marc_van_de_gucht2.jpg

Zetten ETF’s hun opmars verder? Blijven klassieke beleggingsfondsen concurrentieel? En krijgen we nog meer fusies te zien tussen grote fondshuizen? Marc Van de Gucht, directeur-generaal van fondsenfederatie Beama, schat in hoe de trends van vorig jaar gaan evolueren in 2025.

“Hangmatbeleggen” werd bij Van Dale verkozen tot Woord van het Jaar 2024, wat de opmars van passieve ETF’s  illustreert in België. Wekt dat bij Beama (Belgian Asset Managers Association) gemengde gevoelens op?

Marc Van de Gucht: ‘Nee, we kijken daar op een neutrale manier naar. In asset management heb je wat concurrentie tussen het actief beheer en het passief beheer. Beama vertegenwoordigt beide strekkingen, want als sector denken we dat die perfect naast elkaar kunnen bestaan. Welke formule de beste is, varieert per beleggersprofiel.Voor jongeren kan je argumenteren dat een ETF de beste optie is, terwijl ik voor ouderen toch zou oppassen om alle eieren in een mand te steken en alleen voor ETF’s te kiezen.’

‘De term “hangmatbelegger” staat voor de belegger die een ETF koopt die een index volgt, of het nu de Bel20 of de S&P500 is. Qua beheer is zo’n tracker eenvoudig: het enige wat de beheerder moet doen is de onderliggende componenten kopen. Veel denkwerk komt daar niet aan te pas. Als een index stijgt, stijgt de ETF mee. En als die daalt, dan daalt ook de waarde van de ETF.’

‘De vraag is: hoe gaat de belangstelling voor ETF’s evolueren in een dalende markt?’

‘De belangstelling voor de ETF’s neemt toe, zeker bij jongere beleggers. De grote Amerikaanse indexen hebben in 2024 record op record gebroken wat zeker bijdraagt tot hun populariteit. Meer pluspunten: doordat ETF’s op de beurs worden verhandeld, kan je makkelijk in- en uitstappen en de performance is makkelijk te volgen, want dat is gewoon de prestatie van de onderliggende index. Verder rekenen ETF’s minder management fee   in vergelijking met actieve beleggingsfondsen.’

‘De vraag is: hoe gaat de belangstelling voor ETF’s evolueren in een dalende markt? De voorbije jaren hebben we stijgende indexen gekend. Dan is het natuurlijk makkelijk om belangstelling voor dergelijk fonds te wekken. Maar wat als de markt daalt?’

Wat je vaak hoort: een beurscorrectie wordt de echte grote test voor de ETF-markt.

‘Dat wordt inderdaad de grote test. We hebben alle voordelen opgesomd, maar er is een groot nadeel: als de S&P500 met 20 procent daalt, dan gaat de gekoppelde ETF ook gewoon met 20 procent naar omlaag. Hoe gaan beleggers daarop reageren? The proof of the pudding is in the eating.’

‘Daartegenover kan bij actief beheer de asset manager volop zijn rol spelen en de asset allocatie aanpassen, bijvoorbeeld minder aandelen en meer obligaties of zelfs het aanhouden van cash. Uit - voornamelijk Amerikaanse - studies blijkt dat driekwart van de actief beheerde fondsen er niet in slaagt om de beursindex te kloppen. Die statistiek wordt vaak aangehaald om de superioriteit van passieve ETF’s aan te tonen. Maar je kan het ook omdraaien: een kwart van de fondsbeheerders slaagt er dus wél in om de index te kloppen. Je kan het glas halfleeg of halfvol bekijken.’

Moeten we rekening houden met doemscenario’s als ETF-beleggers massaal en tegelijkertijd naar de uitgang hollen?

