen van marktpartijen.

Dat blijkt uit het in april gepubliceerde consultation paper dat de European Supervisory Authorities (ESAs) op verzoek van de Europese Commissie heeft geschreven over SFDR level 2. Het gaat onder meer om de invoering van nieuwe, sociale PAI-indicatoren, maar ook om een verduidelijking van de omschrijving van de andere indicatoren en de formules van de berekening daarvan, en aanpassingen aan de voorgeschreven prospectus en periodieke templates. 

De SFDR verplicht alle partijen die actief zijn op de Europese financiële markten om transparant te zijn over de manier waarop zij duurzaamheidsrisico’s integreren in hun beleggingsbeslissingen en over het effecten die duurzaamheidsrisico’s en de integratie daarvan hebben op de financiële producten die ze aanbieden.Sinds twee jaar zijn financiële marktpartijen verplicht hierover te rapporteren en sinds dit jaar gelden hier zeer gedetailleerde precontractuele informatieverplichtingen volgens verplicht voorgeschreven templates. 

Aankomende juni moeten financiële marktpartijen ook voor het eerst verplicht rapporteren over de impact van hun beleggingen volgens een voorgeschreven template, binnen verschillende zogenaamde Principal Adverse Impact (PAI) categorieën. Tot nu toe was het grootste deel van de veertien verplichte PAIs milieugerelateerd, bijvoorbeeld de CO2-impact van een beleggingsportefeuille op klimaatverandering. Vijf indicatoren waren van sociale aard.

Upgrade bestaande indicatoren

In de herziening stellen de ESAs een uitbreiding van de lijst voor, met nog eens vier sociale, verplichte indicatoren. Beleggers zouden bijvoorbeeld ook het gemiddelde percentage werknemers in de belegde ondernemingen moeten rapporteren die een lager salaris krijgt dan passend, en het percentage investeringen in ondernemingen die geen verbintenissen hebben inzake niet-inmenging in de oprichting van vakbonden of de verkiezing van werknemersvertegenwoordigers.

Behalve deze verplichte, sociale PAIs, suggereren de autoriteiten bovendien een flinke handvol optionele sociale indicatoren, bijvoorbeeld een indicator om te rapporteren over het gemiddeld percentage gehandicapten onder het personeel van de ondernemingen waarin wordt geïnvesteerd. 

Zowel met de verplichte nieuwe PAIs als de optionele zal het wel de vraag zijn of marktpartijen hier daadwerkelijk over kúnnen rapporteren, daar bedrijven dit soort niet altijd hebben of beschikbaar stellen. Om deze indicatoren vervolgens ook in een beleggingsproces te kunnen opnemen, is kosten- en tijdsintensief, zo leert de ervaring van de afgelopen jaren.

Ook bestaande indicatoren krijgen een upgrade wat de ESAs betreft, omdat deze volgens hen ‘verduidelijking of een duidelijkere definitie verdienen’, zo schrijven ze in het document. Het gaat bijvoorbeeld om een indicator waarbij de metriek voortaan wordt ‘uitgedrukt als gewogen gemiddelde’ in plaats van ‘uitgedrukt per miljoen euro’, maar ook om een onderscheid tussen gevaarlijk afval en radioactief afval door deze voortaan als twee afzonderlijke indicatoren te behandelen, met twee verschillende berekeningsformules.

Wat betreft die formules, dat is sowieso iets wat opvalt in het lijvige document. Waar eerder bij verschillende PAIs niet duidelijk was hoe ze berekend moesten worden, hebben de ESAs nu nieuwe formules opgesteld voor de PAI-indicatoren die dat nog niet hadden. Ook omdat financiële marktdeelnemers om deze verduidelijking vroegen, aldus de ESAs in het document. In voorgaande documentatie missen dit soort formules en rekenvoorbeelden, of worden ze versprokkeld in meerdere documenten verstrekt. In het nieuwe consultatiedocument zijn de rekenvoorbeelden juist uitgebreid, om de vragen uit de markt - die de autoriteiten in het document breedvoerig aan bod laten komen - te beantwoorden.

Nieuwe templates

Veelgehoorde kritiek uit de sector is dat de templates met duurzaamheidsinformatie die marktpartijen sinds januari 2023 moeten toevoegen aan hun prospectus, lang en onnodig complex zijn. In het consultatiedocument stellen de ESAs daarom voor om het taalgebruik, de lay-out en de structuur aan te passen, ook om het begrip voor retailbeleggers te vergroten. 

Volgens policy advisor sustainability Ivan aan den Toorn van Dufas beogen de ESAs met enkele voorgestelde wijzigingen de templates te versimpelen en verduidelijken, al stipt hij aan dat het nog de vraag is of hiermee de templates begrijpelijk genoeg zijn voor beleggers. Sommige vragen zijn verwisseld en herformuleerd, andere vragen zijn eruit gehaald. Dat kan veel werk betekenen voor partijen die net alle huidige templates hebben doorgevoerd in hun organisaties.

Hoewel de consultation paper op veel vlakken de gevraagde verduidelijking lijkt te leveren, roept het op andere gebieden juist vragen op. De ESAs lichten bijvoorbeeld - nog steeds - niet toe in hoeverre marktpartijen nu alle verplichte PAIs móeten kwantificeren als onderdeel van het bepalen of een belegging duurzaam is. Aan den Toorn: ‘Eerder was de overtuiging in de markt dat indicatoren meegenomen moesten worden met drempelwaarden, maar dat financiële marktpartijen zelf de specifieke waarden moesten bepalen. Het consultatiedocument lijkt te suggereren dat de ESAs meer vrijheid zien in hoe je de PAIs mee mag nemen, omdat er geen definitie staat over de verdere invulling.

De Europese Commissie antwoordde onlangs in een Q&A over dit onderwerp dat financiële marktdeelnemers voor elke investering hun eigen beoordeling moeten uitvoeren, herinnert Head of Government Affairs & Public Policy David Henry Doyle van S&P Global zich in een LinkedIN-post over het onderwerp. ‘Deze beleidskeuze geeft financiële marktdeelnemers een grotere verantwoordelijkheid tegenover de beleggersgemeenschap en betekent dat zij voorzichtig moeten zijn bij het meten van de belangrijkste parameters van een duurzame belegging’, zo zou de Commissie gezegd hebben.

Een ander aandachtspunt is dat sommige voorgestelde aanpassingen wel erg veel werk kunnen opleveren, bijvoorbeeld het idee om de drempelwaarde van iedere PAI te laten zien bij het bepalen van duurzame beleggingen. Aanbieders zouden dan ellenlange lijsten moeten gaan opstellen als drempelwaarden rekening houden met verschillen tussen sectoren en landen, waarvan het bovendien de vraag is of klanten deze helemaal gaan doorakkeren.  

Een aanpalende vraag is, hoe snel de voorgestelde veranderingen als geheel doorgevoerd zouden moeten worden. Voor veel marktpartijen speelt dat tijdsaspect een grote rol in hun reactie op de consultatie. Hoewel de templates pas sinds afgelopen januari verplicht zijn, moeten ze al in september gewijzigd worden door wetswijzigingen. Annexes frequent wijzigen kost veel tijd en geld. De sector kan tot 4 juli reageren op de voorgestelde aanpassingen. 

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No