Het Triodos Groenfonds heeft over de aanvoer van nieuwe financieringsprojecten weinig te klagen. Dat het fonds een aantal keer de deuren heeft moeten sluiten, komt vooral door pieken in de instroom die de groene beleggingsstatus met zich meebrengt.
Dit zegt fondsmanager Itske Lulof (foto) van het fonds in een interview met Fondsnieuws. ‘Het is vooral om reden van prudentie dat het fonds dicht moest. Dit was omdat de instroom op dat moment hard toenam.’
Groene belegging
Het Triodos Groenfonds is een van de fondsen die door de belastingdienst erkend wordt als groene belegging (pdf). Tevens maakt het deel uit van het FN Universe, de lijst van meest aangeboden fondsen op de Nederlandse retailmarkt.
De status van groene belegging betekent dat ten minste 70 procent van het fondsvermogen belegd moet zijn in projecten voor milieubescherming. Het fonds moet het hele jaar boven deze ondergrens zitten.
Beleggers kunnen via deze beleggingsstatus fiscale voordelen bedingen bij hun belastingopgave. De peildatum daarvoor is 1 januari. Richting het jaareinde doet zich daarom een piek in de instroom voor, met als gevolg dat de ondergrens voor de groene beleggingen in zicht komt, licht fondsmanager Lulof toe.
Op 15 december 2016 december ging het fonds tijdelijk op slot, om op 2 januari 2017 de deuren weer te openen voor nieuwe beleggers.
Interesse beleggers
Maar ook over het hele afgelopen jaar kon het fonds zich verheugen op goede interesse van beleggers. Het fondsvermogen steeg met 14 procent tot 771 miljoen euro. De financieringsportefeuille aan groene projecten groeide zelfs nog harder, van 533 miljoen euro naar 619 miljoen euro.
Volgens Lulof werd de piek in de instroom niet gevolgd door significante uitstroom na de heropening van het fonds. Dit in tegenstelling tot eerdere jaren. ‘We zien meer continuïteit onder beleggers, ze zitten er meer in voor de lange termijn.’
Naast de fiscale status, is het rendement vergeleken met een spaarrekening nog steeds erg aantrekkelijk, wijst ze. Afgelopen jaar bedroeg het rendement 2,7 procent.
Groeiende markt
De projecten in portefeuille komen niet alleen rechtstreeks uit de markt, maar vooral ook uit het netwerk van Triodos Bank. ‘Zo kijken de account managers van de bank standaard naar mogelijkheden voor groenfinanciering’.
Bij de renovatie van een zorginstelling kan de bank bijvoorbeeld de hypothecaire lening voor het pand verstrekken en Triodos Groenfonds een groenfinanciering voor isolatie en zonnepanelen. Het voordeel van deze laatste additionele lening is dat de klant een laagrentende lening vanuit de groenregeling kan afsluiten en dat hij bespaart op zijn energierekening.
Met het aantrekken van de Nederlandse vastgoedmarkt, is ook de vraag naar dergelijke financieringen voor het verduurzamen van vastgoed duidelijk gestegen, aldus Lulof. Aan sommige andere segmenten is volgens haar de crisis eigenlijk volledig voorbijgegaan. ‘De biologische landbouw is tegen de crisis in gegroeid.’
Het energieakkoord heeft de markt daarbij in de breedte een stimulans gegeven. ‘Het is een markt van miljarden per jaar [aan projecten]’, zegt ze. Triodos Groenfonds is onder de fondsen de grootste in de markt, waarop ook banken als Rabobank, ING en ASN actief zijn.
Bemoeienis overheid
Toch kan de Triodos-manager een eind meegaan in de kritiek die institutionele beleggers lieten horen op een recent congres over duurzaam beleggen van Global Impact Investment Network. De invoering en vervolgens herroepen van verschillende subsidieregelingen maken langetermijnbeleggingen uiterst onzeker.
ABP-voorzitter Corien Wortmann-Kool haalde het voorbeeld aan van de Spaanse overheid, die om gaten in de begroting te dichten besloot subsidies op zonne-energie te schrappen. En afgelopen week maakten media nog melding van Belgische voornemens om de subsidies voor windenergie op zee te halveren.
Een voorbeeld in het klein waar het Groenfonds in Nederland mee te maken heeft, is het getouwtrek over een regeling die het ook voor VVE’s voordelig maakt zonnepanelen op een gemeenschappelijk dak te plaatsen.
‘Ook wij bemoeien ons hier tegenaan, om te zorgen voor stabieler beleid’, aldus Lulof. ‘Maar tegelijkertijd zien we veel ondernemers die de kansen die er zijn direct grijpen, ook al is het niet altijd even makkelijk.’
Spreiding portefeuille
Ondanks de doorgaans lange looptijd van projecten, is de duration van het fonds als geheel rond de 3 jaar. ‘We proberen dit niet te veel te laten oplopen’, zegt de fondsmanager. ‘De maximale rentevaste periode is doorgaans begrenst op 10 jaar, wat ook de termijn is waarover groenverklaringen worden verleend.’
Verder wordt op alle leningen die het fonds verstrekt afgelost, wijst ze. Dit zorgt voor een constante stroom aan vrijvallende middelen die in geval van stijgende rente tegen een hoger tarief kunnen worden geherinvesteerd.
De hogere economische groei die doorgaans met stijgende rente gepaard gaat, zorgt verder voor lagere kredietriscio’s en daarmee lagere voorzieningen.
Sinds 2014 mag het fonds ook tot maximaal 10 procent beleggen in duurzame projecten in opkomende markten. Vooralsnog beslaan deze zo’n 2 procent van de portefeuille, maar er zijn al toezeggingen om dit naar 4 tot 6 procent op te voeren.
Ook deze hebben het oormerk van groene beleggingen. Voorbeelden zijn energieopwekking met gebruik van zon, wind en waterkracht. ‘In deze landen is dit vaak goedkoper dan energieopwekking door fossiele brandstoffen’, wijst Lulof op het beperkte risico.
Om redenen van liquiditeitsbeheer belegt het fonds ook in leningen van enkele overheidheidsinstellingen. ‘Maar je moet het fonds meer zien als een belegging in honderden kleine green bonds. Die lopen uiteen van 50.000 euro voor zonnepanelen op het dak van een biologische boer tot 50 miljoen euro voor een windpark of zorginstelling.’