‘Een schot voor de boeg.’ Zo noemt topman Ron O’Hanley van State Street Global Advisors de stap van Fidelity genoemd om “gratis” indexfondsen aan te bieden. ‘De beheerkosten zijn gedaald, maar aan de kosten voor het gebruik van indices in niks veranderd.’
Dat zegt O’Hanley in een interview met de Financial Times. De topman verwacht dat meer etf-aanbieders interne benchmarks lanceren en ziet de indexfondsen van Fidelity als een waarschuwing voor “merk-benchmarks”.
‘Het is een reactie op de kosten die de indexproviders blijven opleggen aan vermogensbeheerders en beleggers.’
Snijden in kosten
In de prijzenoorlog die gaande is in de passieve fondsenindustrie, zijn voor veel aanbieders amper posten over waar ze kunnen snijden in de kosten. Verschillende managers geven volgens FT de schuld aan de hoge kosten die ze verplicht aan index-aanbieders moeten betalen voor het gebruik van hun benchmarks.
Begin augustus kwam Fidelity met twee indexfondsen waarvoor geen beheervergoeding betaald hoeft te worden, één gericht op Amerikaanse aandelen, één gericht op internationale aandelen. Het fondshuis heeft daarvoor zelf benchmarks opgesteld en gebruikt, en die van aanbieders als S&P, MSCI en FTSE genegeerd.
Goedkope etf’s
State Street Global Advisors heeft geen “gratis” indexfondsen, maar herlanceerde vorig jaar wel een reeks etf’s met een prijskaartje van 3 basispunten. O’Hanley, sinds 2015 aan boord bij SSGA (en ván boord bij Fidelity) rekent erop dat meer etf-aanbieders eigen benchmarks lanceren en externe leveranciers gaan vervangen.
Dat geldt volgens hem vooral voor retail-beleggers, omdat zij willen beleggen in bijvoorbeeld de Amerikaanse largecapsector, niet per se de S&P 500. Institutionele beleggers willen volgens hem juist wél een blootstelling aan een specifieke reeks aan aandelen en zullen bereid zijn iets hogere kosten te betalen voor dit soort etf’s.