‘Nee, want er zijn schokdempende mechanismen voorzien. De Belgische asset managers zijn verplicht om liquidity management tools te hebben. Dit zijn instrumenten die de fondsenbeheerders gebruiken om de liquiditeit van een fonds te beheren en te waarborgen. Ze zorgen ervoor dat een fonds voldoende liquide middelen heeft om aan de wensen van de beleggers te voldoen, bijvoorbeeld als ze willen uitstappen. Een fonds kan ook even geschorst worden als er te veel uitstroom zou zijn, om de gemoederen te bedaren.’

Dus een echt financieel infarct is weinig waarschijnlijk?

‘Inderdaad. Internationaal gezien is een ETF op de S&P500 zo liquide, dat een infarct onwaarschijnlijk is. Een ETF op een niche-index is iets anders. Daar kan je theoretisch, indien je de liquiditeitstools niet zou gebruiken, wél problemen hebben. Maar ik verwacht zeker geen algemene markthapering.’

‘Wat je wel gaat zien, is dat eenmaal de verkopen op de beurs op gang komen, er een sneeuwbaleffect zal ontstaan. Maar of we aan de vooravond van dalende beurzen staan, weet niemand. De markten lijken momenteel te twijfelen, in afwachting van de invoerheffingen van toekomstig VS-president Donald Trump en middenin de huidige geopolitieke en macroeconomische onzekerheid. Alle scenario’s liggen op tafel, de grote indexen kunnen evengoed naar omhoog of naar omlaag. Voor de hangmatbelegger wordt het dus spannend. Ik ken overigens al het woord van 2025.’

En dat is?

‘Een Warren wannabe, een navolger van Warren Buffett. Ik vind dat iedereen een Warren wannabe zou moeten zijn, dus iedereen moet beleggen. Het recente succes van de eenjarige Staatsbon en de enorme sommen op de spaarboekjes doen vermoeden dat er in België misschien te veel gespaard wordt, waarbij de spaarrente nochtans minder is dan de inflatie. Op lange termijn ben je met beleggen altijd beter af, zo bewijst elke studie. Beleggen is dus de enige manier om toch nog iets qua buffer voor de oude dag op te bouwen.’

Beheersvergoedingen

Even terug naar de management fees die u even aanhaalde. Is het grote verschil qua commissies tussen ETF’s en klassieke fondsen houdbaar?

‘Als je puur kijkt naar de cijfers, dan wint de ETF - met maximaal 0,5 procent of zelfs veel minder commissie - het van een actief beheerd beleggingsfonds, met een beheersvergoeding van circa 1,5 procent. Dat komt onder meer omdat actieve beheerders veel meer kosten maken voor analyse van de onderliggende activa en risicomanagement.’

‘Persoonlijk denk ik echter dat je niet alleen naar de kosten mag kijken, maar dat moet afwegen tegenover het rendement. Zoals gezegd: een kwart van de actief beheerde fondsen slaagt er toch in beter te presteren dan de benchmark. Mij maakt het niet uit wat de kosten zijn, zolang het eindrendement maar oké is. Staar je dus niet blind op de kosten.’

Gaan er nieuwe kostenformules ontstaan?

‘Dat is nu al aan de gang, maar eerder in beperkte mate en met name bij sommige private banks voor hun discretionair beheer. Zij werken met een all-in fee die alle kosten omvat: van beheerskosten tot transactiekosten.’

Behoort een formule à la “no cure, no pay” of “Als het fonds niets oplevert, hoeft u niets te betalen” tot de mogelijkheden?

‘Dat lijkt me onhaalbaar, alleen maar door de kosten die een fondsbeheerder moet maken, zoals bijvoorbeeld deze die verbonden zijn aan de naleving van de regelgeving. Om u een idee te geven: we maken elk jaar voor onze leden een inventaris op van de nieuwe regelgeving en gewoon maar de titels van de nieuwe wetgeving op een rij zetten, is een dubbele A4-pagina.’

