Het is een tegelwijsheid van Nobelprijswinnaar en grondlegger van de moderne portefeuilletheorie Harry Markowitz: diversificatie is de enige “free lunch” voor beleggers. De uitspraak stamt uit 1952 en is nog steeds relevant.
Het principe stelt dat door verschillende effecten in een portefeuille met elkaar te combineren, beleggers het bedrijfsspecifieke risico kunnen reduceren en daarmee betere voor risico-gecorrigeerde rendementen kunnen behalen, aldus Morningstar-analist Jeffrey Schumacher in de bijdrage voor Investment Officer.
Het combineren van effecten die een uiteenlopende koerspatronen hebben, zorgt voor een demping van risico. Doordat de koersontwikkeling van effecten niet perfect met elkaar correleren kan een belegger profiteren van deze free lunch die diversificatie met zich mee brengt.
Hoeveel effecten er in een portefeuille moeten zitten om een goed gediversifieerde portefeuille te creëren is een discussie waarover geen eensluidende opinie heerst. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat het toevoegen van effecten resulteert in het reduceren van risico tot 30 aandelen, maar dat voorbij dit punt het toevoegen van aandelen niet resulteert in een wezenlijke reductie van risico.
Randvoorwaarde
Een belangrijke randvoorwaarde is natuurlijk wel dat in een portefeuille verschillende typen aandelen zijn vertegenwoordigd om een optimale spreiding te realiseren. Door het combineren van verschillende sectoren, landen, stijlen en marktkapitalisaties kan een evenwichtige portefeuille opgebouwd worden die beter bestand is tegen de schokken die de financiële markten van tijd tot tijd teisteren.
Hoe fondsbeheerders met het begrip diversificatie omgaan is zeer verschillend. Er zijn fondsen die meer dan 100 posities in de portefeuille hebben, maar er zijn ook fondsen die zeer uitgesproken zijn in hun positionering en grote posities niet schuwen. Deze portefeuilles kenmerken zich door bijvoorbeeld sterke afwijkingen van de benchmark op sector of landenniveau en een hoge concentratie van de top-10 posities.
De sterke portefeuilleconcentratie stelt de beheerder in staat om zijn grootste convicties duidelijk in zijn portefeuille aan te zetten. Daarbij neemt het bedrijfsspecifieke risico toe, en het kan ertoe leiden dat het rendementspatroon van een fonds grilliger wordt en sterk kan afwijken van dat van de bredere markt.
Fundsmith
Voor deze top 5 hebben we de fondsen in de Morningstar-categorie ‘Aandelen Wereldwijd Large-Cap Gemengd met een Analyst Rating van Gold, Silver of Bronze geselecteerd op het aantal aandelenposities in de portefeuille.
Met slechts 27 aandelen heeft fondsbeheerder Terry Smith (foto) de meest geconcentreerde portefeuille geconstrueerd. Zijn Fundsmith Equity Fund behoort volgens Morningstar tot de beste in zijn soort en is daarom gewaardeerd met een Gold Rating. Zijn beleggingsaanpak behelst het opbouwen van een gerichte portefeuille van bedrijven die volgens hem een zodanige kwaliteit hebben dat hij ze een leven lang zou willen houden.
Fund Manager of the Year
Smith’s horizon is een van de langste die we ooit bij een fondsmanager zijn tegengekomen en de omzet in de portefeuille is minder dan 5 procent. Zijn proces is gebaseerd op een solide beleggingstheorie, ontwikkeld over een lange periode en wordt consistent toegepast. Door het geringe aantal posities ontstaan er sterke sectorconcentraties en worden bepaalde delen van de markt structureel genegeerd.
De sterkste overtuigingen van Smith zijn beleggingen in Pay Pal, Amadeus IT Group en Microsoft. De aanpak heeft Smith succesvol toegepast, wat dit jaar onderstreept werd door het winnen van zowel een Morningstar Award als de titel Morningstar European Fund Manager of the Year voor wereldwijde aandelenfondsen.