‘Er zijn drie factoren die tot stijgende kosten leiden: de regulering, de kosten verbonden aan het verwerven van duurzaamsheidsdata (ESG) - de dataverwerkers spelen hun bijna-monopoliepositie uit om te exorbitante prijzen te vragen en zijn overigens niet gereguleerd - en in België ook de oplopende personeelskosten als gevolg van de automatische loonindexering. Dat alles creëert een zeer uitdagende omgeving voor asset managers.’

Schaalvergroting

Hoe gaan asset managers hun kosten drukken?

‘Door samen te gaan met een concurrent. Want na zo’n schaalvergroting hoef je de data maar één keer aan te kopen en heb je maar één keer de implementatiekosten van nieuwe regelgeving. Ook de back- en middle office en de compliance- en riskmanagementdiensten kun je dan samenvoegen. Verdere consolidatie in de sector lijkt dus onvermijdelijk. Dat hebben we al een beetje gezien - met Amundi die Lyxor overnam en recentelijk nog de overname van Axa Investment Managers door BNP Paribas Asset Management - maar die beweging is zeker niet gestopt. Voor de Europese asset managers is consolidatie ook nodig om enigszins stand te houden tegen de Amerikaanse reuzen, die op tien jaar tijd fors zijn komen opzetten.’

In het afgelopen jaar was er niet alleen aandacht voor hangmatbeleggen, maar ook voor actieve ETF’s. Is die term geen paradox?

‘Nee, al begrijp ik wel waar die hersenkronkel vandaan komt. In de hoofden van de mensen wordt een ETF gelijkgesteld met een passief fonds. Dat is historisch zo gegroeid. De definitie van ETF is exchange traded fund, dus een fonds dat op de beurs noteert. Vroeger waren dat alleen de passieve fondsen en die associatie blijft hangen. Maar dat kan evengoed een actief fonds zijn.’

Tot voor kort werden de termen “tracker” of “schaduwfonds” gebruikt als synoniemen voor ETF’s, maar dat is nu eigenlijk achterhaald.

‘Inderdaad. Vandaar dat beleggers moeten oppassen als hen aangeraden wordt “een tracker te kopen”. Want gaat het om een actieve of passieve ETF? En bij de passieve: gaat het om een niet-synthetische of een synthetische ETF, waarbij de onderliggende bewegingen nagebootst worden via afgeleide producten? Wat niet iedereen beseft, is dat er bij een synthetische ETF daardoor een bijkomend tegenpartijrisico is.’

Het doet wat denken aan de synthetische CDO’s (Collateralized Debt Obligation) die een kwalijke rol speelden tijdens de bankencrisis van 2008-2009.

‘Precies. Zolang alles goed gaat met alle tegenpartijen, is er geen vuiltje aan de lucht. Maar wat als iemand in de keten in de problemen komt? Ik denk daarom dat een financieel adviseur nog steeds het best geplaatst is om beleggers door dat oerwoud te begeleiden.’

‘We vrezen dat er nieuwe belastingen op komst zijn voor beleggingsproducten’

Een politieke vraag ter afsluiting: de komende weken wordt duidelijk of formateur Bart De Wever (N-VA) eindelijk een nieuwe federale regering op de been kan brengen. Bent u bang dat er nieuwe lasten komen op beleggingsproducten?

‘Uiteraard, omdat de elementen die we in de uitgelekte “supernota’s” lezen, op bijkomende belastingen wijzen voor de fondsensector en de financiële sector in zijn geheel.’

‘Er wordt blijkbaar overwogen om de effectentaks te verhogen en er is sprake van een meerwaardebelasting. Wat daarbij vaak vergeten wordt, is dat er een al een vorm van meerwaardebelasting bestaat, namelijk de zogeheten Reynders-taks. Die wordt geheven op de meerwaarde die je realiseert op obligatiefondsen. Dat is dus al een vermogenswinstbelasting op obligaties. Het uitbreiden naar andere assets zal België als financieel centrum minder aantrekkelijk maken.’

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

Categories
Access
Members
Article type
Article
FD Article
No